april 21

wie is de baas van Nederland?
1 / 35
next
Slide 1: Mind map
ANT2+PraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

wie is de baas van Nederland?

Slide 1 - Mind map

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

wie is dit?
A
Koning Beatrix
B
Koning Filip
C
Koning Willem Alexander
D
Koning Maxima

Slide 4 - Quiz

Pak je boek blz 44 en 45

Slide 5 - Slide

Opgave 1, het meervoud,
Weet je nog hoe de regels waren?

iets met een KoFSCHiP????

Wie kan het vertellen?

Slide 6 - Slide

sterke werkwoorden en zwakke 
sterk= ik loop...gisteren LIEP ik


Slide 7 - Slide

ken jij een sterk werkwoord?

Slide 8 - Open question

Wat zijn dan zwakke werkwoorden?

Slide 9 - Slide

Voorbeeld
'T KoFSCHiP 
fietste of fietsde?
Hele werkwoord--> fietsen
Zit de s in 't ex kofschip? --> ja
--> ik-vorm + TE(N) 


Slide 10 - Slide

Wat is de verleden tijd van blinken?
A
blinkten
B
blonken
C
blinkden

Slide 11 - Quiz

Wat is de verleden tijd van branden?

A
branden
B
bronden
C
brandden

Slide 12 - Quiz

blz 44
opdracht 1


beweren-en=bewer

Dus hij beweerde

Slide 13 - Slide

luisteren en wonen

Slide 14 - Slide

De mensen luisterden aandachtig naar de muziek
Woonden jullie vorig jaar al in dit huis?
Waarom Lachten de kinderen zo hard?
Breide je moeder deze trui?

Slide 15 - Slide

Ik..........................van de honger
A
rammelde
B
rammelte

Slide 16 - Quiz

Hij...................het karretje door de winkel
A
duwte
B
duwde

Slide 17 - Quiz

wat is een eekhoorntje?

Slide 18 - Slide

voorzichtig ....................het eekhoorntje dichterbij
A
trippelte
B
trippelde

Slide 19 - Quiz

De sneeuwvlokken dwarrelden door de lucht.
De wasmachine trilde verschrikkelijk

Slide 20 - Slide

we slaan opgave 2 even over en gaan naar opgave 3

Slide 21 - Slide

wat hoort er niet bij?
A
roos
B
hyacint
C
graan
D
tulp

Slide 22 - Quiz

hyacint
graan

Slide 23 - Slide

wat hoort er niet bij
A
schaap
B
beer
C
leeuw
D
tijger

Slide 24 - Quiz

wat hoort er niet bij?
A
fiets
B
bus
C
slee
D
auto

Slide 25 - Quiz

Wat hoort er niet bij.....
vink-Arend-mees-mus
eik-iep-den-beuk
cola-stroop-limonade-melk
foto-radio-film-camera

Slide 26 - Slide

opgave 4
Als je pas in een nieuwe stad woont ken je de weg nog niet zo goed.

Slide 27 - Slide

Toen we een nieuw huis kregen gingen we verhuizen.

Slide 28 - Slide

Nadat de burgemeester de nieuwe school had geopend reed hij terug naar het stadhuis.

Slide 29 - Slide

opgave 5. de tegenstelling
Een kaars aansteken of uitblazen
Een wedstrijd winnen of verliezen
De trein halen of missen
Voor het examen slagen of zakken

Slide 30 - Slide

Een plank losrukken of
A
knippen
B
vastmaken
C
breien
D
afzagen

Slide 31 - Quiz

de deuren openen of
A
sluiten
B
vergeten

Slide 32 - Quiz

Een emmer leegmaken of..............
A
vullen
B
vastmaken

Slide 33 - Quiz

Lucht inademen of................
A
inhappen
B
uitblazen

Slide 34 - Quiz

even PAUZE

Slide 35 - Slide