2A Erfelijkheid en evolutie herhaling

Thea en Nico doen de volgende beweringen over chromosomen.
Nico: ‘Chromosomen bevatten veel genen.’
Thea: ‘Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA.’

Wie heeft, of wie hebben gelijk?

A
Alleen Nico.
B
Alleen Thea
C
Thea en Nico hebben beide gelijk
D
Thea en Nico hebben beide ongelijk
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thea en Nico doen de volgende beweringen over chromosomen.
Nico: ‘Chromosomen bevatten veel genen.’
Thea: ‘Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA.’

Wie heeft, of wie hebben gelijk?

A
Alleen Nico.
B
Alleen Thea
C
Thea en Nico hebben beide gelijk
D
Thea en Nico hebben beide ongelijk

Slide 1 - Quiz

Het klein robertskruid is een plant uit de ooievaarsbekfamilie.
De eicellen van deze plant bevatten 16 chromosomen.

Hoeveel chromosomen bevat een cel van een blad van het klein robertskruid?

A
8
B
16
C
32
D
64

Slide 2 - Quiz

Hoeveel miljoen jaar geleden begon de ontwikkeling van de apen van de oude wereld als aparte groep?
(klik op afbeelding voor groter versie)
A
Ongeveer 25 miljoen jaar geleden.
B
Ongeveer 35 miljoen jaar geleden.
C
Ongeveer 37 miljoen jaar geleden.
D
Ongeveer 43 miljoen jaar geleden.

Slide 3 - Quiz

Aan welke groep zijn de gorilla’s het meest verwant?

(klik op afbeelding voor groter versie)
A
Aan de apen van de nieuwe wereld.
B
Aan de apen van de oude wereld.
C
Aan de chimpansees.
D
Aan de gibbons.

Slide 4 - Quiz

Op welk moment komt het genotype van een baby tot stand?
A
Op het moment van de vorming van de eicel.
B
Op het moment van de vorming van de zaadcel die de eicel bevrucht
C
Op het moment van de bevruchting van de eicel.
D
Op het moment van de geboorte van de baby.

Slide 5 - Quiz

Wat is evolutie?
A
Evolutie is het ontstaan van nieuwe soorten doordat organismen met de oorspronkelijke vorm uitsterven.
B
Evolutie is de ontwikkeling van leven op aarde, waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.
C
Evolutie is de grotere overlevingskans van individuen met een betere aanpassing aan het milieu.

Slide 6 - Quiz

Bij mensen zitten in iedere celkern 46 chromosomen.
Een ouderpaar heeft twee dochters. De dochters berekenen hoeveel van hun chromosomen, in theorie, precies hetzelfde kunnen zijn.

Hoeveel chromosomen kunnen er maximaal hetzelfde zijn bij de twee dochters?

A
22
B
23
C
45
D
46

Slide 7 - Quiz

Bij de mens is de vorm van de oorlelletjes erfelijk bepaald. Er is een gen voor oorlelletjes die vastzitten aan het hoofd en een gen voor oorlelletjes die loshangen. Een man heeft loshangende oorlelletjes en heeft voor deze eigenschap twee ongelijke genen. Drie cellen van deze man zijn:
1 een cel in een oorlelletje;
2 een cel in de wand van een gehoorgang;
3 een zaadcel.
In welke van deze cellen is in de celkern zeker het gen voor vastzittende oorlelletjes aanwezig? Ga ervan uit dat er geen mutaties zijn.

Slide 8 - Open question

Kalle zegt: ‘Als een gen in een cel actief is, maakt die cel een bepaald eiwit’.
Heeft Kalle gelijk? Leg je antwoord uit.


Slide 9 - Open question

Welke genen kunnen niet actief zijn in een levercel?
(deze vraag is alleen voor GL)
A
de genen die ervoor zorgen dat DNA gekopieerd kan worden
B
de genen die ervoor zorgen dat gal wordt gemaakt
C
de genen die ervoor zorgen dat hoofdhaar wordt gemaakt

Slide 10 - Quiz

Wordt bij de productie van yoghurt biotechnologie toegepast? Leg je antwoord uit.
(deze vraag is alleen voor GL)

Slide 11 - Open question

Leg uit wat transgeen betekent.
(deze vraag is alleen voor GL)

Slide 12 - Open question