This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Elektriciteit
Slide 1 - Slide
Welke is een geleider?
A
Lucht
B
Rubber
C
Aluminium
D
Kunststof
Slide 2 - Quiz
Geleiders laten de stroom ........ door
A
Goed
B
Slecht
C
Niet
D
Wel
Slide 3 - Quiz
Wat is de eenheid voor stroomsterkte?
A
Meter
B
Volt
C
Ampere
D
Kilo
Slide 4 - Quiz
Hieronder staan 4 stoffen. Welke stof is een geleider?
A
goud
B
lucht
C
plastic
D
hout
Slide 5 - Quiz
Bij een open stroomkring werken apparaten
A
Wel
B
Niet
Slide 6 - Quiz
Een stroommeter plaats je altijd ...
A
in serie
B
bij de batterij
C
maakt niet uit
D
parallel
Slide 7 - Quiz
Vul het ontbrekende woord in: Een ... is een bron die elektrische energie levert.
A
voltmeter
B
batterij
C
amperemeter
Slide 8 - Quiz
Vul in... 0,375 A =……………. mA
Slide 9 - Open question
Vul in. 56 mA =………….. A
Slide 10 - Open question
Naomi heeft een stroommeter met drie meetbereiken: 0-50 mA, 0-500 mA en 0-5 A. De stroomsterkte die ze wil meten, ligt tussen 350 en 1250 mA. Welk meetbereik kan ze daarvoor het beste gebruiken?
A
0-5mA
B
0-500mA
C
0-5A
Slide 11 - Quiz
Marijn heeft een fietslampje van 6 volt. Hij sluit het aan op 1,5 volt. Wat zal er gebeuren?
A
het lampje zal niet branden
B
het lampje zal zwak branden
C
het lampje zal sterk branden
D
het lampje zal doorbranden
Slide 12 - Quiz
Als je twee batterijen in serie wilt schakelen, moet je ze ...
A
met de minpolen tegen elkaar leggen
B
met de pluspool tegen de minpool leggen
C
met de pluspolen tegen elkaar leggen
Slide 13 - Quiz
Je meet hier .... Volt
Slide 14 - Open question
Op een verlengsnoer kan maximaal 1A stroom, Marije wil de volgende apparaten aansluiten: televisie 540mA, dvd speler 350 mA, computer 125 mA, en een bureaulamp 250 mA Laat met een berekening zien of dit kan
Slide 15 - Open question
Welk antwoord is juist?
A
Als bij de serie schakeling 1 lamp stuk gaat blijven de andere lampen branden
B
Als bij de parallel schakeling 1 lamp stuk gaat blijven de andere lampen branden
C
Als bij de serie schakeling 2 lampen stuk gaat blijven de andere lampen branden
D
Als bij de parallel schakeling 1 lamp stuk gaat gaan de andere lampen uit
Slide 16 - Quiz
Welk antwoord is GEEN spanningsbron?
A
schakelaar
B
batterij
C
dynamo
D
generator
Slide 17 - Quiz
Als de schakelaar gesloten wordt is er sprake van ...
A
een verbroken stroomkring
B
een lamp die uit gaat
C
een gesloten stroomkring
D
een lamp die geen licht geeft
Slide 18 - Quiz
Elk onderdeel in een stroomkring heeft een eigen functie. Wat is de functie van de batterij?
A
levert energie
B
meet de energie in een stroomkring
C
vervoert energie
D
zet energie om in warmte
Slide 19 - Quiz
Wat is de eenheid van stroomsterkte?
A
Ampere (A)
B
Volt (V)
C
Watt(W)
Slide 20 - Quiz
Vier batterijen van 6 V worden in serie geschakeld. Dit levert een spanning op van:
A
1,5V
B
6V
C
12V
D
24V
Slide 21 - Quiz
Jeroen sluit een lampje van 3V op een spanningsbron van 12V. Wat gebeurt er?
A
lampje zal doorbranden
B
lampje zal fel branden
C
lampje zal niet branden
D
lampje zal zwak branden
Slide 22 - Quiz
Vraag 26: Welke uitspraak over een parallelschakeling is waar?
A
branden alle lampjes of zijn alle lampjes uit
B
de stroomsterkte is overal evengroot
C
er komen geen vertakkingen voor
D
je kunt elk lampje afzonderlijk aan zetten
Slide 23 - Quiz
Welke uitspraken over deze schakelingen is waar?
A
Het zijn allebei parallel schakelingen
B
Het zijn allebei serieschakelingen
C
bovenste is parallel en onderste is serie
D
bovenste is serie en onderste is parallel
Slide 24 - Quiz
In deze schakeling draait Carlo lampje 2 los. Wat gebeurt er met de andere lampjes?