Les 3. Assortiment, Merk, Logo

1 / 53
next
Slide 1: Slide
MarketingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Dienstencontinuüm

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Opdracht
1. Duo's
2. Zoek de termen productielevenscyclus en adoptieproces op.
3. Gebruik het product Iphone 13
4. Maak een productielevenscyclus van het gekozen product. 10 min

Slide 5 - Slide

Introductie
  • Weerstand bij de klant
  • Weinig bekendheid
  • Beperkte distributie
  • Doelgroep: klanten die graag nieuwe, vrij onbekende producten kopen.
  • Kosten hoog, afzet laag, geen/weinig winst

Slide 6 - Slide

Groei
  • Groeifase begint als de allereerste kopers het product opnieuw gaan kopen.
  • Nieuwe kopers + herhalingskopers
  • Hoge kosten maar verkoop stijgt!
  • Winst begint.

Slide 7 - Slide

Volwassenheid
  • De markt groeit, maar gaat langzaam.
  • Kunnen kopieën op de markt komen. Concurrentie!
  • Alle klanten bereikt die je zou kunnen bereiken
  • Kosten dalen, verkoop is goed, winst!

Slide 8 - Slide

Verzadeging
  • Veel concurrentie
  • Iets minder verkoop
  • Veel acties
  • Kosten stabiel, omzet loopt iets terug en daarmee ook de winst
  • Start introductiefase nieuw product.

Slide 9 - Slide

Neergang
  • Niet best 
  • Verkoop loopt terug
  • Teveel nieuwe producten die goedkoper of nieuwer is
  • De vraag neemt af door technologische ontwikkelingen of veranderingen in mode en smaak van de klant
  • Winst daalt

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Adoptieproces
Met een nieuw product zit je dus in de introductiefase. Maar wie zijn dit? Wie zijn de mensen die als eerste een iPhone 12 kopen?


Adoptie = de beslissing van consumenten om een nieuw product te accepteren, door het aan te schaffen en te blijven gebruiken.

Slide 13 - Slide

Innovators
De trendsetters die als eersten een nieuw product zullen kopen

Slide 14 - Slide

Early Adopters
Gevoelig voor trends, volgen nieuwe ontwikkelingen op de markt en zullen meestal de innovators snel volgen.

Slide 15 - Slide

Early Majority
Gevoelig voor nieuwe ontwikkelingen, maar lopen zeker niet voorop als het gaat om accepteren van nieuwe producten.

Slide 16 - Slide

Late Majority
Niet echt gevoelig voor nieuwigheden

Slide 17 - Slide

Laggards
Zeer terughoudend als het gaat om nieuwe producten.

Slide 18 - Slide

Productlevenscyclus - Het verloop van de afzet van een bepaald product in de tijd

Slide 19 - Slide

Pauze
timer
10:00

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Welk product koop jij zonder bij na te denken?

Slide 22 - Open question

Voor welk product houd je eerst een onderzoek voordat je het koopt?

Slide 23 - Open question

Welke producten hebben wij altijd nodig?

Slide 24 - Open question

Assortiment

Slide 25 - Slide

Assortiment
  • Product niveau
  • Productgroep niveau
  • Assortimentsniveau

Slide 26 - Slide

Dimensies van een assortiment
  • Breedte
  • Diepte
  • Hoogte
  • Lengte
  • Consistentie

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Geef een voorbeeld van een merk en welk gevoel je er bij krijgt.

Slide 34 - Open question

Merk - Functies
  • Herkomst
Je ziet waar het vandaan komt
  • Onderscheiding
Je laat zien dat je anders bent dan andere producten op de markt
  • Emotional appeal
Merk roept een bepaalde emotie op
  • Kwaliteitsgarantie
Je verwacht een bepaalde kwaliteit
  • Wettelijke bescherming
Je eigen merk beschermen en zorgen dat andere het niet gebruiken

Slide 35 - Slide

Imago!
Toegevoegde waarde van een product en de manier waarop de mensen tegen een merk aankijken.

Slide 36 - Slide

Wat is belangrijk aan een logo?

Slide 37 - Open question

Logo!
  • Symbool of een beeldmerk
Belangrijk: herkenbaarheid!

  • Eisen logo
  1. Origineel 
  2. Herkenbaar
  3. Functioneel
  4. Duurzaam

Slide 38 - Slide

Logo: Up to date

Slide 39 - Slide

Merkbekendheid
Actieve of spontane merkbekendheid
- Merken die mensen noemen bij een bepaald product
- Het merk dat de mensen als eerst roepen
- Top of Mind product!
Passieve of geholpen merkenbekendheid
- bepaald merk opnoemen en vragen aan mensen of zij het kennen.

Slide 40 - Slide

Merkvoorkeur of Merktrouw
Merkvoorkeur
- Wanneer iemand vaak kiest voor een bepaald merk

Merktrouw
- Wanneer iemand dit product voor een langere tijd blijft koopt

Slide 41 - Slide

Soorten merk
  • Distribuantenmerk
  • Individuele merk
  • Fabrikantenmerk
  • Paraplumerk (familiemerk)
  • Fancy merk
  • Global merk
  • Kwaliteitsmerk

Slide 42 - Slide

Distribuantenmerk
Onafhankelijk opstellen van de fabrikant
- Merknaam
- Huismerknaam

Slide 43 - Slide

Individuele merk
Zelfde fabriek
Ieder deel van de markt apart een marketingbeleid opzetten

Slide 44 - Slide

Fabrikantenmerk
  • Een merk kan van een bepaalde fabrikant zijn
  • Op het product staat ook de naam van de fabrikant

Slide 45 - Slide

A-B-C Merk
A-Merk: Hoge verkrijgbaarheid - Duur - Landelijke reclame - 
Hoge bekendheid

B-Merk: Beperkte verkrijgbaarheid - Goedkoper - 
Geen landelijke reclame - lage bekendheid

C-Merk: Beperkte verkrijgbaarheid - Lage prijs - 
Geen landelijke reclame - Beperkte bekendheid

Slide 46 - Slide

Paraplumerk (Familliemerk)
Alle producten één merknaam. 

Slide 47 - Slide

Fancy merk
Een door een fabrikant of distribuant gekozen merknaam, vormgeving of verpakking voor een product dat slechts een beperkte tijd op de markt is en dat aansluit op toonaangevende trends.

Slide 48 - Slide

Globalmerk

Slide 49 - Slide

Kwaliteitsmerk
Merken waarvan je zeker weet dat ze een constante hoge kwaliteit hebben. Dat zijn meestal merken met een zeer sterk imago.

Slide 50 - Slide

Termen!
Line extensions:
 uitbereiding van de productgroep. Naast shampoo ook haar gel verkopen.
Trading up:
 Bij trading up wordt het assortiment verrijkt met een duurder product om de consument met een hoger inkomen aan te spreken. 
Trading down: 
Bij trading down wordt het assortiment verrijkt met een product met een lagere prijs om zo de consument met een lager inkomen aan te spreken.



Slide 51 - Slide

Termen! (2)
Brand extension: 
een al bestaand, sterk merk gebruikt om (a) een nieuw product te introduceren of (b) een zwakker merk een ‘boost’ te geven.
Join promotion: 
is een promotie opgezet door twee of meer merken waarbij een tijdelijk voordeel aan de consument wordt geboden.
Co-branding: 
is een marketingterm voor een voor de buitenwereld duidelijk herkenbare (al dan niet tijdelijke) samenwerking tussen verschillende merken. Bijv. Milka Oreo. McFlurry Twix


Slide 52 - Slide

Slide 53 - Slide