4.1 Mondiale patronen: welvaart en welzijn

4 Herhaling domein Wereld
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

4 Herhaling domein Wereld

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

4.1 
Mondiale patronen: Welvaart en welzijn





herhaling 4h h1 (§5&6)

Slide 3 - Slide

Lesdoel


  1.  Ontwikkeling kunnen meten op drie manieren
  2.  Centrum - periferie verhouding begrijpen
  3.  Verschuiving in de internationale arbeidsverdeling kunnen verklaren

Slide 4 - Slide

Noord-Zuid verdeling

Slide 5 - Slide

Wereldsysteem

Slide 6 - Slide

Waar in het wereldsysteem bevindt dit land zich?
A
Centrum
B
Semi-periferie
C
Periferie

Slide 7 - Quiz

Meten ontwikkeling

Slide 8 - Mind map

Meten van ontwikkeling:
  • BNP per inwoner
  • Samenstelling beroepsbevolking
  • VN-index/welzijnsindex/HDI

eventueel:
toegang tot basisbehoeften, 

Slide 9 - Slide

BNP
  • BNP= alle inkomsten van een land (inwoners en bedrijven)
  • BBP= alle productie van een land (zonder buitenlandse inkomsten)

  • per hoofd/per inwoner

Slide 10 - Slide

Welke problemen kent het BNP?

Slide 11 - Open question

Problemen:
  • verschil in koopkracht           -> koopkracht pariteit
  • informele sector ontbreekt -> nationale statistieken                                                                                           verbeteren
  • sociale ongelijkheid                -> inkomensverschillen tussen                                                                             klassen zichtbaar maken
  • regionale ongelijkheid           -> inzoomen

Slide 12 - Slide

De informele sector behoort tot
A
de primaire sector
B
de secundaire sector
C
de tertiaire sector
D
de quartaire sector

Slide 13 - Quiz

Sociale ongelijkheid is
A
Groot verschil in arm en rijk tussen mensen
B
Verschillen in afkomst
C
Verschillende bevolkingsgroepen leven door elkaar
D
Verschillende bevolkingsgroepen leven gescheiden

Slide 14 - Quiz

In welke situatie is er spraken van REGIONALE ongelijkheid?
A
De bevolkingsdichtheid is langs de kust hoger dan in het binnenland van Tunesië
B
De VN-ontwikkelingsindex is in Noordoost Brazilië 0,56 en in het zuidoosten 0,78
C
Het zuiden van het land is bergachtig, het noordwesten is vlak
D
In dit land verdient 10% van de bevolking ongeveer 50% van het nationaal inkomen

Slide 15 - Quiz

Verdeling beroepsbevolking

Slide 16 - Slide

Klik op het oog om de bron te bekijken. Je kunt inzoomen. Door nogmaals op het oog te klikken verdwijnt de bron.

Wat betekent het getal 18% bij de verdeling van de beroepsbevolking in Tunesië?
A
Dat 18% van de bevolking in de landbouw werkt.
B
Dat de primaire sector 18% is.
C
Dat 18% van de beroepsbevolking werkzaam is in de landbouw.
D
Dat 82% van de bevolking werkzaam is in de tertiaire sector.

Slide 17 - Quiz

VN-welzijnsindex (HDI)






koopkracht, levensverwachting en analfabestisme


Slide 18 - Slide

Waar is de VN-welzijnsindex NIET op gebaseerd?
A
alfabetiseringsgraad
B
levensverwachting
C
verdeling beroepsbevolking
D
inkomen

Slide 19 - Quiz

Internationale arbeidsverdeling
Arm land: grondstoffen
rijk land: hoogwaardige producten

Verschuiving: productie naar arme landen
Gevolg: ontstaan semiperiferie

Slide 20 - Slide

Interne oorzaken
Interne oorzaken
Menselijke oorzaken
  • Politiek systeem
  • Bevolkingsgroei en leeftijds opbouw
  • Mate van ongelijkheid
Natuurlijke oorzaken
  • Ligging
  • Ontwikkelings kansen

Slide 21 - Slide

Verdeling welvaart verklaard:


Interne oorzaken

Slide 22 - Slide

Verdeling welvaart verklaard:


Externe oorzaken

Slide 23 - Slide

Externe oorzaken
Bij externe oorzaken wordt de reden voor de lage welvaart gezocht in het soort relatie dat een ontwikkelingsland heeft met de rijke landen. 

We kijken naar: 
  • Koloniale verleden 
  • De rol van een land in de wereldeconomie

Slide 24 - Slide

Opdrachten
Maak H4 
§1 
opdr. 1 t/m 4

Slide 25 - Slide