This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
5 Bewegen
Slide 1 - Slide
Wat weet je al over beweging?
Slide 2 - Slide
Tijdens het fietsen kun je versnellen of vertragen. Welke opmerkingen zijn waar?
A
Als je versnelt, ga je steeds langzamer bewegen
B
Als je vertraagt, ga je steeds langzamer bewegen
C
Als je versnelt, ga je steeds sneller bewegen
D
Als je vertraagt, ga je steeds sneller bewegen
Slide 3 - Quiz
Waarom gebeuren op besneeuwde en gladde wegen meer ongelukken dan op droge wegen?
A
Banden hebben meer grip op gladde wegen. Bij het remmen glijd je dan minder ver door.
B
Banden hebben minder grip op gladde wegen. Bij het remmen glijd je dan verder door.
C
Banden hebben minder grip op gladde wegen. Bij het remmen glijd je dan minder ver door.
Slide 4 - Quiz
Op de weg naar school fiets je met een snelheid van 18 kilometer per uur. Wat betekent dat?
A
Dat je er een minuut over doet om 18 kilometer te fietsen
B
Dat je er een uur voer doet om 18 kilometer te fietsen
C
Dat je er een seconde over doet om 18 kilometer te fietsen
Slide 5 - Quiz
Op vakantie maak je een lange fietstocht van 30 kilometer. Je fietst met een snelheid van 15 kilometer per uur. Hoe lang doe je erover?
A
een half uur
B
twee uur
C
één uur
D
vier uur
Slide 6 - Quiz
5.1: bewegingen vastleggen
Er zijn verschillende manieren om beweging vast te leggen. Dat kan bijvoorbeeld door een filmpje te maken.
In de natuurkunde gebruiken we verschillende methodes hiervoor, daar gaan we het over hebben in paragraaf 5.1
Slide 7 - Slide
De leerdoelen van 5.1: Bewegingen vastleggen
Je kunt uitleggen wat je op een stroboscopische foto ziet en hoe je zo’n foto maakt.
2. Je kunt benoemen welke twee dingen je moet weten om uit een stroboscopische foto de gegevens voor een afstand-tijddiagram te halen.
3. Je kunt een afstand-tijdtabel invullen.
4. Je kunt op een afstand-tijddiagram bij een tijdstip de bijbehorende afstand aflezen, en omgekeerd.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Stroboscopische foto
Slide 10 - Slide
Stroboscopische foto
Met een stroboscopische foto kun je een beweging in één afbeelding vastleggen. Dit doen ze als volgt: In een compleet donkere kamer laten ze een object bewegen.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Video
Stroboscobische foto, wat moet je onthouden?
1. De foto wordt gemaakt door een stroboscooplamp
2. De stroboscooplamp geeft een kort lichtflits
3. De tijd tussen de lichtflitsen is altijd even lang
Slide 14 - Slide
Een afstand-tijdtabel van een stroboscopische foto, wat moet je onthouden?
1. De afstand weet je door de foto langs een meetlat te houden
2. De tijd weet je, omdat je de tijd tussen de lichtflitsen weet.
Slide 15 - Slide
Voorbeeld
Hier zie je een voorbeeld van een stroboscopische foto
Gegeven: de tijd tussen de flitsen is altijd 0,5 seconden
Slide 16 - Slide
Voorbeeld
Hier zie je een voorbeeld van een stroboscopische foto
Gegeven: de tijd tussen de flitsen is altijd 0,5 seconden
We meten de afstand door naar de voorkant van de bal te kijken
I
I
I
Slide 17 - Slide
Eerste stap van een afstand-tijdtabel maken: de tijd invullen
Er is gegeven dat er elke 0,5
seconden en flits is, daarom
ziet de afstand-tijdtabel er als
volgt uit:
Slide 18 - Slide
Hoeveel afstand heeft de bal afgelegd bij C?
I
A
1 cm
B
10 cm
C
100 cm
D
1 m
Slide 19 - Quiz
Hoeveel afstand heeft de bal afgelegd bij D?
I
A
2,2 cm
B
22 cm
C
220 cm
D
2,2 m
Slide 20 - Quiz
Tweede stap van een afstand-tijdtabel maken: de afstand invullen
Vul de afstand in cm in die de
bal afgelegd heeft voor
A t/m G
Slide 21 - Slide
Van een afstand-tijdtabel naar een afstand-tijdgrafiek
Een afstand-tijdgrafiek maak je aan de hand van de tabel die je eerst maakt.
1. Teken een assenstelsel en zet tijd langs de horzontale en afstand langs de verticale as
2. Teken de gegevens uit de tabel als punten in
3. Trek een vloeiende lijn door de punten heen
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Opdrachten maken
Wat: lees paragraaf 5.1 en maak de opdrachten in je werkboek
Hoe: helemaal stil! muziek mag in!
Hulp: Geen
Tijd: .......minuten lang
Huiswerk: opgave 1 tm 12 van paragraaf 5.1
Klaar?: ga verder met 5.2
Slide 24 - Slide
De leerdoelen van 5.1: Bewegingen vastleggen
Je kunt uitleggen wat je op een stroboscopische foto ziet en hoe je zo’n foto maakt.
2. Je kunt benoemen welke twee dingen je moet weten om uit een stroboscopische foto de gegevens voor een afstand-tijddiagram te halen.
3. Je kunt een afstand-tijdtabel invullen.
4. Je kunt op een afstand-tijddiagram bij een tijdstip de bijbehorende afstand aflezen, en omgekeerd.