Verdieping in DSM 5 Stoornissen

Verdieping in DSM 5 Stoornissen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Verdieping in DSM 5 Stoornissen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de belangrijkste kenmerken van DSM 5 stoornissen benoemen en herkennen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over de DSM 5? Schrijf op wat je te binnen schiet.

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

DSM 5 Stoornissen
De DSM 5 classificeert psychische stoornissen op basis van symptomen en gedrag.

De DSM-5 is opgesteld door wetenschappers en psychiaters om een poging te doen normaal van abnormaal te onderscheiden.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Soorten Stoornissen
Angststoornissen, stemmingsstoornissen, eetstoornissen, en persoonlijkheidsstoornissen zijn enkele voorbeelden.

In de DSM staan de criteria van de verschillende psychische stoornissen beschreven. Onder deze criteria vallen de aard, de ernst en de duur van de symptomen. Soms vormt de leeftijd van de zorgvrager ook een criterium.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Diagnose en Behandeling
Een juiste diagnose is essentieel voor het opstellen van een effectief behandelplan.
Als verpleegkundige is het handig om de psychische functies te kennen om gericht te kunnen observeren en rapporteren. 

cognitieve functies: bewustzijn, aandacht, oriëntatie, waarneming, denken, geheugen.
affectieve functies: emoties, stemming.
conatieve functies: psychomotoriek, motivatie, gericht gedrag

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Symptomen en kenmerken
Symptomen variëren afhankelijk van het type stoornis, maar kunnen gedragsmatig, emotioneel of cognitief (verwerken van informatie) zijn.
 
https://inloggen.learnbeat.nl/activities/show/28217193/2303992 

We doorlopen samen de lijst van stoornissen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Risicofactoren
Genetica, omgevingsinvloeden en levenservaringen kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van stoornissen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Nadelen van de DSM- 5
De kracht van de DSM is dat we in de psychiatrie nu één taal spreken en daarom goed wetenschappelijk onderzoek kunnen doen. Zo weten we nu beter welke interventies bij welke diagnoses werken. De zwakte van de DSM is het feit dat een classificatiesysteem zich via onderzoek baseert op grote groepen zorgvragers. De individuele zorgvrager heeft veel meer nodig dan alleen een psychiatrische DSM-diagnose. Daarnaast weten we helaas nog niet goed hoe psychiatrische diagnoses precies ontstaan, waardoor critici liever een ander of zelfs geen classificatiesysteem zouden zien.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Rol van de Verpleegkundige
Een psychiatrisch verpleegkundige is gespecialiseerd in de psychiatrie en begeleidt mensen met psychische problemen. 
Verplegen:  Dit kan variëren van het toedienen van medicatie tot het monitoren van vitale functies, verzorgen van wonden
Begeleiden: Ze helpen patiënten bij het omgaan met hun psychische problemen, zodat ze weer zelfstandig kunnen leven. Dit omvat het aanleren van copingmechanismen en het bevorderen van zelfredzaamheid.
Observeren: Ze houden de patiënten nauwlettend in de gaten en signaleren veranderingen in gedrag, emoties of fysieke gezondheid.
Samenwerken: Ze werken samen met artsen, psychiaters en andere zorgverleners om een holistische benadering te bieden voor de behandeling van psychiatrische aandoeningen.


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Open Learnbeat
Lees de theorie over psychopathologie 
en maak de vragen t/m vraag 12

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.