456HV Les 2, project 2 "Schrijflab 010"

1 / 35
next
Slide 1: Slide
DutchSecondary Education

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

De schrijver van een tekst heeft altijd een bepaald doel met die tekst. Welke schrijfdoelen ken jij?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Lees de 6 tekstjes en sleep deze naar het bijpassende schrijfdoel
Tekst 4
Ik vind dat honden de beste huisdieren zijn. Ze zijn lief, trouw en altijd vrolijk.
timer
3:00
Tekst 6
Toen ik mijn diploma kreeg, voelde ik me zo blij en trots. Al die jaren hard werken hadden eindelijk resultaat!
Text
Tekst 5
Kom op zaterdag 7 december naar de kerstmarkt! Er is muziek, eten en leuke cadeaus. Meld je snel aan, want de plaatsen zijn beperkt!
Tekst 2
Gisteren liep ik naar school en zag een kat op een skateboard! Hij reed door de straat en iedereen moest lachen. Wat een rare ochtend!
Tekst 1
Beste klasgenoten,
Ik vind dat we meer fruit in de kantine moeten hebben. Fruit is gezond en geeft ons meer energie. Daarom moeten we appels, bananen en sinaasappels aanbieden.
Tekst 3
Beste leerlingen,
Op vrijdag 29 november is er een sportdag op school. Iedereen moet sportkleding en schoenen meenemen. De activiteiten beginnen om 9.00 uur en eindigen om 14.00 uur.
Gevoelens oproepen / uitdrukken
Informatie vertrekken (informeren)
Overtuigen

Tot handelen aanzetten (activeren)
Amuseren (verhaal)
Een mening geven

Slide 4 - Drag question

3. Tekstsoorten
In de Nederlandse taal zijn er verschillende tekstsoorten. Op het examen Nederlands kun je de volgende tekstsoorten tegenkomen:

- Informatieve teksten; 
- Instructieve teksten; 
- Betogende teksten;

bedoelt om de lezer te helpen bij het uitvoeren van een handeling.
bedoelt om de lezer te informeren.
bedoelt om de lezer te overtuigen van een standpunt

Slide 5 - Slide

Artikel
timer
3:00
Nieuwsbericht
Aankondiging
Advertentie
Verhaal
Folder
Recept
Gebruiksaanwijzing
Studietekst
Ingezonden brief

Slide 6 - Drag question

Schrijven
College examen
Vakinformatie
HAVO: https://duo.nl/images/nederlands-%28havo-26%29.pdf

VWO: https://duo.nl/images/nederlands-(vwo-2026).pdf

Slide 7 - Slide

Bijlage 3 - begrippenlijst
Bijlage 3.1
Bijlage 3.2
Bijlage 3.3
Syllabus
HAVO: https://www.examenblad.nl/system/files/exam-document/2024-07/syllabus-nederlands-3f-havo-2026-versie-2.pdf
VWO: https://www.examenblad.nl/system/files/exam-document/2024-07/syllabus-nederlands-4f-vwo-2026-versie-2.pdf

Slide 8 - Slide

Schrijfopdracht
Info
Schrijfopdracht informatie examen VWO 2025 TV1
https://duo.nl/images/nederlands-vwo-2025-ddd.pdf
Onderwerp 1.1 (A, B)
Schrijfopdracht examen VWO 2025 TV1
Onderwerp 2 (C, D)
Schrijfopdracht examen VWO 2025 TV1
Onderwerp 1.2 (A, B)
Schrijfopdracht examen VWO 2025 TV1
Onderwerp 2.2 (C, D)
Schrijfopdracht examen VWO 2025 TV1

Slide 9 - Slide

Schrijven
DE VOORBEREIDING

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Wat zet je in je bouwplan?

