bs 5.5 gedrag

basisstof 5.5
Gedrag
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

basisstof 5.5
Gedrag

Slide 1 - Slide

leerdoelen

 Je kunt uitleggen wat gedrag is.
Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald.
 Je kunt het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

prikkels 

Slide 4 - Slide

inwendige prikkel
uitwendige prikkel

Slide 5 - Slide

Prikkel > respons
Je kunt je omgeving waarnemen = prikkels
Je kunt hierop reageren = respons

Slide 6 - Slide

gedragsketen

Slide 7 - Slide

leerdoelen

 Je kunt uitleggen wat gedrag is.
 Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald.
 Je kunt het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag.

Slide 8 - Slide

Wanneer reageer je?
*wel (als je trek hebt)
* niet (als je nog moe bent)

We noemen dat motivatie

Slide 9 - Slide

invloed motivatie op gedrag

Slide 10 - Slide

aangeboren of aangeleerd?
voorbeeld:

huilen is aangeboren

praten is aangeleerd

Slide 11 - Slide

rode snavelvlek
stimuleert braakneigingen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video



  • Dingen doen die de anderen van de groep begrijpen.

Slide 15 - Slide

observatie/interpretatie

Observatie: Je ziet dat iemand zijn hand op steekt. 

Interpretatie: Wat zou dat kunnen betekenen?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Normen en waarden
Mensen denken na over hun gedrag.
Niet alle dieren doen dat.

Mensen vinden afwijkend gedrag niet fijn. Om dat te voorkomen zijn er normen en waarden. 
Normen: gedragsregels
Waarden: eerlijkheid, respect, vrijheid, rechtvaardigheid.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Wat is gedrag?
A
Alles wat een mens of dier doet
B
lopen, iets pakken, lachen
C
spieren die werken
D
planten die water opnemen

Slide 20 - Quiz

Een prikkel die leidt tot een reactie heet:
A
Gedrag
B
Handeling
C
Prikkel
D
Signaal

Slide 21 - Quiz

Gedrag bij mensen kan

1. zijn aangeleerd
2. worden bepaald door erfelijke factoren
A
1 . Waar 2. Niet waar
B
1 . Niet waar 2. Waar
C
Beide niet waar
D
Beide waar

Slide 22 - Quiz

door gewenning (meerdere antwoorden mogelijk)
A
ga je minder reageren op prikkels
B
leer je door fouten te maken
C
leer je in een gevoelige periode
D
schrik je niet meer van je docent

Slide 23 - Quiz

Spreeuwenjongen die pas uit het ei gekomen zijn, hebben hun ogen nog dicht. Wanneer een ouder op het nest landt, sperren ze onmiddellijk hun bek open.

Wat is de uitwendige prikkel voor dit gedrag van de spreeuwenjongen?
A
honger
B
het bewegen van het nest
C
het ruiken van de worm
D
het zien van de ouder

Slide 24 - Quiz

Wat is een voorbeeld van gedrag?
A
Honger hebben
B
Denken aan eten
C
Een rommelende maag
D
Een boterham smeren

Slide 25 - Quiz

Maak de gedragsketen van het stekelbaarsje
Handeling 1

Handeling 2
Handeling 3
Handeling 4
Handeling 5
Zigzagdans
Op de zij voor de ingang van het nest liggen
Tegen de zij van het vrouwtje sidderen
Het nest binnengaan
Eieren bevruchten

Slide 26 - Drag question

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video