masterclass Latijn 2025

Welkom bij de Masterclass Latijn!
Opzet van deze cursus 
Les 1: introductie Latijn en de godenwereld 

Les 2: vertalen Latijnse tekst over de goden 

Les 3: introductie helden en vertalen Latijnse tekst Hercules 
1 / 51
next
Slide 1: Slide
LatijnBasisschoolGroep 8

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij de Masterclass Latijn!
Opzet van deze cursus 
Les 1: introductie Latijn en de godenwereld 

Les 2: vertalen Latijnse tekst over de goden 

Les 3: introductie helden en vertalen Latijnse tekst Hercules 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 
Les 1: Je kunt uitleggen waarom Latijn nog altijd een belangrijke taal is en hoe de Romeinse godenwereld was samengesteld.

Les 2: Je kunt Latijnse teksten over de goden ontleden en naar het Nederlands vertalen.

Les 3: Je kunt uitleggen wie Hercules was en een Latijnse tekst over deze Griekse held naar het Nederlands vertalen. 

Slide 2 - Slide

Les 1: introductie Latijn en de godenwereld 
Je kunt uitleggen waarom Latijn nog altijd een belangrijke taal is en hoe de Romeinse godenwereld was samengesteld.

Slide 3 - Slide

Wat is Latijn?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Waarom zou je klassieke talen leren?
  • Beter inzicht in talen. 
  • Je leert sneller andere talen
  • Je leert analytisch denken (probleem oplossend)

  • Het staat goed op je CV
  • Kennismaking met de Oudheid, mythes en spannende verhalen.
  • Je leert de wereld en jezelf beter kennen via de kennis van de klassieke Oudheid 

Slide 6 - Slide

Waarom is het belangrijk?
De invloed op onze taal en cultuur is enorm. 
kerk, politiek, rechtssysteem, kunst en literatuur, filosofie, geneeskunde (ook veel Griekse termen… kijk maar in je biologie boek).

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Even checken...
Je kunt uitleggen waarom Latijn nog altijd een belangrijke taal is 

Slide 10 - Slide

De Romeinse goden

Slide 11 - Slide

Welke Romeinse goden ken jij al?

Slide 12 - Mind map

De Romeinse goden 
De Romeinen aanbaden een hoop goden en godinnen. Een aantal van de belangrijkste Romeinse goden waren op den duur steeds meer op de Griekse goden gaan lijken. 

Romeinse god:                                              Griekse god: 
Jupiter                                                                Zeus 
Neptunus                                                          Poseidon                                                


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Hoe werden de goden bekend in het Romeinse rijk?

Slide 15 - Open question

Welke 3 belangrijke goden worden benoemd in het filmpje?

Slide 16 - Open question

p.1

Slide 17 - Slide

Les 1: introductie Latijn en de godenwereld 
Je kunt uitleggen waarom Latijn nog altijd een belangrijke taal is en hoe de Romeinse godenwereld was samengesteld.

Slide 18 - Slide

Les 2: vertalen Latijnse tekst over de goden 
Je kunt Latijnse teksten over de goden ontleden en naar het Nederlands vertalen.

Slide 19 - Slide

Eerst even terug...

Wat weet je nog van vorige week? 
-->trek een lijntje van de god/godin naar de juiste naam

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Tekst A bespreken 

Slide 23 - Slide

1. Iuppiter est deus.       
2. Iuppiter est deus et dominus               
3. Iuppiter est pater.

  • 1. Jupiter is een god.
  • 2. Jupiter is een god en meester/heerser.
  • 3. Jupiter is een vader 

Slide 24 - Slide

4. Iuno est dea.
5. Iuno est regina.
6. Iuno uxor Iovis est. 
  • 4. Juno is een godin. 
  • 5. Juno is een koningin.
  • 6. Juno is de vrouw van Jupiter. 

Slide 25 - Slide

7. Mars est deus.
8. Mars est filius Iovis et Iunonis.
9. Minerva est dea. 
10. Minerva filia Iovis est.
11. Minerva non uxor est, sed virgo est. 
  • 7. Mars is een god. 
  • 8. Mars is de zoon van Jupiter en Juno. 
  • 9. Minerva is een godin. 
  • 10. Minerva is de dochter van Jupiter.
  • 11. Minerva is niet een vrouw, maar een ongetrouwd meisje. 

