Woordsoorten H2 bn

timer
10:00
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

timer
10:00

Slide 1 - Slide

Lesdoelen:
Ik kan / weet:
  • (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden herkennen.

Slide 2 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Wat weet jij van het bijvoeglijk naamwoord?
Schrijf op in je schrift.
timer
0:30

Slide 3 - Slide

Bijvoeglijke naamwoord (bn)
zegt iets extra's over een zelfstandig naamwoord (zn).

Slide 4 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord (bn)
  • een bn zegt iets over een zn
  • een stoffelijk bn geeft het materiaal aan en eindigt vaak op      - en (de houten stoel, de koperen plaat)
  • staat soms voor een zn (De waardevolle schilderijen.)
  • staat soms achter een zin (De schilderijen zijn waardevol.)
--> soms nog verder weg (De schilderijen die ik gisteren kocht zijn erg waardevol.)

Slide 5 - Slide

Maak een bn bij het zn. 1x met lw 'een', 1x met lw 'de'/'het', 1x achter de zn. Schrijf op in je schrift.
timer
5:00

Slide 6 - Slide

Wat valt je op aan het bn?
Wanneer schrijf je het bijvoeglijk naamwoord met een -e (aan het einde) en wanneer niet?

Slide 7 - Slide

Opdracht
Grammatica woordsoorten H2 opdracht 1 t/m 3 maken. 
timer
15:00
Vragen? Eerst zachtjes vragen aan je groepsgenoten, daarna aan mij.

Slide 8 - Slide

Huiswerk
Do 6-2:
H2 woordsoorten
af opdr. 1 t/m 3


Slide 9 - Slide

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?
A
mooi
B
interessant
C
gedurende
D
vreugde

Slide 10 - Quiz

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een ...
A
bijwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
lidwoord

Slide 11 - Quiz

Welke woordsoort ontbreekt in de zin:

Het ____ meisje kan erg goed zingen.
A
bijvoeglijk naamwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel

Slide 12 - Quiz

Welke woordsoort ontbreekt in de zin:

Janneke heeft een mooi ____ aan.
A
lidwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voorzetsel

Slide 13 - Quiz

Welke woordsoort is onderstreept?
Deze les doen we een herhaling van de woordsoorten.
_____________
A
Werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Lidwoord

Slide 14 - Quiz

Mijn nieuwe fiets zet ik altijd goed op slot.
________
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Werkwoord

Slide 15 - Quiz

De jongen kreeg een tien.
________
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord
D
Werkwoord

Slide 16 - Quiz

Welk woord is geen zelfstandig naamwoord?
A
hout
B
fiets
C
aardig
D
Amsterdam

Slide 17 - Quiz

Ik kan bijvoeglijk naamwoorden herkennen en toepassen.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel
010

Slide 18 - Poll

Hoe heb je vandaag gewerkt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll