Argumenteren Lez4.1 en 4.2

Argumenteren

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Argumenteren

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Ik weet welke vormen van argumentatie er zijn.
Ik weet welke argumentatiestructuren er zijn. 
Ik begrijp de begrippen tegenargumentatie en weerlegging
Ik herken de signaalwoorden die horen bij argumentatie en tegenargumentatie

Slide 2 - Slide

vormen van argumenteren
  1. Enkelvoudige argumentatie
  2. Meervoudige argumentatie

Slide 3 - Slide

Bij enkelvoudige argumentatie onderbouw je je standpunt met één argument.

Slide 4 - Slide

Bij meervoudige argumentatie gebruik je meer dan één argument. Ieder argument is extra en staat los van de andere argumenten. Meervoudige argumentatie is de sterkste argumentatiestructuur.

Slide 5 - Slide

Bekijk het volgend filmpje 
Noteer de meervoudige argumenten

Tijd: 10 minuten

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Argumenten

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Slide

De argumentatie kun je in een blokjesschema zetten. Zie blz 96.


Signaalworden die horen bij standpunten:

ik vind, volgens ons, zij denkt dat, de schrijver is van mening dat, dus, daarom, kortom

Een argumentatie kun je in een blokjesschema zetten. Van boven naar beneden is 'want'. 

Van onder naar boven is 'dus', 


Signaalwoorden die horen bij een standpunt:

ik vind, volgens ons, zij denkt dat, de schrijver is van mening dat, onze conclusie is, dus, daarom, kortom.....


Signaalwoorden die horen bij een argument:

dat blijkt uit, immers, namelijk, omdat , de reden hiervoor is, want....


Slide 10 - Slide

Weerlegging

Een argument dat laat zien dat een argument zwak of onwaar is noemen we een weerlegging.

                                                                      Voorbeeld:

Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor). Maar de kans dat je huidkanker krijgt,, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen). Als je je echter genoeg insmeert met zonnebrandolie en niet te lang in de zon blijft,  is er niets aan de hand (weerlegging).

Slide 11 - Slide

Evaluatie van de les
Ik weet wat meervoudige argumentatie nu inhoudt.
Ik begrijp de begrippen tegenargumentatie en weerlegging
Ik herken de signaalwoorden die horen bij argumentatie en tegenargumentatie

Slide 12 - Slide

Wat snap je nog niet en zou je extra uitleg over willen hebben?

Slide 13 - Open question