Bijvoeglijk naamwoorden + Engelse werkwoorden

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat is de stam van een werkwoord?
A
Het hele werkwoord - en voorbeeld: verbazen > verbaz
B
De ik-vorm van een werkwoord. voorbeeld: verbazen > verbaas

Slide 2 - Quiz

Werkwoordspelling
Eens kijken wat jullie nog weten. 

Slide 3 - Slide

De stam van een werkwoord vind je door:
A
Het werkwoord in de ik-vorm te zetten.
B
"en" van het werkwoord af te halen.
C
Dat weet je gewoon.

Slide 4 - Quiz

Wat is de stam van 'verhuizen'?
A
verhuiz
B
verhuis

Slide 5 - Quiz

Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd in: Wat (worden) jij later?

Slide 6 - Open question

Vul de persoonsvorm verleden tijd in: Toen mijn ouders (trouwen), hebben ze een groot feest gegeven.

Slide 7 - Open question

Vul het voltooid deelwoord juist in: Inmiddels zijn ze al twintig jaar (trouwen).

Slide 8 - Open question

De regels
Persoonsvorm t.t.
Persoonsvorm v.t.
Volt. dw.
bijv. nw.
Ik
…jij?
ik-vorm
Ik-vorm+de
Ik-vorm+te
't kofschip
zo kort mogelijk
Jij ...
ik-vorm + t
Ik-vorm+de
Ik-vorm+te
Hij/zij/het
ik-vorm + t
Ik-vorm+de
Ik-vorm+te
Wij/jullie/zij
infinitief
Ik-vorm+den
Ik-vorm+ten
u
ik-vorm + t
Ik-vorm+de
Ik-vorm+te

Slide 9 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden
  • Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. 
  • Een bijvoeglijk naamwoord eindigt bijna altijd op een -e.

    de mooie koe
    het dikke varken
    de leuke jongen
    het mooie meisje

Slide 10 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden
  • Werkwoorden (voltooid deelwoorden) kunnen ook bijvoeglijk naamwoorden zijn. 
de gemaakte afspraak
de overbelichte foto
de beantwoorde vraag

Slide 11 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden
Bijvoeglijk naamwoorden schrijven we altijd zo kort mogelijk.  
  • Hij vergrootte de foto. (pv. vt.)
         De foto werd vergroot. (volt. dw.)
              De vergrote foto. (bijvoeglijk naamwoord)
  • De lantaarns verlichtten de straat. (pv. vt.)
        De straat werd verlicht(volt. dw.)
              De verlichte straat. (bijvoeglijk naamwoord)

Slide 12 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden
  • Een volt. dw. als bijv. nw. gebruikt, heeft altijd één t of één d!
    Hij verlootte de cadeaus. De verlote cadeaus.
  • In een open lettergreep komen nooit twee klinkers.
    De plantjes worden gepoot. De gepote plantjes
  • Na een korte klinker verdubbelen we de volgende medeklinker.
    De tuin wordt netjes omgespit. De omgespitte tuin.
  • Bij sterke werkwoorden zijn volt. dw. en bijv. nw. hetzelfde
    De jongen is gevallen. De gevallen jongen.

Slide 13 - Slide

Welk woord past in de opening?
Het ... (kneden) deeg ligt te rusten.
A
gekneedde
B
gekneede
C
geknede

Slide 14 - Quiz

Hoe schrijf je het woord in de opening?
Het vliegtuig landde veilig. Het ... (landen) vliegtuig.

Slide 15 - Open question

Engelse werkwoorden
Het maken van de stam van een Engels werkwoord gaat bijna hetzelfde als bij een Nederlands werkwoord. 
Let erop dat de uitspraak van het Engelse werkwoord niet verandert wanneer je –en weghaalt. 
  • deleten > deleten
    /die-lie-tun/ naar /du-lèt/
  • Daarom laat je bij de stam de laatste –e staan: delete.

Slide 16 - Slide

Wat is de stam van het werkwoord 'gamen'?

Slide 17 - Open question

Wat is de stam van het werkwoord 'netflixen'?

Slide 18 - Open question

Engelse werkwoorden
Bij Engelse werkwoorden is de stam en de ik-vorm altijd hetzelfde. 
De rest van de vervoeging gaat exact hetzelfde als bij Nederlandse werkwoorden. 

Slide 19 - Slide

Engelse werkwoorden
Ook 't KoFSCHiP geldt voor Engelse werkwoorden. 
Eén verschil: je kijkt niet naar de laatste letter, maar je luistert ernaar. 
deleten > delete
De laatste letter van het geschreven woord is een –e. De –e is geen medeklinker in ’T KoFSCHiP, dus dat zou betekenen dat je +de zou krijgen deletede
wanneer je het hardop uitspreekt, is de laatste klank een –t. De –t is een medeklinker in ’T KoFSCHiP, dus krijg je in de verleden tijd +te > deletete

Slide 20 - Slide

Wat is de persoonsvorm tegenwoordige tijd in deze zin?
Hij (gamen) iedere avond tot diep in de nacht.

Slide 21 - Open question

Wat is de persoonsvorm tegenwoordige tijd in deze zin?
Zij (netflixen) iedere avond haar favoriete series.

Slide 22 - Open question

Wat is de persoonsvorm verleden tijd enkelvoud van het werkwoord 'gamen'?
Gisteren (gamen) ik de hele avond.
A
gamed
B
gamede
C
gamde
D
gamete

Slide 23 - Quiz

De persoonsvorm van het werkwoord 'gamen'

gamen > game (stam)
laatste klank is een m
m zit niet in 't kofschip
ik-vorm + de
gamede

Slide 24 - Slide

Wat is de persoonsvorm verleden tijd enkelvoud van het werkwoord 'netflixen'?
Gisteren (netflixen) ik de hele avond.

Slide 25 - Open question

De persoonsvorm van het werkwoord 'netflixen'

netflixen > netflix (stam)
laatste klank is een s
s zit in 't kofschip
ik-vorm + te
netflixte

Slide 26 - Slide