BK 1.7 en TH 1.5: Allemaal anders

Allemaal anders

1 / 20

Slide 1: Slide

BiologieMiddelbare schoolvmbo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides.

Lesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Allemaal anders

Slide 1 - Slide

Vorige les

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

Je kunt aanpassingen bij planten beschrijven.

Je kunt aanpassingen bij dieren beschrijven.

Slide 3 - Slide

Dieren en planten moeten zich voeden, verdedigen en voortbewegen. Dat doet elke soort op zijn eigen manier.

Slide 4 - Slide

Aanpassingen

Alle organismen hebben aanpassingen aan hun leefwijze en hun leefomgeving. Zoals ademhalen, bewegen, voeden, verdedigen en voortplanten.

Slide 5 - Slide

Leefomgeving

Dieren die in het water leven hebben aanpassingen om het mogelijk te maken om in het water te leven.

Bv. vissen hebben kieuwen om te kunnen ademen en vinnen om zich rechtop te houden in het water.

Ook de lichaamsvorm is hierop aangepast, dit noem je gestroomlijnd.

Slide 6 - Slide

Waterplanten

Waterplanten hebben weinig stevige delen. Ze groeien meestal in de bovenste laag van het water, omdat ze licht nodig hebben voor fotosynthese.

Slide 7 - Slide

Uitdroging

Planten op het land moeten zich beschermen tegen uitdroging.

Hiervoor hebben landplanten aanpassingen, zoals kleine , dikke bladeren kunnen vocht vasthouden.

Slide 8 - Slide

Voeden

De snavels van vogels hebben aanpassingen aan het voedsel wat de vogel eet. Je hebt de volgende soorten snavels:

kegelsnavel
pincetsnavel
haaksnavel
priemsnavel
zeefsnavel

Slide 9 - Slide

Kegelsnavel

Korte snavel die veel kracht kan zetten en daardoor geschikt is om zaden mee te eten

Slide 10 - Slide

Pincetsnavel

Puntige snavel om insecten mee te vangen.

Slide 11 - Slide

Haaksnavel

Scherpe snavel die geschikt is om een prooi mee kapot te scheuren.

Slide 12 - Slide

Priemsnavel

Snavel waarmee diep in een natte bodem geprikt kan worden.

Slide 13 - Slide

Zeefsnavel

Snavel waarmee water langs een zeef geperst wordt, waardoor voedsel in de bek blijft zitten.

Slide 14 - Slide

Andere dieren

Vele dieren hebben aanpassingen, bijvoorbeeld de eekhoorn heeft vlijmscherpe tanden. Hierdoor kunnen ze noten en zaden kapot maken en eten.

Slide 15 - Slide

Voortbewegen

Zoolgangers: dieren die op de hele zool lopen, bv. beren.
Teengangers: dieren die op hun tenen lopen. Bv. katten
Topgangers: dieren die op de toppen van hun tenen lopen. Bv. paarden

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Verdedigen

De meeste organismen hebben aanpassingen om zich te verdedigen tegen vijanden.

Sommige dieren verdedigen zich met stekels, bv. een egel.

Andere dieren beschermen zichzelf d.m.v. een schutkleur.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Aan het werk

Jullie gaan lezen en maken paragraaf:

TH: 1.5

BK: 1.7

Heb je dit klaar dan gaan jullie de samenhang en afsluiting maken!

Slide 20 - Slide

BK 1.7 en TH 1.5: Allemaal anders

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

More lessons like this

Allemaal anders

Les 1.6 Allemaal anders

Les 1.5 Allemaal anders

Les 1.5.1 Allemaal anders

§ 1.6 Allemaal anders

1A M&N 1.5 allemaal anders

1.5 Allemaal anders

1.5 of 1.6 Allemaal anders