OBS - RAP Quiz

Observeren en Rapporteren
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Observeren en Rapporteren

Slide 1 - Slide

Zijn jullie er klaar voor?
A
Ik denk het
B
Jazeker, kom maar op!
C
Mag ik terug naar bed?
D
Waarvoor?

Slide 2 - Quiz

Oké dat was een makkelijke. 
Hierna volgen er nog een paar makkelijke vragen om op te warmen!

Slide 3 - Slide

Waarnemen doe je........
Observeren doen je ........ 
Onbewust
Bewust

Slide 4 - Drag question

Wanneer je verslag met feiten is beschreven noem je dat een ........ verslag.
A
Subjectief
B
Objectief
C
Goed
D
Uitgebreid

Slide 5 - Quiz

Noem een observatiemethode.

A
Overdrachtsdocument
B
Kindvolgsysteem
C
Dossiers
D
Checklist

Slide 6 - Quiz

Beetje bij beetje wat lastige vragen er tussen door. 
Let je goed op?

Slide 7 - Slide

Wat zijn waarden en normen?

Slide 8 - Open question

Wat hebben normen en waarden te maken met observeren en rapporteren?

Slide 9 - Open question

Wat betekent onvolledig waarnemen ?
A
Je ziet iets anders dan anderen.
B
Je neemt het verkeerde waar.
C
Je kunt niet alles tegelijk waarnemen.

Slide 10 - Quiz

Wat is dit?
A
Heen- en weerschriftje
B
Overdrachtsdocument
C
Kinddossier
D
Observatieformulier

Slide 11 - Quiz

"J. zegt tegen andere kinderen wat ze moeten doen. "
A
Subjectief
B
Objectief

Slide 12 - Quiz

Welke 2 kwalitatieve observatiemethoden zijn er?

Slide 13 - Open question

Hoe noemt men dit?
A
Logboekmethode
B
Checklist-methode
C
Tijdssteekproefmethode
D
Categorieënmethode

Slide 14 - Quiz

Wat betekent "projectie"?

Slide 15 - Open question

Wat betekent: kwalitatieve observatie?
A
Je telt hoe vaak gedrag voor komt
B
Je kijkt wat ze aan het doen zijn
C
Dat je met de kinderen gaat praten.
D
Je schrijft het gedrag van het kind op

Slide 16 - Quiz

Wat is "Vakjargon"?

Slide 17 - Open question

Als gedrag steeds in een specifieke situatie voorkomt, kan dat worden bijgehouden in een ….. . Je gebruikt dit ook wel als een soort dagboek.

Slide 18 - Open question

Een observatie helpt bij een beeld krijgen over een kind:
waar of niet waar
A
Niet waar
B
Waar

Slide 19 - Quiz

Het observatieplan heeft …. stappen

Slide 20 - Open question

De leerkracht loopt het klaslokaal binnen, ze ziet Esmee zitten en ze denkt dat Esmee vandaag in een slechte bui is, want ze had nergens zin in.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 21 - Quiz

Hoe noem je het als je zelf meedoet als observator in de situatie?

Slide 22 - Open question

Gedrag of eigenschappen van jezelf in een ander herkennen noem je?
A
Zelf herkenning
B
Projectie
C
Overeenkomsten
D
Waarnemingen

Slide 23 - Quiz

Hoe heet het geven van een betekenis aan geobserveerd gedrag?

Slide 24 - Open question

Een filmopname is een voorbeeld van:
A
Observatiemethode
B
Rapportagevorm
C
Hulpmiddel

Slide 25 - Quiz

Goed gewerkt en wie weet tot volgend jaar!

Slide 26 - Slide