This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Hoofstuk 4Marktaanbod
Eerste deel van hoofdstuk 4
prijsaanbodlijn en veranderingsfactoren
Producentensurplus
Slide 1 - Slide
10.2 collectieve aanbodlijn
p = MK aanbieder 1
p = MK aanbieder 2
p = MK alle aanbieders in de markt
Slide 2 - Slide
collectieve prijsaanbodlijn:
alle combinaties van mogelijke marktprijs en bijbehorende aangeboden hoeveelheid
qa = 1,75p - 35
Bij hogere prijs bieden aanbieders meer producten aan
Slide 3 - Slide
verandering: materialen die gebruikt worden bij de productie worden goedkoper. Wat gebeurt er met de aanbodlijn?
A
niets
B
verschuift naar links
C
verschuift naar rechts
D
steiler verloop
Slide 4 - Quiz
verandering: arbeidsproductiviteit van de werknemers daalt. Wat gebeurt er met de aanbodlijn?
A
voor iedere mogelijke prijs zal het aanbod stijgen dus verschuift naar rechts
B
voor iedere mogelijke prijs zal het aanbod dalen dus verschuift naar links
C
minder aanbod dus verschuift naar rechts
D
minder aanbod dus verschuift naar links
Slide 5 - Quiz
verandering: door geslaagde reclame campagne zijn consumenten bereid een hogere prijs te betalen. Hierdoor stijgt de marktprijs. Wat gebeurt er met de aanbodlijn?
A
verschuift naar rechts want bij een hogere prijs is er meer aanbod
B
verschuift naar links want bij een hogere prijs is er minder aanbod
C
niets, maar er wordt meer aangeboden bij een hogere prijs dus er is een verplaatsing op de lijn naar boven
D
niets, maar er wordt minder aangeboden bij een hogere prijs dus er is een verplaatsing op de lijn naar beneden
Slide 6 - Quiz
Wat is GEEN verklaring voor de situatie welke is weergegeven in de grafiek?
A
Rentestand stijgt
B
Toename aantal aanbieders op de markt
C
grondstoffen en halffabricaten zijn goedkoper geworden
D
Door lockdown moeten bedrijven dicht
Slide 7 - Quiz
Conclusie (1)
Verschuiving van de curve komt door bijvoorbeeld:
- Daling van variabele productiekosten
- Toename van het aantal producenten
- Toename arbeidsproductiviteit (en dus daling loonkosten)
- Daling van de rente
Let op juiste formulering:
Voor iedere mogelijke prijs neem het aanbod toe/af dus de curve verschuift in zijn geheel naar rechts/links
Slide 8 - Slide
Conclusie (2)
Verplaatsing langs de prijsaanbodcurve:
- Alleen door verandering van de prijs. Deze is immers al meegenomen in het verband tussen prijs en aanbod.
Let op juiste formulering:
Bij een hogere / lagere prijs zal (volgens het gegeven verband in de prijsaanbodcurve) meer / minder worden aangeboden.
Slide 9 - Slide
En dan nog een cijfervoorbeeld...
De gegeven collectieve aanbodcurve is een optelsom van alle individuele MK lijnen
qa = 1,75p - 35
-1,75p = -qa -35
p = 1/1,75qa + 20
p = MK = 1/1,75qa + 20
Slide 10 - Slide
Verandering: Leveranciers uit het buitenland kunnen als gevolg van Corona geen halffabricaten meer leveren, waardoor deze halffabricaten nu bij binnenlandse leveranciers moeten worden ingekocht tegen een meerprijs van 20 euro per stuk. Leg uit wat er gebeurt er met de collectieve prijsaanbodcurve?
Slide 11 - Open question
Hoe luidt de functie van de nieuwe collectieve prijsaanbodcurve? (oud: qa = 1,75p - 35. Meerprijs halffabrikaat 20 euro)
A
qa = 21,75p - 35
B
qa = 1,75p - 55
C
qa = 1,75p - 15
D
qa = 1,75p - 70
Slide 12 - Quiz
Nog een cijfervoorbeeld
Slide 13 - Slide
Producentensurplus
= verschil tussen de leveringsbereidheid en de prijs die ontvangen wordt
De prijsaanbodlijn geeft de leveringsbereidheid voor een product / dienst weer.
is een maatstaf voor de welvaart van producenten
wat wil een producent minimaal ontvangen voor een product?
prijsnemer: P = GO = MO (prijs wordt door de markt bepaald)
prijszetter: P = GO (kan zelf tot op zekere hoogte de prijs bepalen)
Slide 14 - Slide
Bereken het producentensurplus bij een prijs van € 250
Slide 15 - Open question
Arceren van het PS
Bij een prijs van € 250
Slide 16 - Slide
verandering van het PS
PS = verschil tussen leveringsbereidheid en prijs
kan dus veranderen als leveringsbereidheid verandert, of als de prijs verandert.
Aanpak? nieuwe situatie - oude situatie
voorbeeld: veranderingen in kostenstructuur of aantal aanbieders
prijsnemer: geen individuele invloed (wel via bijvoorbeeld het stimuleren van de vraag)
prijszetter: wel individuele invloed
Slide 17 - Slide
Bereken de verandering van het PS bij een prijs van € 60