Werken aan woordenschat hoofdstuk 4 Werken in de horeca

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Werken in de horeca

terugblik vorige les

Wat hebben we vorige week gedaan?

Wat weet je al over werken in de horeca?

Maak klassikaal de woordspin op de volgende slide.

Wat weet je al over werken in de horeca?

Doelen van dit hoofdstuk:

1. Aan het einde van dit hoofdstuk kun je minimaal 5 beroepen noemen die met horeca te maken hebben.

 

2. Aan het einde van dit hoofdstuk kun je minimaal 10 voorbeelden noemen van materiaal en gereedschap die horen bij 'werken in de horeca'.

3. Je weet welke vaardigheden en kwaliteiten er nodig zijn voor het werken in de horeca.

Competentie: ik werk geconcentreerd en laat me niet afleiden.

Hoe noem je dit?

1. het kookgerei
2. het bestek
3. het servies
4. het eten

Wat zie je hier?

1. de braadpan
2. de wok
3. de steelpan
4. de koekenpan

Wat betekent het woord horeca?

Wat is dit?

1. het aardappelmesje
2. de spatel
3. de dunschiller
4. het koksmes

Noem een beroep in de horeca.

Vaardigheden die je nodig hebt voor werken in de horeca:

1. Klantgericht werken

2. Er verzorgd uitzien

3. Rekenvaardigheid: tijd, wegen en inhoud

4. Omgaan met werkdruk

5. Hygiënisch werken

Zelfstandig werken

Maak zelfstandig opdracht 4 t/m 8 op bladzijde 52 t/m 56 

Aan de instructietafel: Natalia, Ramon, Szebi en Leonie.

Klaaropdracht: Ga op internet op onderzoek uit wat werken in de horeca nou precies is. Wat kan je allemaal doen?  Welke vaardigheden heb je nodig? Wat lijkt jou leuk om te doen? 

Voorbeelden van youtube filmpjes die je kan bekijken:

- Baantjeshelden | Zo is het om te werken in de horeca

- Hoe word je een echte horeca topper?

- BANKZITTERS GAAN WERKEN IN DE HORECA

- DOEN Academy: Werken in de horeca. Hoe kom je representatief over?

Evaluatie van de les

Hoe ging het zelfstandig werken? Heb je geconcentreerd kunnen werken?

Heb je al 1 van onderstaande doelen bereikt?

1. Aan het einde van dit hoofdstuk kun je minimaal 5 beroepen noemen die met horeca te maken hebben.

2. Aan het einde van dit hoofdstuk kun je minimaal 10 voorbeelden noemen van materiaal en gereedschap die horen bij 'werken in de horeca'.

3. Je weet welke vaardigheden en kwaliteiten er nodig zijn voor het werken in de horeca.