Par. 3.4 Indeling betoog

Vak: Nederlands
Schrijven
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Terugblik
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Schrijven
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Terugblik
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

Welkom!
Telefoon in de bak.
Neem plaats.
Jas uit.
Op tafel: Werkboek Nederlands of laptop en schrift dicht 
Tas op de grond.
Niet eten of drinken in de klas.
Presentie.
timer
2:00

Slide 2 - Slide

Lesdoel(en)
Aan het einde van deze les kan je:
  • de indeling van een goed betoog onderscheiden van een slecht betoog, en benoemen waaraan een goed betoog voldoet




Slide 3 - Slide

Woensdag 7 mei 2025
Wat: Indeling betoog
Wanneer: 08:30-10:10
Hoe: Gezamelijk/ Zelfstandig werken
Klaar: Par. 3.4 opdrachten maken
HW: Par. 3.4  opdrachten afmaken
Lesdoel: Zie vorige slide!
Taaldoel: Standpunt

Slide 4 - Slide

Indeling betoog?

Slide 5 - Mind map

Indeling betoog
Inleiding:
  • Noem het onderwerp en het probleem (stelling).
  • Geef kort je mening.
  • Bedenk een pakkende zin

Kern:
Leg je mening uit met argumenten.
  • Geef elk argument een aparte alinea met voorbeelden.
  • Gebruik signaalwoorden die een reden aangeven (omdat, want, daarom).
  • Gebruik signaalwoorden voor de opsomming van de argumenten (ten eerste, bovendien, ook, ...)

Slot:
  • Herhaal je mening over het onderwerp
  •  Gebruik daarbij een signaalwoord dat een conclusie aangeeft (dus, dan ook, kortom).

Slide 6 - Slide

Voor het lezen: Foto

Slide 7 - Slide

Tijdens lezen:
Noteer het standpunt van beide betogen
Noteer welk betoog goed is.

Slide 8 - Slide

Tijdens lezen:
Noem twee goede argumenten uit de goede tekst.

Slide 9 - Slide

Vraag:

Wat maakt de slechte betoog minder overtuigend?

Slide 10 - Slide

Wat maakt de slechte tekst minder overtuigend?
Noem drie dingen.

  1. Geen duidelijke opbouw 
  2. Veel herhaling van dezelfde woorden (“slecht”, “gewoon”) en taalgebruik.
  3. Argumenten worden niet uitgelegd of onderbouwd met voorbeelden of bronnen

Slide 11 - Slide

Een sterk betoog schrijven
Een duidelijke mening.
Goede argumenten geven uitleg en voorbeelden.
Een goed betoog heeft een duidelijke structuur.

Slide 12 - Slide

Par. 3.4
Opdrachten 3 en 4 maken

Slide 13 - Slide

Exit ticket

Slide 14 - Slide

Wat is een standpunt?
A
De mening van een schrijver of spreker
B
Een manier van staan

Slide 15 - Quiz

Een stelling, of standpunt, onderbouw je met?
A
Feiten
B
Argumenten
C
Tegenargumenten

Slide 16 - Quiz

Wat is een synoniem voor standpunt?
A
mening
B
zienswijze
C
opvatting
D
standplaats

Slide 17 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 18 - Quiz

Wat is het schrijfdoel van een tekst die een standpunt verdedigt met argumenten?
A
Activeren
B
Amuseren
C
Informeren
D
Overtuigen

Slide 19 - Quiz