Slide 26 - Slide

12. Vesta est dea. 
13. Vesta quoque est virgo et soror Iovis est. 

  • 12. Vesta is een godin.
  • 13. Vesta is ook een ongetrouwd meisje en de zus van Jupiter. 

Slide 27 - Slide

14. Venus est dea. 
15. Venus mater est. 
16. Filius eius est Aeneas. 

  • 14. Venus is een godin. 
  • 15. Venus is een moeder.
  • 16. Haar zoon is Aeneas. 

Slide 28 - Slide

Tekst B: We gaan verder met vertalen!

Let goed op de aantekeningen onder de woordjes: die worden eenmaal opgegeven 
Schrijf de Nederlandse vertaling op de lijntjes 

Slide 29 - Slide

1. Iuppiter sedet 
in templo.
2. Iuppiter sceptrum 
habet.
3. Populus deum colit.
4. Deus populum servat.
5. Populus timet quoque deum, nam deus fulmen mittit.

  • 1. Jupiter zit in zijn/de/een tempel.
  • 2. Jupiter heeft een koningsstaf. 
  • 3. Het volk vereert de god. 
  • 4. De god dient het volk. 
  • 5. Het volk is ook bang voor de god, want de god stuurt bliksem. 

Slide 30 - Slide

6. Iuno quoque in templo sedet.

7. Sedet iuxta Iovem.               
8. Populus deam colit.
9. Dea matrimonium defendit.

  • 6. Juno zit ook in de tempel.
  • 7. Zij zit naast Jupiter.
  • 8. Het volk vereert de godin. 
  • 9. De godin verdedigt het huwelijk. 

Slide 31 - Slide

10. Minerva quoque in templo sedet.
11. Sedet iuxta Iovis et Iunonis.
12. Galeam hastamque habet.
13. Minerva non filium neque filiam habet.


  • 10. Minerva zit ook in de tempel.
  • 11. Zij zit naast Jupiter en Juno. 
  • 12. Zij heeft een helm en een speer. 
  • 13. Minerva heeft geen/niet een zoon en ook niet een dochter. 

Slide 32 - Slide

14. In Italia Mars regnat.
15. Galeam hastamque habet.
16. In Italia saepe bellum est.
17. Mars enim bellum amat.
18. Populus deum timet.


  • 14. In Italië heerst Mars.
  • 15. Hij heeft een helm en een speer. 
  • 16. In Italië is er vaak oorlog. 
  • 17. Want Mars houdt van oorlog. 
  • 18. Het volk is bang voor de god. 

Slide 33 - Slide

Les 2: vertalen Latijnse tekst over de goden 
Je kunt Latijnse teksten over de goden ontleden en naar het Nederlands vertalen.

Slide 34 - Slide

Les 3: introductie helden en vertalen Latijnse tekst Hercules 
Je kunt uitleggen wie Hercules was en een Latijnse tekst over deze Griekse held naar het Nederlands vertalen. 

Slide 35 - Slide

Opzet laatste les 
1. Korte terugblik afgelopen les en tekst 
2. Introductie over Griekse helden 
3. Vertalen tekst Herakles/Hercules
4. Bespreken, evalueren en uitreiking 'voorbereiden'
5. Uitreiking certificaten 

Slide 36 - Slide

1. Korte terugblik les 2 
Wat hebben we gedaan? 
Wat hebben we geleerd? 

Slide 37 - Slide

6. Iuno quoque in templo sedet.

7. Sedet iuxta Iovem.               
8. Populus deam colit.
9. Dea matrimonium defendit.

  • 6. Juno zit ook in de tempel.
  • 7. Zij zit naast Jupiter.
  • 8. Het volk vereert de godin. 
  • 9. De godin verdedigt het huwelijk. 

Slide 38 - Slide

10. Minerva quoque in templo sedet.
11. Sedet iuxta Iovis et Iunonis.
12. Galeam hastamque habet.
13. Minerva non filium neque filiam habet.


  • 10. Minerva zit ook in de tempel.
  • 11. Zij zit naast Jupiter en Juno. 
  • 12. Zij heeft een helm en een speer. 
  • 13. Minerva heeft geen/niet een zoon en ook niet een dochter. 

Slide 39 - Slide

14. In Italia Mars regnat.
15. Galeam hastamque habet.
16. In Italia saepe bellum est.
17. Mars enim bellum amat.
18. Populus deum timet.


