File 6 - 16/17/18/19

1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welcome 
Games File 6

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Je kent de verschillende Question Words en kunt ze toepassen in een zin
Je leert hoe je met het werkwoord Can en Be vragen kunt maken.
Je kunt Can en Be toepassen in een vraagzin.

Slide 3 - Slide

This lesson
1. Practice
questions
LessonUp
2. Uitleg
Making questions
uitleg
3. Make
16 t/m 19
oefenen

Slide 4 - Slide

Noem de 5 Engelse vraagwoorden. (in het Engels)

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
'To be'

Ik
ben
Jij
bent
zij
is
Hij 
is
Het
is
Wij
zijn
Jullie
zijn
Zij
zijn
I
am
I'm
You
are
You're
She
is
She's
He
is
He's
It
is
It's
We
are
We're
You
are
You're
They
are
They're

Slide 7 - Slide

Vragen met To be and Can
  • To be = zijn 
  • Can =  kun/kan
  • Wanneer je een vraag maakt met  de werkwoorden To be of Can, dan komen deze altijd vooraan in de zin!

Slide 8 - Slide

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
'To be'
question
(vragend)
Ben
ik?
Ben
jij?
Is
zij?
Is
hij?
Is
het?
Zijn
wij?
Zijn
jullie?
Zijn
zij?
Am
I
Are
you?
Is
she?
Is
he?
Is
it?
Are
we?
Are
you?
Are
they?

Slide 9 - Slide

Maak een vraag met To be: (am/are/is)

Slide 10 - Open question

Can (vragen met kunnen)
Can I jump?                             Can we ask?
Can you write?                       Can they talk?
Can he / she / it help?         Can you draw? 



Slide 11 - Slide

Maak een vraag met Can:

Slide 12 - Open question

Make 16/17/18/19


Ready? Timer still running

  • PRACTICE on : www.test-english.com - Question Words
timer
20:00

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link