6.2


6.2 - Zelfstandige 
Burgers 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson


6.2 - Zelfstandige 
Burgers 

Slide 1 - Slide

Programma
  • terugblik
  • uitleg 4.2
  • check
  • zelfstandig werken 

Slide 2 - Slide

De gilden hadden regels waaraan de leden zich moesten houden. Welke regel was geen gilderegel?
A
Gildeleden moesten zich houden aan afspraken over werktijden, prijs en kwaliteit.
B
Gildeleden betaalden mee aan de bouw van een kathedraal.
C
Leden van een gilde haalden belasting op voor het stadbestuur.
D
Leden van een gilde steunden elkaar bij ziekte of overlijden.

Slide 3 - Quiz

Welke twee veranderingen in de landbouw zorgden ervoor dat boeren meer voedsel konden produceren?
A
Meer landbouwgrond
B
Beter weer
C
Betere en nieuwe landbouwtechnieken
D
Er waren meer mensen die boer werden

Slide 4 - Quiz

Bij welk begrip past de volgende omschrijving: Een vereniging van dezelfde ambachten
A
Bakker
B
Ambacht
C
Gilde
D
Hanzeverbond

Slide 5 - Quiz

Wat is een oorzaak van de opkomst van steden?
A
Daling bevolking
B
Opkomst handel
C
Geen romeinen meer
D
geen horigen meer

Slide 6 - Quiz

Wie hielp er in elk gewest de koning/de heer met het besturen van het gewest?
(wie was de baas van een gewest?)
A
De Graaf
B
De Stadhouder
C
De Gewesthouder
D
De landvoogd

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Wat is een Gilde?
A
een handelaarsvereniging in de stad
B
een boerenvereniging op het platteland
C
een knutselvereniging op het platteland
D
een beroepsvereniging in de stad

Slide 9 - Quiz

Welke drie dingen deden banken met geld?

Slide 10 - Slide

Deze opdracht gaat over geldwisselaars. Bekijk het plaatje.

Welke uitspraak is juist?
A
Het plaatje laat zien dat geldwisselaars weinig verdienden: de geldwisselaar en zijn vrouw zien er voor die tijd armoedig uit.
B
In de tijd van het plaatje werd veel ruilhandel bedreven; de meeste handelaren hadden helemaal geen geldwisselaar nodig.
C
Sommige geldwisselaars openden kantoren, waar handelaren geld in bewaring konden geven: de eerste banken.
D
geen van de genoemde uitspraken is juist.

Slide 11 - Quiz

6.2: Zelfstandige burgers
In deze paragraaf leer je:  
  • op welke manier Holland belangrijk werd
  • hoe steden stadsrechten kregen
  • hoe burgers hun stad bestuurden
  • hoe steden zelfstandiger werden en lage edelen macht verloren.

Slide 12 - Slide

Geschiedenis
Uitleg 6.2
Stadsrechten
  • In de middeleeuwen vormden Nederland, België en Luxemburg één land.
  • De Nederlanden

  • In dit gebied lagen gewesten (provincies)
  • Holland was een van de belangrijkste gewesten -> Den Haag




Slide 13 - Slide

Geschiedenis
Uitleg 6.2
Stadsrechten
  • Graaf Floris V was een belangrijke man in het gewest (de provincie) Holland 

Floris V gaf marktplaatsen de vrijheid (het privilege) om dingen zelf te gaan regelen;

  • Stadsbestuur
  • met eigen stadswetten




Slide 14 - Slide

Geschiedenis
Uitleg 6.2
Stadsrechten
  • Door deze vrijheden kregen marktplaatsen/dorpen stadsrechten
  • Deze krijg van vorsten of hoge edelen
  • Met deze rechten werd een dorp een stad

Steden mochten vanaf dat moment:
  • Zelf zorgen voor hun rechtspraak
  • Een stadsmuur bouwen
  • Eigen belasting heffen (laten betalen) - Tol




Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Geschiedenis
Uitleg 6.2
Het stadsbestuur
  • De stad was voor veel mensen een aantrekkelijke woonplaats.
  • Inwoners van een stad met bepaalde rechten waren burgers

  • Mannen konden burger worden als zij:
    - een jaar en een dag in de stad woonden,
    - een beroep hadden en
    - een geldbedrag betaalden. 




Slide 17 - Slide

Geschiedenis
Uitleg 6.2
Het stadsbestuur
De macht in steden was meestal in handen van rijke en aanzienlijke families.

  • Uit deze families kwamen burgers
     de schepenen.
    - Zij spraken recht
    - Zij bestuurden de stad 



Slide 18 - Slide


Straffen in de Middeleeuwen
  • Zeker: lijfstraffen en doodstraffen kwamen voor...
  • ...maar de meeste straffen waren geldboetes!
  • Die leverden meer op en kostten minder geld: een beul moet je als stad namelijk ook gewoon betalen!

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Geschiedenis
Uitleg 6.2
Het stadsbestuur
  • Het gebouw van het stadsbestuur heette het raadhuis.

  • In het gewest Holland waren vanaf de 15e eeuw burgemeesters de hoogste stadsbestuurders.

  • De vroedschap was een groep aanzienlijke burgers die het stadsbestuur adviseerde en controleerde.



Slide 26 - Slide

Wat zijn stadsrechten?
A
Steden mochten zelf rechtspreken, daarom dat het stadsrechten heten.
B
Steden mogen zichzelf gaan besturen, rechtspreken, een eigen munt slaan en een kasteel bouwen.
C
Steden mochten zichzelf besturen, maar moesten elk jaar nog wel de heer betalen hiervoor.
D
Steden mochten zichzelf gaan besturen, rechtspreken, een eigen munt slaan en stadsmuren bouwen.

Slide 27 - Quiz

Een stad kon stadsrechten krijgen.
Wat is GEEN stadsrecht?
A
De stad mocht zelf rechtszaken houden.
B
De stad mocht zelf belasting ophalen.
C
De stad hoefde de landheer geen belasting te betalen.
D
De stad mocht stadsmuren bouwen.

Slide 28 - Quiz


Op het plaatje hiernaast wordt Floris V in 1296 gevangen genomen.

Welke zin over Floris V is juist?
A
Floris V benoemde de burgemeesters in het gewest Holland.
B
Floris V werd steeds machtiger, terwijl andere edelen hun macht verloren.
C
Floris V werd vermoord door boze boeren en stadsbewoners.
D
Floris V had van Overijssel een belangrijk gewest gemaakt.

Slide 29 - Quiz