Les 12 mei

• NT2
• Middelbare school
• HBO
• Leerjaar 1

Les 12 mei

Huiswerk voor 12 mei

Hoofdstuk 15 

- Lezen 15.4 Demonstratief pronomen - zelfstandig

- Maken opdracht 4 blz. 213

Nieuwe woorden:

Grappig

Grapje

veerpont

koets

tandem

pantoffels

sloffen

ik heb nog nooit gekampeerd

Kinderen voor kinderen = leuke muziek voor kinderen

Demonstratief pronomen - zelfstandig 

Die	Dat
de-woorden: 1 de telefoon - die telefoon Waar is de telefoon? Die ligt op tafel. 2 de trein - die trein Hoe laat vertrekt de trein? Die vertrekt over 10 minuten!	het-woorden: 1 het boek - dat boek Waar is het boek? Dat ligt hier. Waar is het kaartje? Dat heb ik hier! 2 Wat een mooi landschap! Dat is zeker mooi!
personen: Waar is de directeur? Die zit in vergadering.	hele zin: Je hebt toch wel het licht uitgedaan hè! Ja dat heb ik gedaan.

15.5 blz. 214

Dit is (singular)/ Dit zijn (plurial)

Dit is mijn man/ Dit zijn mijn kinderen

Dat is (singular)/ Dat zijn (plurial)

Dat is mijn man/ Dat zijn mijn kinderen

Geef antwoord op deze vragen:

(Begin met dat of die)

1 Waar wonen je ouders? Die wonen in ................................

2 Hoe heet jouw hond? Hoe heten jouw honden?  Die ................ 

3 Wat is dat? Dat is mijn telefoon.

4 Waar zijn jouw kinderen?              Die zijn naar de kinderboerderij

Ik neem koffie ......... melk.
Zwarte koffie vind ik lekkerder.

1. met
2. zonder
3. en
4. op

Ik spreek geen Italiaans, maar mijn vriend......... Hij heeft een cursus gedaan.

Hoe laat ben je op het station? Ik kom je met de auto ..............

1. brengen
2. geven
3. halen
4. krijgen

Ik woon nu hier, maar ................jaar woonde ik nog in Athene.

De huizen hier zijn echt ................. dan in Oostenrijk. Ze zijn veel kleiner.

1. beter
2. verschillend
3. groter
4. anders

Ik was een beetje laat, maar ............was de trein nog niet vertrokken.

We hebben geen tuin, maar wel een ........ op de eerste verdieping

1. badkamer
2. keuken
3. balkon
4. zolder

De film begint om half negen.........
Na die tijd mag je niet meer naar binnen!

1. later
2. precies

15.6 Een mooie reisherinnering blz. 218

- Samen lezen 

- Tijden van de werkwoorden onderstrepen

- Welke tijd komt het vaakst voor in de tekst?

 

Huiswerk voor 18 mei

Opdracht 6 en 13

Opdracht 10 bladzijde 217 

woordwolk

Bereid deze opdracht met je buurvrouw(en) voor

(Prepare this exerice with your neighbour)

Maak zinnen met alle woorden

Gebruik elk woord

De volgende les bespreken we deze zinnen.