File 6 - 16/17/18/19

1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welcome 
Games File 6

Slide 2 - Slide

Tijdens de les
  • Luister en kijk je aandachtig naar de uitleg.
  • Je bent stil.
  • Je Ipad blijft op de kop op je tafel.
  • Heb je een vraag, hand op.
  • Je wacht op je beurt en roept niet door de klas.
  • Je begint pas wanneer dit gezegd wordt.
Waarschuw algemeen 1 x - je kent ze!
Andere plek rest v/d les of schrijven(Ipad)
3de x = Time Out

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Je kent de verschillende Question Words en kunt ze toepassen in een zin
Je leert hoe je met het werkwoord Can en Do vragen kunt maken.
Je kunt Can en Do toepassen in een vraagzin.

Slide 4 - Slide

This lesson
1. Uitleg en oefenen
15 min
Making questions
3. Make
20 min
Homework
4. Kahoot
10 min
test yourself

Slide 5 - Slide

  Do you
remember 

Slide 6 - Slide

Vul alle vormen van to be in:
(I am..etc)

Slide 7 - Mind map

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
'To be'
question
(vragend)
Ben
ik?
Ben
jij?
Is
zij?
Is
hij?
Is
het?
Zijn
wij?
Zijn
jullie?
Zijn
zij?
Am
I
Are
you?
Is
she?
Is
he?
Is
it?
Are
we?
Are
you?
Are
they?

Slide 8 - Slide

You:................................?

Ogres: Yes, I'm very dangerous!



You:........................................................?
Ogre: Yes, I am very dangerous.

Slide 9 - Open question

You: .......................................?
Ogre: Yes I am very hungry. Bring me a sheep and maybe I will let you go past me.



You:........................................................?
Ogre: Yes I am very hungry. Bring me a sheep and maybe I will let you go past me.

Slide 10 - Open question

Vragen met To be and Can
  • To be = zijn 
  • Can =  kun/kan
  • Wanneer je een vraag maakt met  de werkwoorden To be of Can, dan komen deze altijd vooraan in de zin!

Slide 11 - Slide

Bedenk een vraag met 'Can'

Slide 12 - Open question

Can (vragen met kunnen)
Can I jump?                             Can we ask?
Can you write?                       Can they talk?
Can he / she / it help?         Can you draw? 



Slide 13 - Slide

Do/Does- altijd hele ww
Does > He/she/ it                                         (1 persoon)
Do > We/They/You en I        (meer personen en ik)

  •     Do we have twenty bottles of water with us? (to have)
  • Does he walk 10 miles every day? (to walk)
Vragen maken met Do of Does!

Slide 14 - Slide

'Does' gebruik je bij:
A
he/she/it
B
you/they
C
we/they
D
I

Slide 15 - Quiz

Kies: do of does
A
Do you like gaming?
B
Does you like gaming?

Slide 16 - Quiz

Does she .... biscuits?
A
like
B
Likes

Slide 17 - Quiz

Kies: do of does
A
Do she have a sister?
B
Does she has a sister?
C
Does she have a sister

Slide 18 - Quiz

Make 16/17/18/19
(19 make good sentences)

Ready? Timer still running

  • PRACTICE on : www.test-english.com - Question Words
timer
20:00

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link