Les 2 Eindwaarde en contante waarde

1 / 22
next
Slide 1: Video
Bedrijfseconomie Middelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Slide 2 - Slide

Spaarmotieven

  1. Sparen uit voorzorg.
2. Sparen met het doel om iets te kopen.
3. Sparen voor de rente.
4. Sparen om een verwachte daling van inkomsten op te vangen.

Slide 3 - Slide

Piet Doornbos stortte op 2 januari 2012 € 300 op een spaarrekening. De bank vergoedt 4% samengestelde interest. Over welk bedrag kan Piet beschikken op 2 januari 2020?
A
€ 410,57
B
€ 394,78
C
€ 426,00
D
€ 408,15

Slide 4 - Quiz

Piet Doornbos stortte op 2 januari 2012 € 300 op een spaarrekening. De bank vergoedt 4% samengestelde interest. Over welk bedrag kan Piet beschikken op 2 januari 2020?
300*1,04^8=€410,57

Slide 5 - Slide

Een kapitaal van € 2.000 staat gedurende 4 jaar uit tegen 5,5% en daarna 5 jaar tegen 4,5%. Bereken de eindwaarde.
A
€ 4.970,01
B
€ 3.087,60
C
€ 3.117,15
D
€ 3.016,27

Slide 6 - Quiz

Een kapitaal van € 2.000 staat gedurende 4 jaar uit tegen 5,5% en daarna 5 jaar tegen 4,5%. Bereken de eindwaarde.
2.000*1,055^4*1,045^5=€3.087,60

Slide 7 - Slide

Een kapitaal van € 1.500 staat gedurende 6 jaar uit tegen een interest van 2% per kwartaal. Bereken de eindwaarde.
A
€ 2.241,89
B
€ 2.380,31
C
€ 2.412,66
D
€ 1.685,40

Slide 8 - Quiz

Een kapitaal van € 1.500 staat gedurende 6 jaar uit tegen een interest van 2% per kwartaal. Bereken de eindwaarde.
1.500*1,02^24=€2.412,66

Slide 9 - Slide

Op 17 oktober stond er op de spaarrekening van Willy de mooie som van € 3.467. Op die dag vierde Willy zijn 18e verjaardag. Welk bedrag heeft vader Eb bij de geboorte van zijn zoon Willy op de spaarrekening gestort. De interest bedroeg 5,5%.
A
€ 1.253,59
B
€ 1.395,09
C
€ 1.395,28
D
€ 1.322,54

Slide 10 - Quiz

Op 17 oktober stond er op de spaarrekening van Willy de mooie som van € 3.467. Op die dag vierde Willy zijn 18e verjaardag. Welk bedrag heeft vader Eb bij de geboorte van zijn zoon Willy op de spaarrekening gestort. De interest bedroeg 5,5%.
3.467/1,055^18=€1.322,54

Slide 11 - Slide

Bereken de eindwaarde van een kapitaal groot € 4.000 dat 6 jaar uitstaat tegen 4,5% samengestelde interest per halfjaar.
A
€ 6.160,00
B
€ 6.708,40
C
€ 6.783,53
D
€ 10.418,08

Slide 12 - Quiz

Bereken de eindwaarde van een kapitaal groot € 4.000 dat 6 jaar uitstaat tegen 4,5% samengestelde interest per halfjaar.
4.000*1,045^12=€6.783,53

Slide 13 - Slide

Een kapitaal van € 8.000 staat gedurende de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2017 uit tegen 5% samengestelde interest per jaar en vanaf 31 december 2017 tegen 6% samengestelde interest per jaar. Bereken de eindwaarde op 1 januari 2024.
A
€ 14.346,80
B
€ 14.483,44
C
€ 15.352,44
D
€ 15.207,61

Slide 14 - Quiz

Een kapitaal van € 8.000 staat gedurende de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2017 uit tegen 5% samengestelde interest per jaar en vanaf 31 december 2017 tegen 6% samengestelde interest per jaar. Bereken de eindwaarde op 1 januari 2024.
8.000*1,05^6*1.06^6=€15.207,61

Slide 15 - Slide

Een kapitaal van € 5.000 staat gedurende de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2024 uit tegen 7,5% samengestelde interest. Bereken het interestbedrag dat verkregen wordt over deze periode.
A
€ 9.586,19
B
€ 10.305,15
C
€ 5.305,15
D
€ 4.586,19

Slide 16 - Quiz

Een kapitaal van € 5.000 staat gedurende de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2024 uit tegen 7,5% samengestelde interest. Bereken het interestbedrag dat verkregen wordt over deze periode. 
5.000*1,075^9=€9.586,19
9.586,19-5.000=€4.586,19

Slide 17 - Slide

Een kapitaal heeft gedurende 10 jaar uitgestaan tegen 6% samengestelde interest per jaar en is nu aangegroeid tot een bedrag van € 24.000. Bereken de contante waarde van dit kapitaal.
A
€ 12.793,13
B
€ 13.298,53
C
€ 13.385,52
D
€ 13.401,47

Slide 18 - Quiz

Een kapitaal heeft gedurende 10 jaar uitgestaan tegen 6% samengestelde interest per jaar en is nu aangegroeid tot een bedrag van € 24.000. Bereken de contante waarde van dit kapitaal.
24.000/1,06^10=€13.401,47

Slide 19 - Slide

Myra wil een reis maken. Ze heeft een spaarrekening waarbij ze 1,5% samengestelde rente per jaar ontvangt.
Hoeveel moet ze nu wegzetten om over 5 jaar te beschikken over € 2.500? Oftewel: hoeveel is de contante waarde van dit bedrag.
A
€ 2.320,65
B
€ 557,53
C
€ 2.156,52
D
€ 2.605,33

Slide 20 - Quiz

Over 2 jaar staat er € 16.000 op je rekening, de samengestelde rente is
5 % pj. Wat is nu de contante waarde?
A
€ 16.000 x 1,05^2
B
€ 16.000 x 1.05^-2
C
€ 16.000 : 1.05^2
D
€ 16.000 : 1.05

Slide 21 - Quiz

Een kapitaal staat gedurende 32 maanden uit tegen een samengesteld interest van 0,4% per maand en is uitgegroeid tot 2272,53 euro. Bereken de contante waarde.
A
1920 euro
B
1980 euro
C
2000 euro
D
2020 euro

Slide 22 - Quiz