Les 3 afstemming en samenwerking

Afstemming en samenwerking 
les 3
1 / 23
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Afstemming en samenwerking 
les 3

Slide 1 - Slide

Planning
  • Terugblik 
  • Lesdoelen
  • Stellingen
  • Sociale kaart
  •  Opdracht sociale kaart

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • De student weet wat de sociale kaart van Den Helder is. 
  • De student weet te benoemen wat maatschappelijke steunpunten zijn. 
  • De student weet een functiebeschrijving te geven van verschillende disciplines en dit ook toe te passen in het eindproduct. 

Slide 3 - Slide

Stellingen
Geef aan waarom je het eens of niet eens bent

Slide 4 - Slide

Ik vind het prima als iemand veel meer doet als ik...

Slide 5 - Open question

Teams zijn efficiënter dan individuen

Slide 6 - Open question

Als ik het niet eens ben met iets dan hoef ik ook niet samen te werken met mijn collega’s

Slide 7 - Open question

Een team heeft één leidinggevende nodig

Slide 8 - Open question

De verantwoordelijkheid voor het succes van een team ligt bij de teamleider

Slide 9 - Open question

Hoe meer mensen in het team hoe beter de samenwerking

Slide 10 - Open question

Wat denken jullie dat een sociale kaart is?

Slide 11 - Open question

Sociale kaart
Sociale kaart: Een sociale kaart dient ervoor om een overzicht te krijgen van intra- en extramurale ketenpartners. Ook geeft de sociale kaart inzicht in de maatschappelijke steunpunten en het soort hulpverlening in een bepaalde regio. De kaart is opgebouwd uit vier categorieën:
werk en inkomen
zorg en wonen
jeugd en opvoeding
cultuur en ontspanning.

Slide 12 - Slide

Maatschappelijke steunpunten
Punten die praktische en laagdrempelige cliëntondersteuning bieden. Dit is er voor alle doelgroepen van cliënten.


Deze steunpunten hebben nauwe contacten met gemeenten en intra- en extramurale hulpverleners. Zij wijzen cliënten de weg naar bijvoorbeeld de juiste hulpverlening en/of woonvoorziening.


Intramurale ketenpartners zijn bijvoorbeeld een ziekenhuis of verpleeghuis. Het gaat hierbij om hulpverlening die minimaal 24 uur aaneengesloten binnen een instelling plaatsvindt.
Extramurale ketenpartners zijn organisaties waarbij de hulp buiten een instelling wordt verleend, bijvoorbeeld bij de cliënt thuis.

Slide 13 - Slide

Opdracht sociale kaart
  • Ieder leest de theoriebron de sociale kaart voor zich
  • Maak de opdracht in tweetallen. 
  • De sociale kaart verwijst naar instellingen en organisaties die bepaalde soorten hulp bieden voor specifieke hulpvragen. 
  • Bedenk zelf binnen de categorie zorg en wonen twee verschillende soorten organisaties die hulp of zorg te bieden hebben. 
  • Vul in welke hulp er wordt geboden, welke hulpverleners er werken en welke doelgroep hier gebruik van kan maken. 
  • Hier krijgen jullie 20 minuten de tijd voor. Over 20 minuten komen jullie terug in de les. 

Slide 14 - Slide

Nabespreking van de opdracht

Slide 15 - Slide

Uitleg eindopdracht
  • In een groepje maak je je eigen instelling. 
  • De groepjes zijn van te voren ingedeeld. 
  • Het eindproduct bestaat uit een presentatie en een brochure.
  • De presentatie is op 26 maart. De presentatie duurt ongeveer 15 minuten.
  • De brochure moet 19 maart ingeleverd worden.   
  • Het eindproduct wordt beoordeeld met een goed, voldoende of onvoldoende.

Slide 16 - Slide

Presentatie
1. Naam van de organisatie die passend is bij de functie en de doelgroep (de doelgroep bedenk je zelf).
2. Visie van de organisatie.
3. Een globaal weekprogramma van de activiteiten.
4. Een overzicht van functies die nodig zijn in de organisatie.



Slide 17 - Slide

Presentatie

  • 6. Een gedragscode voor de medewerkers die binnen de organisatie komen werken.
  • 7. Een overlegstructuur met de doelen van het overleg en wie er bij aanwezig is.
  • 8. Een overzicht van ketenpartners waarmee de organisatie samen gaat of wil werken.

Slide 18 - Slide

Folder/flyer/brochure
  • Een inspirerende en vernieuwende  folder. Creativiteit wordt gewaardeerd. 
  • De folder bevat de naam van de organisatie. 
  • Een korte beschrijving van de organisatie.
  • Wat jullie de cliënt kunnen bieden. 
  • Wie jullie ketenpartners zijn. 

Slide 19 - Slide

Samenwerking
  • Ieder schrijft kort hoe hij de samenwerking heeft ervaren. Wat ging er goed en wat kan er beter? 
  • Je geeft iedere deelnemer een tip en een top. Deze zijn toegevoegd aan het verslag. 

Slide 20 - Slide

Voorbeelden van instellingen
  • 24 uurs zorg voor jongeren met gedragsproblemen. Met als doel om uiteindelijk weer thuis te wonen. 
  • Een woning voor ex gedetineerden om weer te functioneren in de maatschappij. 
  •  Dagbesteding voor cliënten die verslaafd zijn. 
  • Palliatieve zorginstelling met als doel om de cliënt zo rustig mogelijk zijn laatste dagen in te laten gaan. 

Slide 21 - Slide

Voorbeeld van een gedragscode

Uiterlijke verzorging:
 Haar in de staart.
 Geen korte broek.
 T-shirts met mouwen tot de elleboog.
 Dichte schoenen.
 Geen piercings in het gezicht.
 Geen zichtbare tatoeages.
 Professionele werkhouding.

Motiverend:
 Wij stimuleren cliënten om zelf regie te houden.
 Wij stimuleren de cliënten bij de zelfredzaamheid.
 Wij nemen de cliënten serieus, vertellen welke rechten en keuzemogelijkheden er zijn.
 Wij stimuleren de cliënten om voor zichzelf op te komen.
 Wij ondersteunen iedere cliënt.




Privacy:
 Alles wat de cliënten ons vertellen behandelen we vertrouwelijk en wij zien alleen cliënt gegevens in met toestemming van de cliënt zelf.
 Informatie van de cliënten wordt alleen gedeeld met toestemming van de cliënten.
 Er worden geen foto’s gemaakt zonder toestemming van de cliënten.

Vertrouwenspersoon:
 De vertrouwenspersoon ondersteunt de cliënt bij het zoeken naar een oplossing voor zijn vragen, problemen of klachten.
 De vertrouwenspersoon signaleert tekortkomingen.
 De vertrouwenspersoon verstrekt cliënten op verzoek informatie en advies over hun rechtspositie binnen de instelling.

Slide 22 - Slide

Afsluiten
  • Vragen?
  • Volgende week -> visie
  • 5 en 12 maart afwezigheid docent. Jullie werken aan de opdracht. 

Slide 23 - Slide