Cognitieve ontwikkeling van een peuter

Cognitieve ontwikkeling van een peuter
1 / 11
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch handelenSecundair onderwijs

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Cognitieve ontwikkeling van een peuter

Slide 1 - Slide

Wat is objectpermanentie?
A
Het besef dat een object verdwijnt
B
Het besef dat een object blijft bestaan
C
Het besef dat een object kan praten
D
Een objectieve kijk op de wereld

Slide 2 - Quiz

Tateren
brabbelen
eerste woordjes
kent 10 woordjes
Rond 15 maanden
tussen 10-14 maanden
2 maanden
vanaf 7 maanden

Slide 3 - Drag question

Lesdoelen

Slide 4 - Slide

Ontwikkeling van denken
Lateralisatie = elke hersenhelft heeft zijn specialisaties
  1. linkerhersenhelft: praten, denken, lezen
  2. rechterhersenhelft: ruimtelijk inzicht, emoties uitdrukken, patronen herkennen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Ontwikkeling van het denken
  • animistisch denken =  levenloze voorwerpen krijgen menselijke eigenschappen bv. stoute kast
  • magisch denken = zelf verklaringen verzinnen voor dingen die ze niet begrijpen bv. in tv wonen kleine mensen die toneeltjes opvoeren
  • sorteren van voorwerpen = maakt categorieën, vergelijkt dingen, ziet verschillen - gelijkenissen bv. poppen in aparte doos van autootjes
  • geheugen nog steeds beperkt, dus HERHALEN bv. regels

Slide 7 - Slide

Ontwikkeling van het denken
5 kenmerken van preoperationele stadium
  • symbolisch denken = voorstelling maken van gebeurtenissen of voorwerpen zonder dat die er echt zijn (symboolgebruik, fantasie soms nog waarheid)
  • transformatie = peuters denken nog niet na over hoe iets verandert van ene toestand naar de andere (zien tussenstappen niet)

Slide 8 - Slide

Ontwikkeling van het denken
5 kernmerken van pre-operationele denken
  • centratie = kunnen zich nog niet concentreren op meerdere aspecten van een prikkel bv. 2 blokken rijen
  • conservatie =hoeveelheid blijft gelijk als vorm verandert (zien ze nog niet)
  • egocentrisch = kunnen zich niet verplaatsen in het denken/voelen van de ander

Slide 9 - Slide

Ontwikkeling van het denken
LEREN
  • zone van naaste ontwikkeling = peuter leert het meest wanneer hij een taak bijna , maar nog niet helemaal zelfstandig kan uitvoeren
  • Leren door uitproberen, imitatie
  • Belangrijk: voldoende uitdaging en vertrouwen hebben
  • ontwikkeling afhankelijk van cultuur en maatschappelijke verwachtingen
  • leren door interactie
  • scaffolding = op juiste moment hulp bij taken die nog niet zelfstandig lukken.

Slide 10 - Slide

Opdracht
Iedereen maakt 5 kahootvragen over het voorgaande hoofdstuk.
Zorg ervoor dat er minstens 3 keuzemogelijkheden zijn
Vragen uploaden

Slide 11 - Slide