T&G Periode 5 les 4 Uithoudingsvermogen (basis)

T&G les 4
Uithoudingsvermogen (de basis)
1 / 20
next
Slide 1: Slide
T&GMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

T&G les 4
Uithoudingsvermogen (de basis)

Slide 1 - Slide

Uithoudingsvermogen

Slide 2 - Mind map

Uithoudingsvermogen en conditie is hetzelfde...
Waar
Niet waar

Slide 3 - Poll

Wat is uithoudingsvermogen

Het vermogen van de sporter om weerstand te bieden aan psychische en fysieke vermoeidheid bij aanhoudende belastingen en/of snel kunnen herstellen van dergelijke belastingen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Capaciteit en vermogen van een energiesysteem
Twee begrippen bij uithoudingsvermogen:
Capaciteit van een energiesysteem:
  • De totale voorraad aan energierijke stoffen

Vermogen van een energiesysteem:
  • De energie die per tijdseenheid uit de capaciteit kan worden vrijgemaakt
    .

Slide 6 - Slide

Capaciteit en vermogen per systeem

Slide 7 - Slide

Trainen van capaciteit en vermogen
Soms wil men zowel capaciteit als vermogen trainen. Dat kan, een intensieve duurtraining kan twee effecten hebben:

  • De capaciteit (de glycogeen voorraad) neem toe.

  • Het vermogen (om meer/sneller energie uit glycogeenvoorraden te halen) neemt toe.

Slide 8 - Slide

Trainen van capaciteit en vermogen
Als iemand graag capaciteit wil trainen zal hij/zij altijd proberen om een bepaalde intensiteit zo lang mogelijk uit te houden. Focus op het langer volhouden.

Als iemand graag vermogen wil trainen zal hij/zij altijd proberen om met een groter vermogen te trainen. Focus op het kunnen sporten met een hogere intensiteit.


Slide 9 - Slide

VO2-max

Duursporters (wielrenners, hardlopers, langlaufers) doen veel inspanning in het zuurstofsysteem (aeërobe). Om te bepalen hoe goed het aërobe uithoudingsvermogen is kan er gekeken worden naar de VO2-max.

De VO2-max gaat over de maximale hoeveelheid zuurstof die je per minuut kan opnemen. Hoe meer zuurstof je kunt opnemen des te beter je aëroob uithoudingsvermogen is.

Slide 10 - Slide

VO2-max
De Vo2-max kan worden vastgesteld aam de hand van verschillende test (shuttle-run, coopertest en meer).

De gegevens van de VO2-max wil je graag weergegeven hebben in ml/min/kg lichaamsgewicht (vvm).

Soms moet je nog wat berekenen om tot de juiste gegevens te komen.

Slide 11 - Slide

VO2-max berekenen
300 liter zuurstof per uur moet omgerekend worden naar ml. per minuut.
Eerst van liter per uur naar liter per minuut (beide delen door 60). Vervolgens van liter per minuut naar ml per minuut (1 liter is 1000 ml). Tot slot de ml delen door het lichaamsgewicht.

                 Dan heb je:
ml/min/kg lichaamsgewicht


Slide 12 - Slide

VO2-max berekenen
Ook kun je de VO2 max berekenen per kilogram lichaamsgewicht. Dan moet je in de laatste stap (delen door lichaamsgewicht) het % vet eraf halen.

Dan kom je tot de VO2-max vvm (vet vrije massa).

Slide 13 - Slide

Je eigen VO2-max
in deze tabel kun je aan de hand van de shuttle run zien van ongeveer jou VO2-max is.

Slide 14 - Slide

Test je kennis!?

Slide 15 - Slide

Waarom zou een sprinter(100m) zijn vermogen verbeteren?
A
Voor zijn reactie vermogen
B
Voor zijn acceleratie vermogen
C
Voor een sterk eind
D
Voor een goed herstel na de inspanning

Slide 16 - Quiz

Kun je vermogen trainen van het zuurstof systeem?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit wat de capaciteit is van een energie systeem:

Slide 18 - Open question

De totale voorraad ATP en CP in de spiercellen
De snelheid waarmee een hoeveelheid lactaat kan worden geproduceerd
De energie die per seconde of minuut wordt geleverd door de aerobe processen
De voorraad glycogeen en vetten die met behulp van O2 kunnen worden omgezet in energie

Slide 19 - Drag question

Bereken de VO2-max (ml/min/kg lichaamsgewicht) van de volgende atleet:
350 liter zuurstof per uur en weegt 70 kilo.

Slide 20 - Open question