2H6 do 9 juni 2022

blz. 119
  • Kies een blokje tekst uit 
  • 1. onderstreep de ww op -er met pen
  • 2. zet een cirkel om bijvoeglijk naamwoorden
  • 3. onderstreep vormen van pouvoir/vouloir met potlood
  • 4. zet een vierkant om vormen van être/avoir
  • 5. zet een kringeltje onder het aanwijzend voornaamwoord (ce)



timer
15:00
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

blz. 119
  • Kies een blokje tekst uit 
  • 1. onderstreep de ww op -er met pen
  • 2. zet een cirkel om bijvoeglijk naamwoorden
  • 3. onderstreep vormen van pouvoir/vouloir met potlood
  • 4. zet een vierkant om vormen van être/avoir
  • 5. zet een kringeltje onder het aanwijzend voornaamwoord (ce)



timer
15:00

Slide 1 - Slide

  • Wissel je boek uit met degene die naast je zit
  • Controleer of hij zij dit heeft gedaan, anders zelf aanvullen:

1. onderstreep de ww op -er met pen
2. zet een cirkel om bijvoeglijk naamwoorden
3. onderstreep vormen van pouvoir/vouloir met potlood
4. zet een vierkant om vormen van être/avoir
5. zet een kringeltje onder het aanwijzend voornaamwoord (ce)

Slide 2 - Slide

Schrijf je vragen over de toetsstof op.
Morgen laatste kans om vragen te stellen!
Inhoud toets:
  • Chapitre 3 voca ABEF
  • Chapitre 3 phrases-clés CG
  • Chapitre 3 grammaire D (aanwijzend voornaamwoord ce) & H (vouloir/pouvoir)
  • Chapitre 2 grammaire D (bijvoeglijk naamwoord) & H (ww op -er)
  • Chapitre 1 grammaire D (passé composé) & D (bezittelijk voornaamwoord)

Leer alles F-N & N-F

Slide 3 - Slide

de Bezittelijke Voornaamwoorden enkelvoud
Maak de juiste combinaties.
MIJN
JOUW
ZIJN/HAAR
  mon
 ton
  son
  ta
  tes
  mes
  ses
   ma
  sa

Slide 4 - Drag question

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
les livres 
ma 
mon
mes
ton
ta
tes

Slide 5 - Drag question

Sleep de bezittelijk voornaamwoorden naar de juiste vertaling
ONS/ONZE
JULLIE / UW
HUN
    nos
  votre
   leur
   notre
      vos
    leurs

Slide 6 - Drag question

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
un frère
ma
mon
mes
ton
ta
tes

Slide 7 - Drag question

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
une piscine
ma 
mon
mes
ton
ta
tes

Slide 8 - Drag question

1 une question difficles

2 Ce gâteau est bon.

3 Je vois des filles françaises.

4 La voiture est noir.

5 Les actrices sont amusantes..

6 J'ai eu une mauvais note.

7 On a un chien gentille.
VORM van het bijvoeglijk naamwoord : Is de zin goed of fout? Sleep de ster achter de zin naar het goede vak.

Slide 9 - Drag question

1 C'est un appartement joli

2 Ses premiers chansons sont en anglais.

3 C'est un confortable hôtel.

4 Tu as une bonne idée.

5 Ici, il y a des sympas profs.

6 Elle est une jalouse fille. 

7 J'ai une petite soeur.
PLAATS van het bijvoeglijk naamwoord : Is de zin goed of fout? Sleep de ster achter de zin naar het goede vak.

Slide 10 - Drag question

1 Il y a deux _____________ garçons _____________ dans la classe.        -->  

2 Vous arrivez dans une _____________ zone _____________ .                -->             

3 J'ai reçu un _____________ cadeau _____________ de ma copine.     -->  

4 Ce sont des pulls pour des _____________ hommes ____________.  -->  

5 Tu préfères les _____________ robes _____________?                             -->  

6 Fabienne est une _____________ fille _____________.                            -->  

Plaats van het bijvoeglijk naamwoord : Voor of achter? Sleep het woord achter de zin naar de goed plek.
nouveaux
dangereuse
petit
vieux
bleues
belle

Slide 11 - Drag question

  • Ga in een hoek staan
  • Je ziet zo welk "antwoord" bij jouw hoek hoort
  • Je gaat uitleggen of dit wel of niet klopt
  • Je ziet de vraag erna op het bord

Slide 12 - Slide

peux
Bord
peut
pouvons
peuvent

Slide 13 - Slide

peux
Bord
peut
pouvons
peuvent
Nous .....

Slide 14 - Slide

ce
Bord
cet
cette
ces

Slide 15 - Slide

ce
Bord
cet
cette
ces
Elle voit ... filles.

Slide 16 - Slide

regarde
Bord
regardes
regardons
regardez

Slide 17 - Slide

je regarde
Bord
tu regardes
nous regardons
vous regardez
(u kijkt) ... la télé

Slide 18 - Slide

il
Bord
je
nous
on

Slide 19 - Slide

il
Bord
je
nous
on
Hugo est sympa. -->
... est sympa

Slide 20 - Slide

peux
Bord
peut
veux
veut

Slide 21 - Slide

peux
Bord
peut
veux
veut
Ik wil dansen. =
Je ... danser.

Slide 22 - Slide

ce
Bord
cet
cette
ces

Slide 23 - Slide

ce
Bord
cet
cette
ces
Elle parle avec ... homme.

Slide 24 - Slide

Schrijf je vragen over de toetsstof op.
Morgen laatste kans om vragen te stellen!
Inhoud toets:
  • Chapitre 3 voca ABEF
  • Chapitre 3 phrases-clés CG
  • Chapitre 3 grammaire D (aanwijzend voornaamwoord ce) & H (vouloir/pouvoir)
  • Chapitre 2 grammaire D (bijvoeglijk naamwoord) & H (ww op -er)
  • Chapitre 1 grammaire D (passé composé) & H (bezittelijk voornaamwoord)

Leer alles F-N & N-F

Slide 25 - Slide