MO17 -zelfbinding, normbesef, collectieve dwang

Welke instantie kan hier een boete geven?
A
De smaakpolitie
B
De NVWA
C
Winkeliersvereniging
D
Consumentenbond
1 / 26
next
Slide 1: Quiz in interactive video
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welke instantie kan hier een boete geven?
A
De smaakpolitie
B
De NVWA
C
Winkeliersvereniging
D
Consumentenbond

Slide 1 - Quiz

Aan welke wet houdt de restauranteigenaar zich niet?
A
Warenwet
B
Wet product-aansprakelijkheid
C
Colportagewet
D
Opiumwet

Slide 2 - Quiz

Markt en overheid

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  •     analyseren welke rol collectieve dwang en zelfbinding spelen bij het collectieve overleg over arbeidsvoorwaarden tussen (vertegenwoordigers van) werkgevers en werknemers.
  •     het meeliftersgedrag van niet-vakbondsleden uitleggen.
  •     uitleggen dat zelfbinding belangrijk is bij onderhandelingen.
  • het onderscheid kunnen maken tussen individuele, collectieve en quasi-collectieve  goederen.

Slide 4 - Slide

Terugblik
Basis en intensief: maken 5.2 t/m 5.7
Plus: maken 5.2, 5.4, 5.7


Slide 5 - Slide

Samenwerken voor collectieve zaken
Samenwerking door bedrijven voor collectieve zaken is niet vanzelfsprekend. Op basis van te verwachten omzet/winst kiezen bedrijven vaak voor hun individuele belang en niet voor het collectieve belang; ze liften liever mee op de inspanning van anderen. Hoe meer voor deze strategie van meeliften wordt gekozen, hoe minder er collectief tot stand komt.

Slide 6 - Slide

Leg uit wat de dominante strategie zou zijn van de bewoners, waar het gaat om samen betalen om een dijk te bouwen, om beschermd te zijn tegen het water.

Slide 7 - Slide

Soms is het nodig dat samenwerking wordt afgedwongen. Dan zijn er verschillende mogelijkheden om dat te doen:


De NVWA (nederlandse Voedsel en WarenAutoriteit) controleert de veiligheid van voedsel. Ze controleren bijvoorbeeld fabrieken, slachterijen, restaurants en het eten op evenementen.


Soms is het nodig dat samenwerking wordt afgedwongen:

> Zelfbinding
> Normbesef
> Collectieve dwang


Slide 8 - Slide

Soms is het nodig dat samenwerking wordt afgedwongen. Dan zijn er verschillende mogelijkheden om dat te doen:


De NVWA (nederlandse Voedsel en WarenAutoriteit) controleert de veiligheid van voedsel. Ze controleren bijvoorbeeld fabrieken, slachterijen, restaurants en het eten op evenementen.


> Zelfbinding

Bij zelfbinding spreekt een bedrijf zich openlijk uit voor samenwerking. Als het bedrijf zich niet aan deze afspraak houdt kan ze reputatieschade oplopen waardoor klanten kunnen wegblijven.



Slide 9 - Slide

Soms is het nodig dat samenwerking wordt afgedwongen. Dan zijn er verschillende mogelijkheden om dat te doen:


De NVWA (nederlandse Voedsel en WarenAutoriteit) controleert de veiligheid van voedsel. Ze controleren bijvoorbeeld fabrieken, slachterijen, restaurants en het eten op evenementen.


> Normbesef

Het kan ook zijn dat samenwerken de norm is. Dit is vooral het geval in kleine(re) gemeenschappen. Je lift eenvoudigweg niet mee.




Slide 10 - Slide

Soms is het nodig dat samenwerking wordt afgedwongen. Dan zijn er verschillende mogelijkheden om dat te doen:


De NVWA (nederlandse Voedsel en WarenAutoriteit) controleert de veiligheid van voedsel. Ze controleren bijvoorbeeld fabrieken, slachterijen, restaurants en het eten op evenementen.


> Collectieve dwang

Door middel van contracten wordt samenwerking afgedwongen.




Slide 11 - Slide

0

Slide 12 - Video

Type goederen
Goederen kunnen worden ingedeeld op basis van twee criteria:
  1. Wel of niet splitsbaar:
    Appels kun je wel verkopen aan een individu, straatverlichting niet.
  2. Wel of niet rivaliserend:
    Als ik een appel opeet kun jij die niet meer opeten. Als ik gebruik maak van een lantaarnpaal kun jij dat ook nog.

Slide 13 - Slide

Type goederen
  1. Individuele goederen:
    Splitsbaar & rivaliserend
  2. Collectieve goederen:
    Niet splitsbaar & niet rivaliserend
  3. Quasi collectieve goederen:
    Hebben 1 van beide kenmerken of individuele goederen die toch door de collectieve sector worden aangeboden 

Slide 14 - Slide

Individuele goederen
Deze goederen zijn verhandelbaar via de markt, er is een prijs voor vast te stellen. Je kunt het alleen krijgen als je er voor betaalt

Slide 15 - Slide

Collectieve goederen
Dit zijn goederen die door de overheid geleverd worden en voor iedereen beschikbaar zijn.



Slide 16 - Slide

Waarom collectieve goederen?
  • algemeen belang (bijv. veiligheid)
  • kwaliteit bewaken (bijv. rechtspraak)
  • betaalbaar houden (bijv. onderwijs)
  • niet individueel te leveren en te betalen                 (bijv. politie)

Slide 17 - Slide

Quasi collectieve goederen
Individuele goederen die door de overheid geproduceerd worden (semicollectieve goederen
Bijvoorbeeld onderwijs

Slide 18 - Slide

Collectieve goederen zijn niet rivaliserend
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van semi-collectieve goederen?
A
onderwijs - ziekenhuis
B
huisarts - rechtspraak
C
brandweer - straatverlichting
D
snelweg - electriciteit

Slide 20 - Quiz

Quasi-collectieve goederen zijn individuele goederen
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

Het is winter. Het heeft gevroren. Hendrik ziet er nu ongelofelijk tegen op om met de auto naar zijn werk te gaan. Gelukkig is er wel gestrooid. Het strooien van zout op de wegen is een voorbeeld van een:
A
Individueel goed
B
Quasi-collectief goed
C
Collectief goed
D
Niet-collectief goed

Slide 22 - Quiz

Een voorbeeld van een collectief goed is:
A
Autosnelweg
B
Bibliotheek
C
Concert
D
Dijk

Slide 23 - Quiz

Door wie worden collectieve goederen geleverd?
A
bedrijven
B
particulieren
C
overheid
D
buitenland

Slide 24 - Quiz

Huiswerk
Basis en intensief: maken 5.8 t/m 5.11, 5.13, 5.14, 5.17 t/m 5.19
Plus: maken 5.9 t/m 5.11, 5.13, 5.14, 5.17 t/m 5.19

Slide 25 - Slide

Evaluatie
  •     analyseren welke rol collectieve dwang en zelfbinding spelen bij het collectieve overleg over arbeidsvoorwaarden tussen (vertegenwoordigers van) werkgevers en werknemers.
  •     het meeliftersgedrag van niet-vakbondsleden uitleggen.
  •     uitleggen dat zelfbinding belangrijk is bij onderhandelingen.
  • het onderscheid kunnen maken tussen individuele, collectieve en quasi-collectieve  goederen.

Slide 26 - Slide