B&L 2.5 Evalueren (herhaling)

• Bewegingsonderwijs
• MBO
• Studiejaar 2

Evalueren

Sportleider als lesgever

Leereenheid 10 

Wat versta je onder evalueren?

Evaluatie en plaats in het didactisch model

• Evalueren: Het verzamelen, verwerken en interpreteren van informatie met de bedoeling oordelen te vormen over de kwaliteit, het verloop en de resultaten van de les. 

Didactisch model

Een pijl naar doelstellingen:

• Zijn de doelstellingen behaald?
• Moet je de doelstellingen bijstellen?

Een pijl naar beginsituatie:

• Was de beginsituatie goed ingeschat?
• Wat is d nieuwe beginsituatie

Een pijl gaat naar les/training?

• Hoe verliep de les/training

Functies van evalueren

1. Verbeteren volgende les
2. Bijstellen doelstellingen
3. Beoordelen en selecteren
4. Input voor begeleiding
5. Reflectie eigen functioneren 
6. Verantwoording

PDCA

Lesgeven is een continuproces

Product evaluatie

Alleen kijken naar het resultaat van de les

• Kwantitatieve product evaluatie (vb. schaatsen, zwemmen)
• Kwalitatieve product evaluatie (vb. jurysporten, turnen)

Procesevaluatie

Je kijkt als lesgever naar de manier waarop het resultaat tot stand is gekomen. 

Procesevaluatie = Evaluatie van het lesverloop van de didactische componenten

• Beginsituatie
• Lesopbouw
• Organisatie
• Bewegingsvormen
• didactische werkvormen

Welke evaluatie methode is geschikt voor een product evaluatie?

1. Groepsgesprek
2. Individuele gesprekken
3. Prestatie proeve
4. Evaluatie formulier

Welke evaluatie methode is geschikt voor een proces evaluatie?

1. Circuit
2. Individuele gesprekken
3. Prestatie proeve
4. Wedstrijd

Beoordelingsinstrumenten

• Vaardigheidstests
• Kwantitatieve motorische test

Afstand bij speerwerken, hoogte bij hoogspringen

• Kwalitatieve motorische test

Uitvoering van de handstandoverslag

• Vragenlijstmethoden

Meten van gevoelens d.m.v. vragen op te stellen

• Observatiemethoden

Checklist b.v. beoordeling B&L praktijk

Evalueren op het format

1. De beginsituatie

• Heb ik de beginsituatie goed ingeschat?
• Heb ik voldoende gegevens over de beginsituatie verzameld
• Heb ik voldoende rekening gehouden met bijzondere omstandigheden

2. De lesopbouw

• Heb ik de juiste lesindeling gekozen?
• Hoe verliepen de afzonderlijke lessen?
• Heb ik de diverse lesdelen goed op elkaar afgestemd?

3. De organisatie

• Was de les veilig, doelmatig en intensief?
• Heb ik de juiste opstellingen gebruikt?
• Heb ik de juiste groepjes gemaakt?
• Heb ik de juiste organisatievormen gebruikt? 
• Heb ik bij het veranderen van opstellingen de zes W's gebruikt? 
• Heb ik de organisatorische differentiatie toegepast?

4. De bewegingsvormen

• Voldeden de bewegingsvormen aan de gestelde eisen?
• Heb ik de bewegingsvormen methodisch goed opgebouwd?
• Waren er voldoende mogelijkheden voor differentiatie?

5. De didactische werkvormen

• Heb ik de juiste didactische werkvormen gebruikt?
• Hebben de didactische werkvormen tot het gewenste leergedrag bij de SB-deelnemers geleid?

Noem het belang van evalueren

Op welke momenten kun je evalueren?

Wat is een voorbeeld van kwalitatieve product evaluatie?

1. Evaluatie over de doelstelling van het trainingsdoel
2. Evaluatie over de kwaliteit van de techniek
3. Evaluatie van de lesopbouw
4. Evaluatie van de hoeveelheid, of de doelstelling is gehaald met aantallen

Beschrijf hoe de PDCA cyclus in zijn werk gaat tijdens jouw les:

Waar kun je de evaluatie vinden?

1. Team 9SB3AB
2. Kanaal begeleiden en lesgeven  
3. Hulpmiddelen 
4. Proces product evaluatie B&L

Wanneer moet je de evaluatie hebben ingeleverd?