Voorbereiding examen schrijven

Examen schrijven 1F en 2F:
Doel:
De studenten kunnen korte teksten schrijven, zoals een zakelijke mail, een zakelijke brief, een memo of een verslag.
De studenten kunnen een formulier invullen.
De studenten oefenen gericht voor het examen schrijven.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Examen schrijven 1F en 2F:
Doel:
De studenten kunnen korte teksten schrijven, zoals een zakelijke mail, een zakelijke brief, een memo of een verslag.
De studenten kunnen een formulier invullen.
De studenten oefenen gericht voor het examen schrijven.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Formulier

Slide 3 - Slide

Wat is burgerlijke staat?
A
nationaliteit
B
gehuwd, ongehuwd, gescheiden, etc.
C
meerderjarig of minderjarig
D
BSN-nummer

Slide 4 - Quiz

In het examen vragen ze je banknummer. Moet je je eigen nummer invullen?
A
Ja, want het formulier moet naar waarheid ingevuld worden.
B
Ja, daarom moet je je ID en bankpas mee naar het examen nemen.
C
Nee, gebruik het nummer uit de opdracht of verzin!
D
Nee, want het is verboden privézaken in te vullen.

Slide 5 - Quiz

Geef voorbeelden van eigenschappen en kwaliteiten.

Slide 6 - Open question

Wat vul je in als het formulier vraagt naam:
A
je voornaam
B
je voorletters
C
je roepnaam
D
je achternaam

Slide 7 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een functie?
A
horecamedewerker
B
serveren
C
goed samenwerken
D
klantvriendelijk

Slide 8 - Quiz

Wat vul je in bij referentie?
A
de naam van je ouders
B
een vorige werkgever
C
iemand die iets positiefs over je kan zeggen
D
de naam van een collega

Slide 9 - Quiz

Wat vul je in bij de ondertekening van het formulier na het woord TE
A
de datum
B
je naam
C
de plaats (stad/dorp)
D
je handtekening

Slide 10 - Quiz

Welk adres is goed geschreven?
A
wildstraat 1 5042 wz Tilburg
B
Wildstraat 1 5042 WZ Tilburg
C
Wildstraat 1 5042 Tilburg
D
wildstraat 5042 wz Tilburg

Slide 11 - Quiz

Welke aanhef is goed?
A
Geachte mevrouw Carla van Huizen,
B
Geachte mevrouw van Huizen,
C
Geachte mevrouw Van Huizen,
D
Geachte mevrouw C. van Huizen,

Slide 12 - Quiz

Welke datum is goed geschreven?
A
Tilburg, 23.03.2021
B
Tilburg, 23 Maart 2021
C
Tilburg, 23 maart 2021
D
Tilburg 23 maart 2021

Slide 13 - Quiz

Welke uitspraak is goed?
A
Een zakelijke mail schrijf je in formele taal.
B
Een persoonlijke mail schrijf je in formele taal.
C
Een zakelijke mail schrijf je in informele taal.
D
Een persoonlijke mail is hetzelfde als een zakelijke mail.

Slide 14 - Quiz

Controleer je tekst aan de hand van deze vragen!

Slide 15 - Slide

Wat is een goede slotgroet in een zakelijke brief of mail?
A
Met vriendelijke groetjes,
B
Groetjes,
C
Doei,
D
Met vriendelijke groet,

Slide 16 - Quiz

Wat onthoud je van deze les?

Slide 17 - Open question

Samengevat
Vooral op inhoud en taalvaardigheid
De meeste punten ontvang je op inhoud.
Je krijgt een casus, uit de casus haal je de informatie

Slide 18 - Slide