Weer en klimaat

Thema: weer en klimaat
1 / 29
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieBasisschoolGroep 5-8

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Thema: weer en klimaat

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat ga je leren in dit thema?
1. Je leert allerlei begrippen over klimaten.
2. je leert welke klimaatzones er zijn in de wereld.
3. Je leert waar de klimaten liggen in de wereld.
4. Je leert welke kenmerken elk klimaat heeft.


Slide 2 - Slide

This item has no instructions


weer en klimaat


Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Weer en klimaat
Het klimaat is het soort weer dat een land tijdens een lange periode heeft. 

- We gebruiken het woord weer als we praten over het weer van een dag of een week.
- We gebruiken het woord klimaat als we het weer bedoelen van een lange periode.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Ligging van de klimaatzones op aarde
klimaatgebied: gebied op de wereld met hetzelfde klimaat

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Tropen
- Gebied ten zuiden en ten noorden van de evenaar
- Altijd warmer dan 18 graden
- geen verschil zomer en winter
- droge en natte periode (regenseizoen)


* tropisch regenwoudklimaat
* savanneklimaat

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Gematigd klimaat
- gebied tussen suptropen en polen
- Zomers niet heel warm
- Winters niet heel koud
- Hele jaar door neerslag

* zeeklimaat
* middellandse zeeklimaat
* landklimaat

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Suptropen

- gebied ten noorden en ten zuiden van de tropen
- zomers tropisch
- winters nooit echt koud
- in sommige gebieden valt er in de winter veel regen en andere weinig

droog klimaat:
* steppeklimaat
* woestijnklimaat

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Polen
- bovenste en onderste puntje van aarde 
- Altijd koud
- Noordpool en Zuidpool
- winter hele dag donker en in de zomer hele dag licht.  
- bestaat uit ijs

* Toendraklimaat
*poolklimaat
* hoogtebergklimaat

 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

klimaatverschillen
Het weer in een klimaatzone kan verschillen.
* De zee heeft een temperende werking: minder sterk maken
De zee maakt de warmte minder warm en de kou minder koud
* De zon: Hoe dichterbij, hoe warmer
* De hoogteligging heeft ook invloed op de temperatuur. Hoe hoger je bent, hoe kouder het is . Boomgrens: voorbij deze plek groeien door de kou geen bomen meer
* De wind: sommige windsoorten zijn warm en sommige windsoorten zijn koud. Het ligt eraan waar de wind vandaan komt.  

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Steppe: geen bomen, maar vooral gras droog gebied
Toendra: geen bomen. mos, lage struiken en gras.  Vaak aan rand van een poolgebied

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Savanne: veel gras en paar bomen. Het ligt in de tropen en sup tropen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Woordenschat
het klimaat
het landklimaat
De winters zijn heel koud en lang en de zomers heel warm. Het verschil in temperatuur tussen de zomer en de winter kan wel 60 graden zijn bij landen met een landklimaat!
het moessonklimaat
Het moessonklimaat heeft een droog en nat seizoen. 
Bekijk het filmpje.
het tropisch klimaat
Een klimaat met warme temperaturen en veel regen.
Het tropisch klimaat kun je onderverdelen in het regenwoudklimaat, het moessonklimaat en het savanneklimaat.
het steppeklimaat
In het steppeklimaat groeien nog grassen en struiken, maar er is veel minder leven dan in de tropen. 
het woestijnklimaat
Gebieden met een woestijnklimaat hebben vooral kale vlaktes van zand of stenen. Er groeien weinig planten. De planten die er groeien hebben zich aangepast aan de hitte.
gematigd klimaat of het zeeklimaat
In landen met een zeeklimaat wordt het klimaat beïnvloed door de zee. In gebieden met een zeeklimaat wordt het in de zomer nooit erg warm en in de winter wordt het nooit erg koud. 
het poolklimaat
In landen met een poolklimaat is het altijd koud. Het poolklimaat kun je verder opsplitsen in een toendraklimaat, een ijskap en een hooggebergteklimaat.
het regenwoudklimaat
In het regenwoudklimaat regent het het hele jaar. Daardoor blijven de planten groen. 
het droge klimaat
In gebieden met een droog klimaat is het overdag bloedheet en 's nachts kan het koud zijn. Er valt weinig regen. Het droge klimaat kun je onderverdelen in het steppeklimaat en het woestijnklimaat.
de ijskap
In een ijskap vriest het gemiddeld het hele jaar door. De Noord- en de Zuidpool zijn voorbeelden van een ijskap. 
het toendraklimaat
In het toendraklimaat is het tussen 0 en 10 graden in de warmste maand.
het hooggebergteklimaat
In het hooggebergteklimaat vriest het altijd. De bodem is meestal bevroren. Het komt voor in hooggebergtes, zoals de Himalaya of de Alpen.
het savanneklimaat
Het savanneklimaat heeft een groot verschil tussen het droge en natte seizoen.

Slide 19 - Slide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Heb jij het goed begrepen?
Waar vind je de klimaten ongeveer? Slepen maar!
tropisch klimaat
landklimaat
poolklimaat
droog klimaat
gematigd klimaat
poolklimaat
droog klimaat

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Welk klimaat zie je hier?
A
toendraklimaat
B
poolklimaat
C
zeeklimaat
D
landklimaat

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Poolklimaat 
Tropisch klimaat
Middellands zeeklimaat
Zeeklimaat
Landklimaat
Wat is waar?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Welk klimaat zie je hier?
A
toendraklimaat
B
poolklimaat
C
zeeklimaat
D
landklimaat

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Welk klimaat zie je hier?
A
tropisch regenwoudklimaat
B
woestijnklimaat
C
savanneklimaat
D
steppeklimaat

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Welk klimaat zie je hier?
A
zeeklimaat
B
toendraklimaat
C
steppeklimaat
D
landklimaat

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Welk klimaat zie je hier?
A
tropisch regenwoudklimaat
B
steppeklimaat
C
woestijnklimaat
D
savanneklimaat

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Welk klimaat zie je hier?
A
steppeklimaat
B
woestijnklimaat
C
landklimaat
D
savanneklimaat

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Welk klimaat zie je hier?
A
savanneklimaat
B
toendraklimaat
C
landklimaat
D
zeeklimaat

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Welk klimaat zie je hier?
A
steppeklimaat
B
toendraklimaat
C
savanneklimaat
D
landklimaat

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions