Paragraaf 8.1 #1

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

We beginnen met het huiswerk

- Lezen 8.1 tot Grondstoffen en afzetmarkten.
- Bestudeer dikgedrukte begrippen in de tekst.
- Geef antwoord op leerdoel 1: Welke ontwikkelingen in de 18de eeuw leidden tot de industriële  samenleving?

Wat was GEEN oorzaak van de landbouwrevolutie in 18e eeuw?

1. De overgang van het drieslagstelsel naar het vierslagstelsel.
2. Het gebruik van moderne machines, zoals bijv. de zaaimachine.
3. Schaalvergroting.
4. De schietspoel.

Deze uitvinding zorgde er voor dat arbeiders vlak bij de fabrieken woonden in het centrum van de stad en dat de rijkere bevolking naar de buitenwijken van de stad verhuisden.

1. Waterframe
2. Schietspoel
3. Stoommachine
4. Spinnewiel

Welke van de volgende omstandigheden hoorde NIET bij de Industriële Samenleving?

1. Urbanisatie.
2. Slechte woningen.
3. Werktijden die gekoppeld zijn aan het op- en ondergaan van de zon.
4. Lage lonen.

Grondstoffen en Afzetmarkten

Industrieel Kapitalisme: Het streven naar zoveel mogelijk winst.

Fabrieken moeten doorwerken, dus:

- grondstoffen nodig.

- Afzetmarkten nodig.

Gevolg: de relatie tussen moederlanden en koloniën verandert EN zoektocht naar nieuwe koloniën.

De relatie verandert:

Modern Imperialisme:

- De controle van de Europese moederlanden over de koloniën wordt sterker. Ook de binnenlanden worden ontwikkeld door wegen en bestuurscentra aan te leggen.

- De kolonie is alleen nog maar bedoeld om grondstoffen te leveren en als afzetmarkt te dienen en wordt direct vanuit het moederland bestuurd.

- Hiervoor zijn lokale bestuurders nodig en moderne vervoersmiddelen.

De kolonisatie van Afrika

Ook wordt er gezocht naar nieuwe koloniën. Afrika is een fijn doelwit.

- Afrika heeft grondstoffen, zoals rubber, olie, goud en diamanten. Handig voor de uitbreiding van de industrie in Europa.

- Europese landen strijden over het bezit van grondgebied in Afrika:

Gevolg: Conferentie van Berlijn in 1885.     Wat gebeurt daar?

- Afrika wordt verdeeld onder de Europese landen. Grenzen houden geen rekening met leefgebieden van stammen die er leven.

Nationalisme

Definitie: Overdreven trots zijn op je eigen land.

Boek: "Europese volken beschouwden zichzelf en hun beschaving als superieur aan de Afrikaanse en Aziatische beschavingen."

Typisch voor de negentiende eeuw (1800-1900)

Betekent ook: Meer koloniën = meer macht en aanzien ten opzichte van andere Europese landen

Wij zijn lekker sterker en beter dan zij.

"White man's burden"

"De last die de blanke man moet dragen"

Het is de taak van de superieure Europese landen om de onbeschaafde bevolkingen in de koloniën te helpen zich te ontwikkelen.

Je kunt uitleggen welke POLITIEKE, IDEOLOGISCHE en ECONOMISCHE motieven een rol speelden bij het modern imperialisme.
Dus: 3 motieven!