H1 herhalen voortgangstoets

Voortgangstoets Spaarneweek 2

  • H1 – Getallen
  • H6 – Vergroten
  • H12 – Statistiek
  • Werkboekje – Formules, grafieken, vergelijkingen



1 / 17
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Voortgangstoets Spaarneweek 2

  • H1 – Getallen
  • H6 – Vergroten
  • H12 – Statistiek
  • Werkboekje – Formules, grafieken, vergelijkingen



Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 1 - Getallen
Vandaag:
  • Delers, veelvouden, even en oneven
  • Negatieve getallen
  • Kwadraten en wortels
  • Volgorde van berekenen




Slide 2 - Slide

Begrippen 1
Geheel getal     = getal zonder komma
Deelbaar            = als je na een deling op een geheel getal uitkomt
Deler                    = het getal waar je door deelt
Veelvoud            = het aantal x een getal
Even getal         = deelbaar door 2
Oneven getal   = niet deelbaar door 2





Slide 3 - Slide

Wat is een deler van 8?
A
0,8
B
16
C
2
D
80

Slide 4 - Quiz

Wat is een veelvoud van 3?
A
0,3
B
1
C
13
D
90

Slide 5 - Quiz

Oneven getallen
Even getallen
71
12
32
3
9
14
44
17

Slide 6 - Drag question

Bij vermenigvuldigen geldt:


Positief x positief = positief
Positief x negatief = negatief
Negatief x positief = negatief
Negatief x negatief = positief

3 x -2 = -6
Bij delen geldt:

Positief : positief = positief
Positief : negatief = negatief
Negatief : positief = negatief
Negatief : negatief = positief

12 : -2 = -6




Slide 7 - Slide

Wat is de uitkomst?

3 x -9 = ......
A
27
B
-27
C
12
D
-6

Slide 8 - Quiz

Wat is de uitkomst?

-30 : -5 = ......
A
6
B
-6
C
25
D
-35

Slide 9 - Quiz

Maak de som compleet:
3 x ...... = -18

Slide 10 - Open question

Begrippen 2
Kwadraat                = getal keer zichzelf
Kwadraat van 4 🡪 4 x 4 = 16
Kwadraat van -7 🡪 -7 x -7 = 49

Wortel                     = tegenovergestelde van kwadraat
bijvoorbeeld √36 = 6, want 6 x 6 = 36



Slide 11 - Slide

Wat is het kwadraat van 8?
A
16
B
64
C
4
D
80

Slide 12 - Quiz

Wat is het kwadraat van -5?
A
10
B
-10
C
25
D
-25

Slide 13 - Quiz

Wat is de wortel van 100?
A
10
B
2
C
50
D
1

Slide 14 - Quiz

Volgorde van berekenen
  1. Haakjes
  2. Wortels en kwadraten
  3. Delen en vermenigvuldigen
  4. Optellen en aftrekken

Belangrijk! Alle tussenstappen opschrijven




Slide 15 - Slide

Werk uit in je schrift:

Slide 16 - Open question

Begrippen hoofstuk 1
Geheel getal            = getal zonder komma
Deelbaar                   = als je na een deling op een geheel getal uitkomt
Deler                          = het getal waar je door deelt
Veelvoud                 = het aantal x een getal
Even getal              = deelbaar door 2
Oneven geta       = niet deelbaar door 2
Kwadraat                = getal keer zichzelf
Wortel                     = tegenovergestelde van kwadraat

Leer de begrippen uit je hoofd!
Bijvoorbeeld met flashcards

Slide 17 - Slide