Na afloop van deze les moet je:
□ Kunnen aangeven wat een deeltjesmodel is en waarom je in sommige gevallen gebruikmaakt van zo'n model.
□ De vier eigenschappen van deeltjes in het gasmodel kunnen noemen en hiermee het gedrag van een gas kunnen verklaren.
□ De vier eigenschappen van deeltjes in het vloeistofmodel kunnen noemen en hiermee het gedrag van een vloeistof kunnen verklaren.
□ Kunnen aangeven waaruit je kunt concluderen dat de deeltjes elkaar aantrekken in de vloeistoffase.
□ De vijf eigenschappen van deeltjes in het vaste-stofmodel kunnen noemen en hiermee het gedrag van een vaste stof kunnen verklaren.
□ Het krimpen en uitzetten van stoffen kunnen verklaren aan de hand van het deeltjesmodel van die stoffen.
□ De fase-overgangen smelten, verdampen, condenseren en stollen kunnen verklaren met het deeltjesmodel.
□ weten wat een bimetaal is