Nederlands A1 21-05-2025

Welkom in de les!
Les 5 (Taal & Geld)
1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsBeroepsopleiding

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom in de les!
Les 5 (Taal & Geld)

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
compententie 2
  • Start les 
  • Uitgaven/Inkomsten
  • Vaste- en dagelijkse lasten
  • Online betalen 2
  • Voltooid deelwoord
  • Verder met 'Klim op' (vraag woorden)
  • Les afronden/huiswerk

Slide 2 - Slide

Waar gaat jouw geld naar toe? (uitgaven)

Slide 3 - Open question

Van wie ontvang jij geld?
(inkomsten)

Slide 4 - Open question

Moeilijke woorden
Rekening
Factuur
Incasso
Contant


Slide 5 - Slide

Opdracht 3, blz. 26
Ja ik schrijf ...... op
ik betaal ook .......
ik heb ...
ik ....

Slide 6 - Slide

Omschrijvingen
1. Deze rekening betalen moet 1x per maand
2. Plek om kinderen naar toe te brengen als je moet werken
3. Kaart met tegoed om te kunnen reizen met OV
4. Beschermt jou tegen hoge uitgaven bij huisarts of ziekenhuis bezoek
6. Geld op zij zetten voor grote uitgaven
7. Achteraf betalen voor gebruik mobiel

Slide 7 - Slide

 Moeilijke woorden:
- regelmatig 
- zorgverzekering
- kinderopvang
- reserveren
- telefoonabonnement
- OV-chipkaart

Slide 8 - Slide

Online betalen deel 2

Slide 9 - Slide

Hoe gaat het ?
Persoon A                                                                 Persoon B
Goedemorgen hoe gaat het?                           Met mij gaat het goed
Wat heb je gisteren gedaan?                            Ik heb boodschappen gedaan
Wat heb je gekocht?                                             Ik heb ................ gekocht
Ben je alleen gegaan?                                          Ja, ik ben alleen gegaan (niet)
Was het gezellig?                                                   Nee, ik heb niemand gesproken (ja)
Hoeveel moest je betalen?                                Ik heb €33,35 afgerekend
Heb je contant of met bankpas betaald?   Ik heb met bankpas betaald
Kreeg je een bon?                                                  Nee dat was niet nodig (ja)

Slide 10 - Slide

Voorstellen
Ik ben (Mark)
Ik woon in (Woerden)
Ik ben (56 jaar)
Ik ben woon met (Ellen)
Wij hebben (3 kinderen)

Slide 11 - Slide

Boodschappen doen
Opdracht 1 en 2 (lezen)
Opdracht 3 en 4 (lezen)
Opdracht 7 (lezen en schrijven)


Gebruik het stencil

Slide 12 - Slide

Boodschappen doen
Opdracht 5 (schrijven)
Opdracht 6 (goede zinnen schrijven)


Gebruik het stencil

Slide 13 - Slide

Werkwoord betalen + voltooid deelwoord
(Ik + zijn/heb + deelwoord)
  • ik betaal                                           ik heb betaald
  • jij betaalt                                         jij hebt betaald
  • hij/zij/u/het betaalt                    hij/zij/u/ het heeft betaald
  • wij betalen                                     wij hebben betaald
  • jullie betalen                                 jullie hebben betaald
  • zij betalen                                       zij hebben betaald

Slide 14 - Slide

Werkwoord betalen + voltooid deelwoord
(Ik + heb/zijn + deelwoord)
  • ik betaalde                              ik had betaald                            
  • jij betaalde                              jij had betaald
  • hij/zij/u/het betaalde.        hij/zij/u/het had betaald
  • wij betaalden                         wij hadden betaald
  • jullie betaalden                     jullie hadden betaald
  • zij betaalden                          zij hadden betaald

Slide 15 - Slide

Onze afspraken
  • kom op tijd (09:00)
  • kom altijd (80%)
  • app of bel als je niet kan komen (aanwezigheid) 
  • geluid mobiel uit
  • jas uit
  • boeken meenemen
  • maak je huiswerk

Slide 16 - Slide

Invullen start evaluatie

Slide 17 - Slide

Wat koop jij vandaag?
Ik koop/koopt/kopen .....

Slide 18 - Open question

Wat koopt jou buurman/buurvrouw?

hij/zij kopen/koop/koopt ........

Slide 19 - Open question

Folder lezen

Slide 20 - Slide

Bekijk jouw eigen bankpas?
Praat samen!

Betaal jij vaak met de bankpas?   Waarom?
Waar kan jij zien hoeveel geld jij hebt?
Betaal jij ook soms contant?    Waarom?

Slide 21 - Slide

Hoeveel kost het?
Wat betekent inschatten?

Opdracht 7
blz. 11

Slide 22 - Slide

Rekeningen
(factuur)

Slide 23 - Mind map

Opdracht 3, blz. 15 De factuur
Samen lezen en  vragen beantwoorden
Luisteren


Slide 24 - Slide

Vraagwoorden
  • Wie ...                      Wie ben jij?
  • Wat ...                    
  • Hoe ...                     Hoe gaat het?
  • Waar ...
  • Welke ... 
  • Waarom ...
  • Wanneer ...   

Slide 25 - Slide

Leren werken met 
'Klim op' 
1. Wij maken gezamenlijk oefening 3 op blz. 13

2. Jullie maken oefening 4 en 5 op blz. 13

 

Slide 26 - Slide

Quiz

Spel boodschappen


Slide 27 - Slide

Wonen
Luisteren, meelezen en napraten. Opdracht B Blz. 12

In tweetallen!


Slide 28 - Slide

Wonen
https://www.youtube.com/watch?v=UDlXWOCeMas 

Slide 29 - Slide

Wonen
Luisteren en spreken, opdracht B blz. 13

Slide 30 - Slide

Wonen
Luisteren, schrijven opdracht 3 blz. 14

Slide 31 - Slide

Wonen
Lezen en schrijven opdracht 4 blz. 14

Slide 32 - Slide

Wonen

Slide 33 - Slide

Afronden
Volgende les vrijdag 23 mei
Huiswerk:  maak uit het werkboek Taal&Geld blz. 23 
(echt proberen!)

Slide 34 - Slide