4.2 Sta je sterk in je werk?

Hoofdstuk 4: Aan het werk
Paragraaf 2: sta je sterk in je werk?
Hoofdstuk 4
Paragraaf 1
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 4: Aan het werk
Paragraaf 2: sta je sterk in je werk?
Hoofdstuk 4
Paragraaf 1

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je uitleggen:



  • waarom goede arbeidsomstandigheden belangrijk zijn​
  • wat voor regels de werknemers beschermen​
  • welke zekerheden je hebt op het gebied van werk en inkomen
LEERDOELEN

Slide 2 - Slide


Lees het bericht in de bron en bekijk de grafieken.
1.  Is de kans groot dat je een ongeluk krijgt op het werk? Verklaar je antwoord.
2.  Geef een voorbeeld van een ongeluk dat je kunt krijgen in de bedrijfstak met de grootste kans op een ongeluk.

Slide 3 - Open question

Arbeidsomsta
Arbeidsomstandigheden
Dat is de omgeving waarin je werkt en de manier waarop je het werk moet doen. 


Arbeidsomstandigheden goed          Werk je met plezier           minder ziekte verzuim




 

Slide 4 - Slide

Arbeidsomsta

Slide 5 - Slide

In Nederland is stress een belangrijke oorzaak van ziekteverzuim. Geef met een voorbeeld aan hoe je door verbetering van arbeidsomstandigheden het ziekteverzuim kunt verlagen.

Slide 6 - Open question

Bescherming van werknemers
In de Arbowet staan regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. 
De Arbeidstijdenwet geeft regels voor werk- en rusttijden.
De Algemene Wet Gelijke Behandeling verbiedt het maken van onderscheid op basis van geslacht, ras, leeftijd of afkomst. 

Slide 7 - Slide

Wat is de afkorting van de Arbeidsomstandighedenwet?
A
AOW
B
ABW
C
Arbowet
D
AOHW

Slide 8 - Quiz

Wat staat er in de Arbeidstijdenwet?
A
Wet waarin de regels staan over werktijden
B
Wet waarin de regels staan over rusttijden
C
Wet waarin de regels staan over lonen en vakantiedagen
D
Wet waarin de regels staan over werktijden en rusttijden

Slide 9 - Quiz

Anne heeft een sollicitatie gesprek. Achteraf hoort ze dat ze niet is aangenomen omdat ze denken dat een man beter deze functie zou kunnen uitoefenen. Hoe heet de wet die ervoor zorgt dat dit niet mag gebeuren?
A
Wet voor werknemers
B
Algemene wet gelijke behandeling
C
Wet voor werkgevers
D
Algemene wet voor regels

Slide 10 - Quiz

Arbeidsverdeling
De overheid probeert via regelgeving de arbeidsverdeling binnen gezinnen te verbeteren

  •  Ouders: zorg en werk beter afstemmen 
  • Wettelijk recht op deeltijdarbeid. Baan van minder dan 36uur
  • De Wet flexibel werken maakt thuiswerken mogelijk.​

  • Werkende ouders: kinderopvangtoeslag. Daarmee kunnen zij de kosten van kinderopvang voor een deel betalen.​


Slide 11 - Slide

Waardoor kan door de kinderopvangtoeslag de arbeidsparticipatie van vrouwen toenemen?

Slide 12 - Open question

Werknemersverzekering
Deze sociale verzekeringen zijn alleen bestemd voor mensen in loondienst
Mensen in loondienst beschermen tegen het verlies van hun inkomen.

Elke maand wordt er premie ingehouden op hun loon

Ziektewet
Als je ziekt wordt, krijg je de eerste twee jaar minstens 70% van je loon door betaald
WIA 
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

Biedt een uitkering aan arbeidsongeschikte werknemer
Voorbeelden
WW
Voor werknemers die hun baan kwijtraken, is er de WW (Werkloosheidswet). 

Het regelt een uitkering voor werknemers die buiten hun schuld werkloos geworden zijn.​

Slide 13 - Slide

Wat is geen werknemersverzekering?
A
WW
B
Ziektewet
C
WIA
D
AOW

Slide 14 - Quiz

Wet werk en zekerheid (Wwz)
Je mag volgens de Wet werk en zekerheid (Wwz) alleen ontslagen worden met toestemming van het UWV of van de rechter. ​



Als je twee jaar of langer in dienst geweest bent, moet je van je werkgever een transitievergoeding krijgen. Dit is een bedrag waarmee werknemers de overgang naar een andere baan kunnen betalen. 

Slide 15 - Slide

Leg uit waarom de WW en WIA niet voor zzp-ers zijn

Slide 16 - Open question


Lodewijk is zestien jaar in dienst geweest. Dan krijgt hij ontslag. Zijn bruto maandsalaris is €2.840. Bereken de transitie vergoeding.

Slide 17 - Open question

Aan de slag
Wat: Maken paragraaf 4.2
Wie: Individueel
Hoe: Stilte (mits je een vraag hebt)
Vraag?: Stel hem eerst aan je buurman/buurvrouw
Tijd: 15 minuten

Klaar: mag je iets voor jezelf doen

Slide 18 - Slide

BEWAARD

Wat heb je geleerd deze les?
Welke onderwerpen blijven je bij?

Slide 19 - Mind map

Geef deze les een cijfer.
Geef aan wat je leuk vond
Geef aan wat je de volgende keer anders zou willen

Slide 20 - Open question