Natuurwetenschappen les 1 en 2

Natuurwetenschappen 
les 1
1 / 20
next
Slide 1: Slide
SchoonheidsverzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Natuurwetenschappen 
les 1

Slide 1 - Slide

Natuurwetenschappen
De onderscheid wordt gemaakt in twee vormen:
Levende stoffen:                                             
  •  prikkelbaarheid                                      
  • beweging
  • stofwisseling
  • groei
  • voortplanting
Dode stoffen
  • hout of water

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Opbouw van de stoffen
Moleculen: het kleinste deeltje van een stof met alle eigenschappen van de stof.
Elementen: stoffen die niet verder ontleed kunnen worden
worden aangeduid door een hoofdletter in het periodiek systeem bijv, (O)= zuurstof en (CL)= chloor
Atomen= het kleinste deeltje van het element. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Atomen
Elektronen (negatief geladen)
protonen (positief geladen)

Slide 6 - Slide

Atomen
Als er net zoveel elektronen als protonen zijn dan is de lading van de atoom neutraal.
Een atoom kan wisselen met zijn elektronen. Als er meer elektronen bij komen word de lading steeds negatiever. Dan word het een negatieve ion (anion). Als er elektronen af gaan, word de lading van de atoom steeds positiever. Dan heb je een positieve ion (kation). 



Slide 7 - Slide

Indeling van elementen.
De elementen kun je verdelen in metalen en niet-metalen. Metalen zijn hard, koud en je kan ze vervormen. Niet- metalen komen voor in drie vormen (gas, vloeibaar en vast). Zet nu zelfstandig alle elementen in een schema. 



Slide 8 - Slide

Werkboek maken H11, blz. 101 t/m 106 




Slide 9 - Slide

Natuurwetenschappen 
les 2

Slide 10 - Slide

Indeling van de dode stoffen
De dode stoffen kun je op verschillende manieren indelen. 

Slide 11 - Slide

Vorm

Slide 12 - Slide

Vorm

Slide 13 - Slide

Moleculaire structuur

Slide 14 - Slide

Wel of geen koolstof

Slide 15 - Slide

 Organische en anorganische verbindingen.
Vul zelfstandig het schema in.

Slide 16 - Slide

1.6 biologisch actieve verbindingen (mens-eigen)
Deze hebben een stimulerende werking op de aanmaak, groei en functies van de huid. Zij kunnen processen versnellen of vertragen (biokatalysatoren)
enzymen: bouwstof in het lichaam. In cosmetica: peeling en lysings 
vitamine: levensonderhoud in het lichaam. In cosmetica: als toevoeging aan vele soorten producten (dag-nacht verzorging en maskers)
hormonen: mogen niet puur gebruikt worden in cosmetica! Wel als een ingepakte vorm (fytohormonen). Heeft een herstellende werking op de huid (redenerend).

Slide 17 - Slide

Water
Ons lichaam bestaat voor 60 tot 80 % uit water.
Water is essentieel voor ons bestaan. Water komt niet zuiver voor in de natuur. Er zijn stoffen in opgelost. Het water wat we drinken is genoeg zuiver gemaakt zodat het geen risico vormt voor onze gezondheid (hygiënisch zuiver).

Slide 18 - Slide

Natuur- en scheikundige begrippen (in de cosmetica)
Zet zelf de volgende begrippen met de betekenis in het schema.

Slide 19 - Slide

Huiswerk
Werkboek maken H11
, blz. 106 t/m 114 

Slide 20 - Slide