Kringloop van water
1 / 23
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Welke drie vormen 'water' kennen we?
Slide 3 - Open question
Verreweg het meeste zoete water op aarde is bevroren
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Wat is een ander woord voor onverzadigde grond?
Slide 5 - Open question
Bespreken opdracht 4 van 4.1
Noteer hier het antwoord op 4c
Noteer hier het antwoord op 4c
Slide 6 - Open question
Bespreken opdracht 4 van 4.1
Noteer hier het antwoord op 4d
Noteer hier het antwoord op 4d
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Wat bepaalt hoe dicht de moleculen tegen elkaar aan zitten?
A
De snelheid waarmee het water beweegt
B
De temperatuur van het water.
C
De dikte van het water.
D
De vorm van het water.
Slide 16 - Quiz
Bij welke vorm zitten de moleculen het dichtste tegen elkaar?
A
ijs
B
Vloeibaar water
C
Gas
Slide 17 - Quiz
Vul het juiste woord in!
Wanneer waterdamp afkoelt dan ...?.. de waterdamp tot water.
Wanneer waterdamp afkoelt dan ...?.. de waterdamp tot water.
A
Stolt
B
Bevriest
C
Condensteert
D
Verdampt
Slide 18 - Quiz
De overgang van vloeibaar naar vast noemen we ook wel....?
A
Verdampen
B
Bevriezen
C
Condenseren
D
Stollen
