2.2 geslachtelijke voortplanting

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

WAT

basis: lezen en maken 2.2

medium: testjezelfs 2.1 t/m 2.2

medium: contextopgaven 2.1 t/m 2.2

gevorderd: examenopgaven T1 en T2

HOE

zacht overleg 

in tweetal

je blijft zitten

HULP NODIG

1. goed lezen: de vraag, maar ook de tekst
2. vraag degene die naast je zit
   
3. ga door met volgende opdracht
   
4. als docent langsloopt kan je een vraag stellen

actie - MET ZACHT OVERLEG

HAPLOID & DIPLOID

Haploïd = van alle 

chromosomen is één 

exemplaar aanwezig.

Diploïd = van alle

chromosomen zijn twee

exemplaren aanwezig.

haploid/diploid

	haploïd	diploïd
afk .	n	2n
chromo-somen	enkel	in paren
cel	zaad/ei	lichaam
deling	meiose	mitose
mens	23	46

meiose

meiose

Meiose

Meïose I

Meïose II (~mitose)

moeilijk mitose of meiose uitklaar te houden? 

meiose

Mitose

Meiose

2n = 4

Meiose

Meiose 

meiose 

Zaadcellen

 Maken opdracht 13 + 14                  

Inwendige voortplantingsorganen vrouw

• Een vrouw heeft een baarmoeder, eileiders en eierstokken
• In de eierstokken worden eicellen gemaakt
• Dat zijn de vrouwelijke geslachtscellen

Eicellen

https:

Gelijkenissen tussen mannen en vrouwen

https://nl.wikipedia.org/wiki/Clitoris

Homoloog aan de penis. 
8 cm binnenkant. 

Eicel + zaadcel = bevruchting

Uitdagingen voor de zaadcel..........

1. afstand                     
2. pH                               
3. witte bloedcellen
4. trilharen                   
5. Gelei & bevruchtings-membraan 

                                                                                                                                     

Eicel + zaadcel = bevruchting

 Toneelstuk....?                           Maken opdracht 15, 16 en 17             

Geslachtelijke voortplanting (Meiose) 

Eicellen

Klopt afbeelding 22?

    

Anonieme vragen  

Wat zou je nog willen weten over de mannelijke
of vrouwelijke geslachtsorganen?

Lezen BS 2.1 + 2.2 alles behalve celcyclus, mitose en meiose

• maken + nakijken BS 2.1:  opdracht 1, 2, 3, 4, 8, 9, 10
• maken + nakijken van BS 2.2:  opdracht 13 t/m 19
• antwoordbladen staan op de ELO +  bij de docent