1. Vat wat je hoort niet op als een persoonlijke aanval; zie het als een mogelijkheid om te leren.
2. Luister goed en ga niet in de verdediging; geen ‘ja, maar…’, je hoeft het niet eens te zijn met de ander.
3. Sta open voor de ander: stel open vragen, neem de tijd. Luister goed, zorgvuldig en actief (LSD=luisteren, samenvatten, doorvragen). Controleer of je de ander begrijpt.
4. Vertel eerlijk hoe je de feedback ervaart.
5. Vertel wat je wel of niet gaat veranderen en waarom; maak afspraken.
6. Bedank de ander voor zijn feedback.