- Je kunt een lijst met vragen over jezelf invullen.
- Je kunt eenvoudige zinnen opschrijven over jezelf en iemand anders. - Je leert de Past Simple te gebruiken + to be / have got.
Slide 3 - Slide
Words
Are all about relationships. Take page 45 in front of you.
Slide 4 - Slide
Present Simple = heden
Als je wilt zeggen dat iets regelmatig, altijd of nooit gebeurt in de tegenwoordige tijd. Woordjes die vaak in de zin staan; always, never, usually, sometimes, every day, every year, etc.
Slide 5 - Slide
To be
Slide 6 - Slide
Have got
Slide 7 - Slide
Present Simple - gewone zinnen
+ I you we you they = hele ww She he it = SHIT = hele ww + -s
I walk to school. She walks to school.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Let's make some exercises!
- Exercise 1 to 12 by yourself. GT: + 13 + 14
Homework: - Exercises 1 to 12. - Words of lesson 4 in your notebook
