BRAZILIE

Herhaling Brazilië hoofdstuk 1
1 / 22
next
Slide 1: Slide
aardrijkskundeSecondary Education

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaling Brazilië hoofdstuk 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions



De ligging van landschapszones wordt bepaald door vier factoren:
 breedteligging;
 invloed van luchtstromen;
 ligging van gebergtes;
 invloed van zeestromen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Link

This item has no instructions

Gebruik de atlas.
Hieronder staan kenmerken van vier landschappen in Brazilië.
a. Steppeachtige savanne in het noordoosten van Brazilië met doornachtige struiken.
b. Savanne in Brazilië met een mix van bomen, struiken en grassen.
c. Grassavanne met soms wat bomen.
d. Regenwoud langs de Atlantische Oceaan in de tropische delen van Brazilië.
2p 2 Noteer de letters a t/m d op je antwoordblad.
                   Schrijf achter elk kenmerk (letter) de naam van het bijbehorend
                   landschap.


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Cerrado.
mangrove
Mata Atlantica 
Caatinga
Steppeachtige savanne in het noordoosten van Brazilië met doornachtige struiken.
Savanne met een mix van bomen, struiken en grassen.
Langs de vlakke en lage Atlantische kust in het noordoosten van Brazilië  dicht tropisch bos  aangepast aan zout water 
Regenwoud langs de Atlantische Oceaan 

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Mata Atlantica (tropisch regenwoud).

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Gebruik de atlas.
Hieronder staan kenmerken van drie landschappen in Brazilië: caatinga, cerrado en selva.
a - Dit landschap bestaat uit een steppeachtige vegetatie.
b - Dit landschap bestaat uit tropisch regenwoud.
c - Door de halfjaarlijkse verschuiving van de ITCZ zijn de verschillen in neerslag tussen de seizoenen groot.
d - Er is een droge periode van ongeveer negen maanden.
e - Grote delen van dit gebied staan door het geringe reliëf regelmatig onder water.
f - Voor de aanleg van onder andere sojaplantages wordt de savanne achtige vegetatie gekapt.
Noteer de namen van deze drie landschappen op je antwoordblad.
Schrijf achter elk landschap de letters van de twee bijbehorende kenmerken.





Slide 9 - Slide

Caatinga: a, d
Cerrado: c, f
Selva: b, e
Gebruik kaartblad 229.
De deelstaat Bahia heeft een vertrekoverschot. De sterk verstedelijkte deelstaat Rio de Janeiro heeft een vestigingsoverschot. Toch is de bevolkingsgroei in Bahia groter dan in de deelstaat Rio de Janeiro.


Beredeneer waarom de bevolkingsgroei in de deelstaat Bahia groter is dan in de sterk verstedelijkte deelstaat Rio de Janeiro.





Slide 10 - Slide

Een juiste redenering is:
In de deelstaat Bahia (in tegenstelling tot de sterk verstedelijkte deelstaat Rio de Janeiro) woont een groter deel van de bevolking op het platteland
en het geboortecijfer op het platteland hoger is / de natuurlijke bevolkingsgroei op het platteland groter is dan in stedelijke gebieden
Verklaar de geringe jaarlijkse neerslag in juli.
Je verklaring moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.
Voorbeeld van een goede verklaring:
In juli is er in Noordoost-Brazilië een aanlandige wind / zuidoostenwind. Die lucht stijgt en verliest aan de oostzijde veel vocht bij de stuwing tegen het kustgebergte (oorzaak), waardoor aan de (noord-)westzijde weinig vocht overblijft / terwijl aan de andere zijde de dalende lucht warmer wordt en geen bewolking of neerslag kan ontstaan (gevolg).




Slide 11 - Slide

GB55, Kaart 224 B Zuid-Amerika: Temperatuur en neerslag in juli.
Minder dan 25 mm neerslag.

I = ITCZ in juli.
II = ITCZ in januari.
III = Subtropisch hoge luchtdrukgebied boven de Atlantische Oceaan.
IV = Subtropisch hoge luchtdrukgebied boven de Pacifische (Stille) Oceaan.
V = Tropische regen met relatief droger seizoen.
VI = Tropische regen met relatief droger seizoen.
VII = Regenachtig en gematigd/warm met relatief natte zomer.
VIII = Semi-aride.
IX = Tropische regen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat is importsubstitutie?

A
zelf produceren en dus niet te veel importeren
B
veel importeren uit het buitenland
C
geen enkele handel met andere landen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat gaf géén stimulans aan de groei van de Braziliaanse economie rond 2000?

A
buitenlandse investeringen
B
het delven van grondstoffen
C
een sterke bevolkingsgroei
D
industrialisering

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Waar staat BBP voor?
A
breed binnenlands product
B
breed buitenlands project
C
bruto binnenlands product
D
bruto buitenlands product

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Waarvoor wordt het BBP als graadmeter gebruikt?
A
om de kracht van het nationale leger te meten
B
om de politieke verdeeldheid te meten
C
om de ontwikkelingen en welvaart te meten
D
om het aantal inwoners te meten

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

waar ligt het zwaartepunt van de economische activiteiten in Brazilie?
A
Brasilia - Rio de Janeiro - Belo Horizonte
B
São Paulo - Rio de Janeiro - Belo Horizonte
C
São Paulo - Manaus -Rio de Janeiro
D
Manaus - Rio de Janeiro - Belo Horizonte

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een handelsbalans?
A
alle ingecalculeerde handelskosten
B
de totale inkomsten min de totale uitgaven van een land
C
de gemiddelde opslagkosten van de handelsproducten
D
het verschil in opbrengst tussen de import en export

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

United States-Mexico-Canada Agreement
A
United States-Mexico-Canada Agreement (USMCA)
B
United States-Mexico-Canada Free Agreement (USMCFA)
C
American Trade Agreement (NATA)
D
North American Free Trade Agreement (NAFTA)

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat is de grootste stad van Brazilië?
A
Sau Paolo
B
Manaus
C
Rio de janeiro
D
Brazilia

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions