Oefening stijlfiguren

Stijlfiguren en beeldspraak oefenen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Stijlfiguren en beeldspraak oefenen

Slide 1 - Slide

Vorige lessen

... heb je kennis gemaakt met beeldspraak en stijlfiguren, zodat je ze kunt herkennen en benoemen. 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

  • Herhalen van de stijlfiguren en beeldspraak.
  • Oefenen met stijlfiguren en beeldspraak in LessonUp.
  • Oefenen met stijlfiguren en beeldspraak in gedichten.

Slide 3 - Slide

Wat zijn een stijlfiguren?
Bewuste afwijkingen van de 'gewone manier' van zeggen.

Functie van stijlfiguren:
  • Teksten stijlvoller, mooier en aantrekkelijker maken
  • Nadruk leggen op iets
  • Spanning, verrassing, verbazing wekken

Slide 4 - Slide

 Stijlfiguren tegenstelling

Antithese (tegenstelling): tegengestelde dingen worden gecombineerd.
In de stilte hoorde je het geschreeuw. 

Paradox: Er lijkt in eerste instantie sprake van een tegenstelling, maar dat is toch niet echt zo als je er goed over nadenkt:
Kalm aan en rap een beetje! 
Hoe meer ik weet, hoe meer ik vergeet.









Slide 5 - Slide

Stijlfiguren lezer aanspreken
Retorische vraag: Een vraag waar je geen antwoord op verwacht. Je wilt zorgen dat de lezer zich aangesproken voelt!
- Echt blokken voor de toetsweek; welke leerling doet dat nog? 
- Ben je nu helemaal gek geworden?!









Slide 6 - Slide

Stijlfiguren overdrijven/afzwakken
Hyperbool (overdrijving): Je overdrijft iets. 
We hebben ons dood gelachen. 
Ik sta al eeuwen op je te wachten.

Understatement: Iets afzwakken om juist te benadrukken hoe groot of erg het is. Vaak humoristisch effect:
Messi kan een aardig balletje trappen met zijn 821 goals als profvoetballer.









Slide 7 - Slide

Stijlfiguren herhalen en opsommen
Repetitio (herhaling): Je gebruikt twee keer hetzelfde woord om iets te benadrukken. Ik vind haar wel leuk, maar niet leuk leuk.
Enumeratio (opsomming): Verschillende zaken opsommen om een sterker effect te krijgen.
Ik hou van lekker eten: pizza, pasta, poffertjes, patat of pannenkoeken!
Drieslag: Een opsomming met drie (vaste) elementen
Door dat griepje voelt hij zich ziek, zwak en misselijk.









Slide 8 - Slide

Welk stijlfiguur herken je?
Ja, vandaag weet ik het zeker, ik was gister te fel
A
antithese
B
repetitio
C
enumeratio
D
paradox

Slide 9 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je?
Ja, vanavond gaan we dansen, we gaan door tot na april
A
antithese
B
hyperbool
C
enumeratio
D
paradox

Slide 10 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je?
Als ik rondjes draai in mijn hoofd
Ik te lang op mijn tenen loop
Zelfs mijn moeder niet meer geloof

A
drieslag
B
hyperbool
C
enumeratio
D
paradox

Slide 11 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je?
Dan doe ik het
Dan doe ik het

A
drieslag
B
hyperbool
C
enumeratio
D
repetitio

Slide 12 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je?
Ik erger me dood aan hem.
A
repetitio
B
enumeratio
C
hyperbool
D
paradox

Slide 13 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je?
Ik had een twee voor mijn proefwerk, ik had dus wel wat foutjes gemaakt.
A
hyperbool
B
paradox
C
understatement
D
antithese

Slide 14 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je?
Ik krijg haar niet uit mijn hoofd
Echte liefde is te koop
A
hyperbool
B
paradox
C
understatement
D
antithese

Slide 15 - Quiz

Beeldspraak en (aanwezige/weggelaten) elementen
  • Zuivere metafoor (alleen beeld): Hij heeft een hondenleven (hij heeft een slecht leven). Dat arme schaap trilde toen de juf kwaad werd (een klein, zielig kind).
  • Personificatie (menselijke eigenschappen aan niet-mensen) De maan kijkt op ons neer.
  • Synesthesie (combi van 2 zintuigelijke waarnemingen) Ze had een scherpe stem (voelen - horen).

Slide 16 - Slide

Opdracht: beeldspraak herkennen
Bekijk het gedicht hiernaast.
Over delen van dit gedicht volgen zo quizvragen.
Bedenk vast welke beeldspraak je herkent.

Slide 17 - Slide

Elke ochtend zodra ik mijn ogen
open, ontwaakt de realiteit
A
synesthesie
B
personificatie
C
zuivere metafoor
D
symbool

Slide 18 - Quiz

Er stroomt al snel een rivier
van gedachten door mijn hoofd
A
synesthesie
B
personificatie
C
zuivere metafoor
D
symbool

Slide 19 - Quiz

Ik verlang naar de slaap waarin mijn
lichaam time-out ligt onder een
A
synesthesie
B
personificatie
C
zuivere metafoor
D
symbool

Slide 20 - Quiz

warme deken en mijn hoofd rust
als een vogel in zijn nest
A
metafoor
B
personificatie
C
zuivere metafoor
D
symbool

Slide 21 - Quiz

wakker worden is geen simpel feit
wanneer de dag vroeg op je jaagt
A
metafoor
B
personificatie
C
zuivere metafoor
D
symbool

Slide 22 - Quiz

de ochtend: het licht bezet de ruimte
A
metafoor
B
personificatie
C
zuivere metafoor
D
symbool

Slide 23 - Quiz

jouw woorden steken in mijn hart
A
metafoor
B
personificatie
C
zuivere metafoor
D
synesthesie

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Video