H2B-les5

Plattegrond deze les
Romy
Thijs
Noa

Iroy
Julian

Iris
Bas
Sem
Kayla
Iedereen heeft een lege tafel naast zich!
Je blijft de hele les alleen zitten
1 / 33
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Plattegrond deze les
Romy
Thijs
Noa

Iroy
Julian

Iris
Bas
Sem
Kayla
Iedereen heeft een lege tafel naast zich!
Je blijft de hele les alleen zitten

Slide 1 - Slide

Deze les
Huiswerk controle, heb je alles gemaakt?

Uitleg nieuwe stof

Controleren van de gemaakte opdrachten

Aan de slag met het huiswerk

Slide 2 - Slide

Huiswerk voor vandaag
Maken de opdrachten bij paragraaf 4
Productie en milieu

Slide 3 - Slide

Waar hebben we het over gehad?
  • behoeftes
  • consumeren / produceren
  • betaalde- en onbetaalde productie
  • prioriteit
  • productie bedrijven
  • productiefactoren
  • vervuiling
  • duurzaam produceren
  • maatschappelijke kosten
  • milieuwetten

Slide 4 - Slide

Waar gaan we het vandaag over hebben?
Staafdiagram
Cirkeldiagram

Slide 5 - Slide

0

Slide 6 - Video

0

Slide 7 - Video

Nakijken gemaakte werk
Paragraaf 2.3

Slide 8 - Slide

1 Bakkers bakken veel verschillende broden en broodjes omdat er behoefte aan veel verschillende soorten is.

2 Er wordt minder brood gebakken waar 
minder behoefte aan is.

3 Bakkers gaan op zoek naar een nieuw soort brood om de behoeftes van consumenten te blijven vervullen.


Slide 9 - Slide

4 De bakkers willen geld ontvangen voor de verkoop.

5 De productie is betaald.

Bedrijven noemen die produceren voor geld: 

Slide 10 - Slide

7 In de bakkerij werken 30 mensen.

8 De bakkerij heeft deze mensen nodig voor de productie van brood en broodjes.

9 Werkzaamheden in de bakkerij: brood bakken, brood rondbrengen, brood verkopen.

Slide 11 - Slide

10 Zonder arbeid is er geen productie.

11 Verschillende werkzaamheden in de supermarkt:
kassawerk, vakkenvullen, administratie, etc.

12 Met robots is toch ook onderhoud nodig voor de robots, voor contact met klanten en de administratie.

Slide 12 - Slide

13 Hulpmiddelen bij de productie heten kapitaalgoederen.

14 Een bakkerij zonder hulpmiddelen (oven, mixers) kan geen brood bakken.

15 Foto A: hijskraan
Foto B: tractor

Slide 13 - Slide

16 Met het graan kan de bakker brood produceren.

17 De natuur zorgt voor de zon en de regen waardoor het graan kan groeien.



18 A de bank is gemaakt van hout
B de chocolademelk is gemaakt van melk en cacao. 

Slide 14 - Slide

19 Machines hebben stroom nodig om te kunnen draaien.

20 Als de stroom uitvalt dan zal de productie stoppen.

21 De energiebronnen zijn wind, zon en aardolie.


Slide 15 - Slide

22 Andere energiebronnen: aardgas en steenkool.

23 Energiebronnen zijn in de natuur te vinden.

24 Er is geen productie zonder natuur.


Slide 16 - Slide

25 De productiefactor arbeid is het beste te zien op foto A.

26 De productiefactor natuur is het beste te zien op foto B.

27 Foto A: oven, bakplaats, schep
Foto B: zonnepanelen

Slide 17 - Slide

28 De uitleg van je docent: arbeid
Het schoolbord: kapitaalgoed
Het licht van buiten: natuur

Slide 18 - Slide

Nakijken gemaakte werk
Paragraaf 2.4

Slide 19 - Slide

1 Joris knapt een oude auto op; hij ververst olie en vervangt onderdelen.

2 Deze klus is een voorbeeld van productie thuis.

3 Het gevolg van deze productie is dat er afval ontstaat.


Slide 20 - Slide

4 De oude olie en onderdelen moeten B gescheiden ingeleverd worden bij de gemeente.

5 Schilderwerk: verfresten, kwasten en verfhandschoenen.
De was doen: vuil water, zeepresten.
Stofzuigen: volle stofzuigerzak.

Slide 21 - Slide

6 De grond raakt vervuild doordat Joris olie morst.

7 Als Joris zijn vieze handen wast, dan gaat vies water door de afvoer in de riolering. Dit moet ook schoongemaakt worden.

8 Het testen van de motor zorgt voor uitlaatgassen die de lucht vervuilen.

Slide 22 - Slide

9 Barbecue zorgt voor vervuiling van de lucht, antwoord B.

10 Gevaar van milieuvervuiling voor mensen: ze kunnen ziek worden, er ontstaat klimaatverandering.

11 De meeste vervuiling in Nederland is in A de dichtbevolkte gebieden.

Slide 23 - Slide

12 Eigen antwoord, waarschijnlijk woon jij in een gebied met weinig fijnstof.

13 Drukte op de weg zorgt voor een mindere luchtkwaliteit, er is meer vervuiling.

14 Luchtvervuiling is een probleem omdat het slecht is voor de gezondheid.

Slide 24 - Slide

15 Door productie thuis en in bedrijven onstaat vervuiling, antwoord B.

16 De kosten die wij allemaal betalen hoemen de de maatschappelijke kosten.

17 Deze kosten moeten wij allemaal betalen omdat we allemaal verantwoordelijk zijn voor de gevolgen van productie

Slide 25 - Slide

18 De maatschappelijke kosten betalen we aan de overheid.

19 Als wij samen de kosten van vervuiling betalen, noem je dat maatschappelijke kosten.

20 Eigen antwoord, leg je antwoord wel uit.


Slide 26 - Slide

21 Naast energie zijn er ook grondstoffen nodig om te kunnen produceren.

22 De grondstof van plastic is olie.

23 Om papier te maken is hout nodig.


Slide 27 - Slide

24 Voorbeelden duurzamen productie thuis: zonnepanelen, hergebruik van producten.

25 De elektrische auto B, zorgt voor minder schade aan het milieu.

26 Nadeel elektische auto: hij is duurder 
in aanschaf, en de accu bevat wel 
veel schadelijke stoffen.

Slide 28 - Slide

27 De overheid maakt wetten om het milieu te beschermen.

28 De overheid maakt regels voor iedereen die produceert. Dus zowel voor thuis als in bedrijven.

29 Afval wat je thuis niet kwijt kunt kun je inleveren bij het afvalscheidingsstation van zijn gemeente.

Slide 29 - Slide

30 Eigen antwoord, leg je antwoord wel uit.

31 Eigen antwoord, bijvoorbeeld oud papier inzamelen, afval scheiden, minder plastic gebruiken, zelf tas meenemen, spaarlampen, etc.

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Huiswerk
Maken de opdrachten bij paragraaf 5
Het staafdiagram en cirkeldiagram

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video