Het hormoonstelsel VVBOLBBL

1 / 46
next
Slide 1: Slide
afpMBOStudiejaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Het hormoonstelsel
Leerpad 8

Slide 13 - Slide

Hormoon(endocrien)stelsel
Het hormoonstelsel regelt allerlei functies in het lichaam.

Hormonen: boodschapperstoffen die via het bloed worden vervoerd.

Voorbeeld?

Slide 14 - Slide

Endocrienstelsel
Er zijn in het lichaam twee systemen die processen in het lichaam regelen: het zenuwstelsel en het hormoonstelsel.
(Ze werken nauw samen)


Het zenuwstelsel werkt snel, met elektrische prikkels die heel snel via zenuwvezels worden getransporteerd.
Het hormoonstelsel werkt langzaam, met boodschapperstoffen die via de bloedbaan hun doelorgaan bereiken.

Slide 15 - Slide

Organen van het hormoonstelsel
hormoonklieren-> Zij maken een hormoon en scheiden dat uit naar het bloed. 

Via de bloedbaan bereikt een hormoon alle cellen.

Hormonen kunnen een orgaanfunctie stimuleren of afremmen.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Hormonen van de hypofyse 
Groeihormoon (GH): stimuleert de botgroei vanuit de kraakbeen-groeischijf.

Prolactine: stimuleert de melkvorming in de borst na de bevalling.

Antidiuretisch hormoon (ADH): zorgt ervoor dat de nieren minder urine maken, dus minder water uitscheiden (antidiurese).

Oxytocine: zorgt voor weeënactiviteit, stuwing van de melk naar de tepel en de moeder-kindbinding (knuffelhormoon).

Slide 19 - Slide

Hormonen van de hypofyse
schildklierstimulerend hormoon ( TSH)
 

bijnierschorsstimulerend hormoon (ACTH)

hormonen die de eierstokken (LH) en testikels (FSH) stimuleren.


Slide 20 - Slide

Welk orgaan is een hormoonklier?
A
Speekselklier
B
galblaas
C
eierstok
D
milt

Slide 21 - Quiz

In het hormoonstelsel treedt negatieve feedback op. Wat wordt hier bedoeld met 'negatieve feedback'?
A
Een stimulerende werking op de hormoonklieren
B
Een remmende werking op de hormoonklieren

Slide 22 - Quiz

Hoe noem je het schildklier stimulerend hormoon?
A
TSH
B
FSH
C
GH
D
Insuline

Slide 23 - Quiz

SCHILDKLIER
  • Op het strottenhoofd
  • Achterzijde > bijschildklieren
  • Schildklierhormoon: Thyroxine

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Thyroxine
  • Stimuleert de stofwisseling in alle cellen
  • de groei van het lichaam en 

ontwikkeling van de hersenen

Slide 26 - Slide

CALCITONINE
  • Calcium bouwstof voor botweefsel
  • Samentrekking van spierweefsel
  • Calcitonine: hormoon uit schilklier 
  • Vit D en calcium in voeding


Slide 27 - Slide

BIJNIEREN
  • Kapje op beide nieren
  • Buiten: bijnierschors
  • Binnen: bijniermerg

PRODUCEREN VERSCHILLENDE HORMONEN

Slide 28 - Slide

Stress
Bijnieren produceren cortisol
(oa. hogere bloedsuikerspiegel), 
adrenaline en noradrenaline


Cortisol in de bijnierschors
Adrenaline en noradrenaline in het bijniermerg

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

ADH
ADH is het anti-diuretisch hormoon uit de hypofyse. ADH wordt afgescheiden bij een (dreigend) vochttekort en zorgt voor minder uitscheiding van water via de urine. Dit gebeurt bij hitte, grote inspanning en sterke transpiratie, braken en diarree.

Slide 31 - Slide

Oxytocine
voor - tijdens - na de bevalling uitgescheiden door de hypofyse

  • Weeën
  • Stuwing van moedermelk
  • Knuffelhormoon (binding van mensen)
Prolactine -> hormoon uit hypofyse zorgt voor aanmaak van moedermelk 

Slide 32 - Slide

Geslachtshormonen
Oestrogeen en progesteron -> vrouwen (Oestrogenen beïnvloeden het baarmoederslijmvlies, stemming en gedrag. Progesteron beïnvloedt het baarmoederslijmvlies en houdt zwangerschap in stand) worden geproduceerd in de eierstokken
Testosteron -> mannen (is verantwoordelijk voor de spierontwikkeling, zin in seks, aanmaak van zaadcellen en agressief gedrag)

Mannen en vrouwen maken allebei oestrogeen en testosteron maar in andere hoeveelheden

Slide 33 - Slide

Alvleesklierhormonen

Slide 34 - Slide

Wat is de functie van de hypofyse
A
Hier wordt testosteron geproduceerd
B
Dit is de regelkamer van het hormoonstelsel
C
Dit is de verbinding tussen hormoon - en zenuwstelsel
D
Hier wordt glucagon geproduceerd

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Video

Zet de hormoonklieren op de juiste plek
Eierstokken
Bijnieren
Eilandjes van Langerhans
Teelballen
Hypofyse
Schildklier

Slide 37 - Drag question

Welk hormoon produceert de schildklier?
A
Thyreotrope hormoon
B
Hypofyse
C
Thyroxine
D
Parathormoon

Slide 38 - Quiz

Bijnierschors
Bijniermerg
Gluco
corticoïde
Adrenaline
Geslachtscorticoide
nor
adrenaline

Slide 39 - Drag question

Welke 2 hormonen maakt de alvleesklier?
A
lipase & insuline
B
glucagon & amylase
C
insuline & glucagon
D
amylase & lipase

Slide 40 - Quiz

Bij Karel werkt zijn schildklier te snel. Er wordt te veel schildklierhormoon gemaakt. Zal Karel te zwaar of juist mager zijn? Les je antwoord uit.

Slide 41 - Open question

Als de glucoseconcentratie in je bloed te laag is, wordt....
A
minder glucagon afgegeven
B
meer glucagon afgegeven
C
meer insuline afgegeven
D
minder insuline afgegeven

Slide 42 - Quiz

In welk van de aangegeven organen wordt adrenaline geproduceerd?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 43 - Quiz

Als het glucosegehalte te laag wordt, gebruikt ons lichaam een reserve stof. hoe heet deze stof?
A
Glucose
B
Glucagon
C
Glycogeen
D
Adrenaline

Slide 44 - Quiz

Welke hormoonklier is dit?
A
kleine hersenen
B
eilandjes van langerhands
C
hypofyse
D
schildklier

Slide 45 - Quiz

Nr. 2 (bij de keel)
Hormoonklier

A
hypofyse
B
eierstok
C
bijnier
D
schildklier

Slide 46 - Quiz