9.3: voelen, ruiken en proeven

Hoofdstuk 9: Zintuigen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 9: Zintuigen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

Herhalen
Uitleg basisstof 9.3 (10 min.)
Aan het werk

Slide 2 - Slide

1
2
3
4
5
In de zintuigcellen ontstaan impulsen
De impuls wordt door zenuwen naar de hersenen geleid
De hersenen verwerken de impulsen van alle zintuigen
Je wordt je bewust van wat je waarneemt
Een prikkel komt via het zintuig in de zintuigcel terecht

Slide 3 - Drag question

Reukzintuig
Neusholte
Huig
Tong
Keelholte

Slide 4 - Drag question

Het oog: zet onderdelen op de juiste plaats
netvlies
Harde oogvlies
oogzenuw
lens
Oogspier
Hoornvlies

Slide 5 - Drag question

Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer:
3
4
10
2
7
11
12
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang
buis van eustachius

Slide 6 - Drag question

Leerdoelen
-Je kunt aangeven waar de zintuigen in je huid liggen en op welke prikkels deze zintuigen reageren.
-Je kunt aangeven waar het reukzintuig en smaakzintuig ligt en op welke prikkel(s) dit zintuig reageert.

Tip: maak onder de les aantekeningen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Voelen
tastzintuig:  je kunt lichte aanraking voelen
drukzintuig:  je voelt druk als er hard op de huid wordt geduwd
koude zintuig: reageert wanneer je huid in aanraking komt met iets wat kouder is dan je huid
warmtezintuig: reageert wanneer je huid in aanraking komt met iets wat warmer is dan je huid
pijnpunt (pijnzintuig): Losse uiteinden van zenuwen








Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Ruiken
-reukzintuig reageert op de prikken: geur
-geur wordt opgevangen door de
reukharen in het neusslijmvlies
-reukharen zitten vast aan
zintuigcellen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Proeven
-Smaakpapillen (kleine bultjes)
-Aan de zijkant van smaakpapillen --> smaakknopjes
-5 verschillende smaakknopjes: zoet, zout, zuur, bitter en umami (hartig)
-Andere smaken --> reukzintuig

Slide 13 - Slide

Waarnemingen omschrijven
 Omschrijven zoals de feiten zijn (zonder je mening te geven) = objectief.  Bijv. ‘Suiker is zoet’.

Beschrijven met een mening noem je subjectief. Bijv. ‘Een frietje ruikt lekker’. 


Bij practica moet je waarnemingen meestal objectief beschrijven. Je telt bijvoorbeeld het aantal luchtbelletjes of je meet de reactietijd. Bij waarnemingen van zintuigen kan dat niet altijd. Dat komt doordat deze waarnemingen beïnvloed worden door de omstandigheden. Of iets voor jou warm of koud voelt, hangt bijvoorbeeld af van de ruimte waarin je hiervoor was, van de kleding die je draagt en of je moe bent of niet.

Slide 14 - Slide

Aan het (huis)werk

Lees blz. 202 t/m 212
Maak basisstof 9.3: opdr. 1 + 2 + 5 + 6

Maak test jezelf 9.1 + 9.2
Oefen:
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Oog/oog.htm
https://biologiepagina.nl/Oefeningen/Oor/oor.htm















Slide 15 - Slide