Theorie ruimte schoonmaken

Ruimte schoonmaken
1 / 56
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 56 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Ruimte schoonmaken

Slide 1 - Slide

Maak jij wel eens schoon?
Zo ja, wat en hoe vaak?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Basisregels schoonmaak
1. Werk van boven naar beneden
2. Werk van buiten naar binnen
3. Werk van schoon naar vuil
4. In een logische werkvolgorde
5. Linksom of rechtsom door de ruimte

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Waarom werk je van boven naar beneden bij het schoonmaken?

Slide 11 - Open question

Werk je bij alle schoonmaakklussen van boven naar beneden?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Waarom werk je van buiten naar binnen bij het schoonmaken?

Slide 13 - Open question

Waarom werk je van schoon naar vuil bij het schoonmaken?

Slide 14 - Open question

Wanneer pas je deze 3 schoonmaakregels toe?
A
Alleen bij het schoonmaken van de wc
B
Bij alle schoonmaakklussen
C
Alleen wanneer je dat wil
D
Alleen bij het schoonmaken van vloeren

Slide 15 - Quiz

Waarom is het belangrijk om in een logische werkvolgorde te werken?

Slide 16 - Open question

Benoem de logische werkvolgorde van stofwissen.

Slide 17 - Open question

Wat is de goede volgorde van vloeronderhoud?
1 (eerste)
2 (tweede)
3 (laatste)

Slide 18 - Drag question

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Werkdoeken

Slide 26 - Slide

Schoonmaken

Sanitair:
Geel = niet heel vies
Rood = vies



Interieur
Groen = niet heel vies
Blauw = vies

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Drag question

Wat maak je allemaal schoon als je het INTERIEUR reinigt?

Slide 29 - Open question

Wat maak je allemaal schoon als je het SANITAIR reinigt?

Slide 30 - Open question

Interieur
Sanitair

Slide 31 - Drag question

Waarom vouw je het
werkdoekje netjes op
voor je gaat schoonmaken?
A
Zo moet je het vaker uitspoelen
B
Dat hoeft niet
C
Zo kun je meer schoonmaken voordat je het doekje moet uitspoelen
D
Zo hoef je het doekje niet meer uit te spoelen

Slide 32 - Quiz

Welke kleur emmer en doekje gebruik je als je het wasbakje bij de wc gaat schoonmaken?
A
B
C
D

Slide 33 - Quiz

Welke kleur emmer en doekje gebruik je als je de wc pot gaat schoonmaken?

A
B
C
D

Slide 34 - Quiz

Welke kleur emmer en doekje gebruik je als je de vieze keuken gaat schoonmaken?
A
B
C
D

Slide 35 - Quiz

Welke kleur emmer en doekje gebruik je als je het klaslokaal gaat schoonmaken?
A
B
C
D

Slide 36 - Quiz

Waarom gebruik je verschillende kleuren voor de verschillende schoonmaakklussen?

Slide 37 - Open question

Slide 38 - Slide

Wanneer zet je een waarschuwingsbord neer?
A
Stofwissen
B
Moppen
C
Stofzuigen
D
Bij interieur onderhoud

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Welke informatie lees je
op het etiket van het
schoonmaakmiddel?

Slide 45 - Open question

Hoe weet je hoeveel schoonmaakmiddel je moet gebruiken?
A
Dat staat op het etiket van het schoonmaakmiddel
B
Dat kun je gokken
C
Dat staat op de emmer
D
Dat weet je niet

Slide 46 - Quiz

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Video

Waarom doe je eerst water
in de emmer en dan pas
het schoonmaakmiddel?
A
Dan gaat het water lekker schuimen
B
Dan gaat het water niet schuimen

Slide 50 - Quiz

Op welke manier maak je laag bij de grond schoon?
A
B

Slide 51 - Quiz

Waarom ga je op 1 knie zitten als je laag bij de grond schoonmaakt?

Slide 52 - Open question

Waarom doe je de emmer
niet helemaal vol?

Slide 53 - Open question

Slide 54 - Video

Waarom pas je deze
wringtechniek toe?

Slide 55 - Open question

Noem 2 dingen die je hebt geleerd deze les.

Slide 56 - Open question