MAW vaardigheden

1 / 22
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wanneer is een onderzoek wetenschappelijk?
  1. betrouwbaarheid
  2. Validiteit
  3. representativiteit
  4. transparantie
herhaling zorgt voor dezelfde uitkomst
je meet wat je wilt meten, stel je de goede vragen?
dwarsdoorsnede van de hele groep. Bijv. zijn alle leeftijden uit een onderzoeksgroep betrokken in de steekgroep
hoe een onderzoek verlopen is moet duidelijk en openbaar zijn.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

onafhankelijke variabelen
Andere benaming is oorzakelijke variabelen
denk ook aan vaste dingen zoals:
geslacht, leeftijd, lengte, geboorteplaats etc.

Jij bepaalt zelf de onafhankelijke variabele in een onderzoek.

Terwijl de afhankelijke variabele of gevolg variabele is datgene waarvan je vermoedt dat de onafhankelijke variabele invloed op heeft.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

leeftijd
hartproblemen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

interveniërende variabele
Deze staat tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele in.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

leeftijd
hartproblemen
levenstijl

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Variabelen

  • De onafhankelijke variabele      (de vaste stappen die je kiest)
        is de variabele die je zelf bewust verandert / bepaalt (in ons voorbeeld is
        dit de leeftijd)

  • De afhankelijke variabele             (de gemeten waarden)
       wordt beïnvloed door de onafhankelijke variabele (in ons voorbeeld is dit 
       de hoeveelheid hartproblemen)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is de afhankelijke variabele in deze onderzoeksvraag?:
Hebben pissebedden de voorkeur voor een lichte of donkere omgeving?
A
De hoeveelheid licht
B
De pissebedden
C
Waar de pissebedden zitten

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke 2 beweringen zijn juist?
A
Een onafhankelijke variabele wordt gekozen
B
Een onafhankelijke variabele wordt gemeten
C
Een afhankelijke variabele wordt gekozen
D
Een afhankelijke variabele wordt gemeten

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

significant onderzoek
Volgens de Van Dale is de betekenis: “statistisch niet aan toeval toe te schrijven en dus betekenisvol”. Ook in onderzoek wordt het zo opgevat: significant betekent het onderscheiden van toeval.

Als er gevraagd wordt of iets significant verschilt, dan wordt er dus gevraagd: “Is er meer aan de hand dan toeval?“.


Je moet je afvragen of een significant verschil altijd de moeite waard is. Een grote steekproef bijvoorbeeld maakt het makkelijker om ‘iets’ te vinden, maar je moet je altijd afvragen of dat verschil er echt toe doet.


Slide 16 - Slide

This item has no instructions


Waar gaan we in de sociale wetenschappen vaker vanuit?
A
Correlaties
B
Causale relaties

Slide 17 - Quiz

Correlaties, doordat we in een onderzoek vaak niet alle variabelen mee (kunnen) nemen kunnen er meerdere variabelen een rol spelen en het causale verband verklaren, oftewel er kunnen meerdere oorzaken zijn die niet onderzocht zijn waardoor we beter van een waarschijnlijkheid kunnen spreken.
Wetmatigheid
Kans
Variabele
Zwaartekracht
IQ
De aarde draait om de zon
Spijpelaars vertonen later crimineel gedrag
Sekse
Leeftijd

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions


Wat is een goede hypothese?
A
Hebben jongens een hoger IQ?
B
Hebben jongens een hoger IQ dan meisjes?
C
Hebben meisjes een hoger of lager IQ dan jongens?
D
Meisjes hebben een hoger IQ dan jongens.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Meetbaar/Hoeft niet geoperationaliseerd te worden
Niet meetbaar/Moet nog geoperationaliseerd worden
Aantal kinderen in een gezin
Mate waarin mensen gelukkig zijn
Gezondheid
Cijfer voor een toets
Geslacht

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Correlatie
Causale relatie
De kwaliteit van het lesgeven door een leerkracht kan zorgen voor meer zelfvertrouwen bij een leerling.
Als Pim ouder wordt, groeit hij. Zijn lengte neemt toe tot hij een jaar of zestig is geworden en dan neemt zijn lengte een beetje af.

Slide 21 - Drag question

1. Hierbij gaat het om een verband. Zo kan de kwaliteit van het lesgeven zorgen voor meer zelfvertrouwen bij een leerling wanneer de lesstof duidelijk is voor de leerling en de leerkracht het duidelijk uitlegt. Hierbij gaat het niet per direct om een causale relatie omdat er mogelijk meerdere variabelen een rol spelen en dit niet bij alle leerlingen hoeft te gelden.  

2. Hierbij gaat het om een causale relatie, want de leeftijd van Pim heeft direct invloed op zijn lengte. 
Correlatie
Causale relatie
De kwaliteit van het lesgeven door een leerkracht kan zorgen voor meer zelfvertrouwen bij een leerling.
Als Pim ouder wordt, groeit hij. Zijn lengte neemt toe tot hij een jaar of zestig is geworden en dan neemt zijn lengte een beetje af.

Slide 22 - Drag question

1. Hierbij gaat het om een verband. Zo kan de kwaliteit van het lesgeven zorgen voor meer zelfvertrouwen bij een leerling wanneer de lesstof duidelijk is voor de leerling en de leerkracht het duidelijk uitlegt. Hierbij gaat het niet per direct om een causale relatie omdat er mogelijk meerdere variabelen een rol spelen en dit niet bij alle leerlingen hoeft te gelden.  

2. Hierbij gaat het om een causale relatie, want de leeftijd van Pim heeft direct invloed op zijn lengte.