  • 14. In Italië heerst Mars.
  • 15. Hij heeft een helm en een speer. 
  • 16. In Italië is er vaak oorlog. 
  • 17. Want Mars houdt van oorlog. 
  • 18. Het volk is bang voor de god. 

Slide 40 - Slide

2. Goden en helden 
-voorkennis: welke Griekse/Romeinse/andere/moderne held ken jij? 
-voorspel: welke eigenschappen zou een Griekse held moeten hebben? 
-informatie: stukje lezen uit het boekje, pagina 6 

Slide 41 - Slide

Hercules
  • Zeus/Jupiter en Alkmene (een prinses)
  • Voorspelling Jupiter: de eerstvolgende geboren uit mijn familie zal koning worden 
  • Juno/Hera niet blij met Hercules
  • Zorgde ervoor dat Eurystheus koning werd 
  • straf voor zijn daden: 12 werken 

Slide 42 - Slide

3. Vertalen: een stukje samen 

Slide 43 - Slide


1. Hercules non homo est.
2. Hercules non deus est.
3. Hercules heros est.
4. Hercules etiam servus est.
5. Cuius Hercules servus est?
6. Hercules servus regis Eurysthei est.
7. Eurystheus igitur servum habet.
                                       







  • 1. Hercules is niet een mens.
  • 2. Hercules is niet een god.
  • 3. Hercules is een held/halfgod.
  • 4. Hercules is ook een slaaf.
  • 5. Van wie is Hercules de/een slaaf? 
  • 6. Hercules is de slaaf van koning Eurystheus. 
  • 7. Eurystheus heeft dus een slaaf. 

Slide 44 - Slide

Vertalen: tips 
  • Let goed op de aantekeningen onder de woordjes: die worden eenmaal opgegeven
  • Zorg ervoor dat jouw Nederlandse zin correct is! 
  • Schrijf de Nederlandse vertaling op de lijntjes 
  • Je mag lidwoorden toevoegen! Kijk goed wat past in de zin. 
  • Bij regel 14 mag je 'fugit' als 'hij vlucht' vertalen. 
timer
20:00

Slide 45 - Slide

4. Bespreken, evalueren en uitreiking 'voorbereiden'
Je kunt uitleggen wie Hercules was en een Latijnse tekst over deze Griekse held naar het Nederlands vertalen. 

Slide 46 - Slide


8. Eurystheus Herculem ad Nemeam mittit
9. Cur Eurystheus Herculem ad Nemeam mittit?
10. Ibi leo habitat.
11. Leo perdit terram.

   
                                            







  • 8. Eurystheus stuurt Hercules naar Nemea. 
  • 9. Waarom stuurt Eurystheus Hercules naar Nemea? 
  • 10. Daar woont een leeuw. 
  • 11. De leeuw vernielt het land.  

Slide 47 - Slide


12. Sed Hercules timorem non habet !
13. Nunc autem leo timorem habet.
14. Fugit, sed pugna incipit. 
15. Hercules bestiam capit et strangulat!
    
                                            







  • 12. Maar Hercules heeft geen angst! of Maar Hercules is niet bang!
  • 13. Maar nu heeft/Nu heeft echter de leeuw angst. of  Maar nu is de leeuw bang. 
  • 14. Hij vlucht, maar de strijd begint. 
  • 15. Hercules pakt het beest vast en wurgt hem!

Slide 48 - Slide

Wat heb je allemaal geleerd? (zie blad)
Les 1: Je kunt uitleggen waarom Latijn nog altijd een belangrijke taal is en hoe de Romeinse godenwereld was samengesteld.

Les 2: Je kunt Latijnse teksten over de goden ontleden en naar het Nederlands vertalen.

Les 3: Je kunt uitleggen wie Hercules was en een Latijnse tekst over deze Griekse held naar het Nederlands vertalen. 
timer
3:00

Slide 49 - Slide

5. Wat heb je allemaal geleerd?

Vraag 1: Wat is de naam van deze godin? En wat was haar taak?

Vraag 2: Wat is de vertaling van deze zinnen?
tekst B, regel 13: Minerva non filium neque filiam habet.
tekst C, regel 15: Hercules bestiam capit et strangulat.

Vraag 3: Waarom moest Hercules allerlei werken verrichten voor koning Eurystheus?

…………………………………………………………………………………………………………



Slide 50 - Slide

Goed gedaan!

Slide 51 - Slide