Slide 12 - Mind map

Schrijven
BOUWPLAN
Bouwplan BETOOG
https://docs.google.com/document/d/1CFRQOm7skUfLXoTc8UKuz9PRV2OIM1lnTuDsfcSg5xY/edit?usp=sharing
Bouwplan (D1)
Bouwplan (D2)
Bouwplan BESCHOUWING
https://docs.google.com/document/d/1akQdyJdiQMdvo1t7Xh5-p88TxKHYHwXrwwbgVhoC7lA/edit?usp=sharing

Slide 13 - Slide

Schrijven
VAN BOUWPLAN TOT TEKST

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wat ga jij schrijven?

Slide 16 - Poll

Schrijven
Betoog
https://youtu.be/UHoQz7zIjN8?si=PxPvlAnQibTov5Oh
Beschouwing
https://youtu.be/L-ctBHQgqMc?si=svlX-vYajhuIPqkO

Slide 17 - Slide

Wat wordt het onderwerp van jouw stuk?
timer
5:00
Onderwerp uit debat
(HAVO) O1 Grenzen aan de geluidssterkte bij evenementen
(HAVO) O2 Reisbewustzijn
(VWO) O1 Limitarisme
(VWO) O2 Circulair bouwen

Slide 18 - Poll

Schrijven
Wat ga je doen?
- lees de opdracht goed door, highlight de belangrijkste punten
- maak je bouwplan 

Klaar? --> start met het schrijven van je inleiding

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Wanneer schrijf je de titel?
A
Voor het schrijven van de tekst
B
Tijdens het schrijven van de tekst
C
Na het schrijven van de tekst

Slide 21 - Quiz

Wat is waar?
A
Een goede titel is kort en heeft geen punt
B
Een goede titel is lang en heeft geen punt
C
Een goede titel geeft een samenvatting/ conclusie van de tekst
D
Een goede titel trekt de aandacht een kondigt het onderwerp aan

Slide 22 - Quiz

"Tussenkopjes trekken de aandacht." Wat is waar?
A
Tussenkopjes zijn vaak korter dan de titel
B
Tussenkopjes zijn vaak langer dan de titel

Slide 23 - Quiz

Waar staan de kernzinnen?
A
Voor in de alinea
B
Achter in de alinea
C
Voor en achter in de alinea
D
Dat maakt niet uit, ze kunnen overal in de alinea staan

Slide 24 - Quiz

Inleiding

Slide 25 - Slide

Hoe schrijf je een goede inleiding?

Slide 26 - Mind map

Inleiding
Inhoud
Stijl
Een goede inleiding zorgt ervoor dat ze de rest van jouw stuk willen lezen, dus moet je de aandacht trekken. 

Vermijd de volgende zinnen: "De laatste tijd is er veel discussie over...", "Iedereen heeft het erover...", "Je ziet het de laatste tijd veel in het nieuws"
Houding

Slide 27 - Slide

Inleiding - opniniërende teksten
Stijl
Een goede inleiding zorgt ervoor dat ze de rest van jouw stuk willen lezen, dus moet je de aandacht trekken. 

Vermijdt de volgende zinnen: "De laatste tijd is er veel discussie over...", "Iedereen heeft het erover...", "Je ziet het de laatste tijd veel in het nieuws"
3
1
2

Slide 28 - Slide

Inleiding - overtuigende teksten
Stijl
Een goede inleiding zorgt ervoor dat ze de rest van jouw stuk willen lezen, dus moet je de aandacht trekken. 

Vermijdt de volgende zinnen: "De laatste tijd is er veel discussie over...", "Iedereen heeft het erover...", "Je ziet het de laatste tijd veel in het nieuws"
1

Slide 29 - Slide

Inleiding 
1. Drieslag
2. Op wie betrekking?
3. Voor wie vervelend?
4. Belangrijkste info
5. (volgende dia)

Slide 30 - Slide

Inleiding 
5.1 vraag stellen
Je kunt de aandacht trekken van de lezer door je inleiding af te sluiten door een vraag te stellen. Het doel hiervan is om de lezer aan het denken te zetten.
5.1 vraag stellen
Je kunt de aandacht trekken van de lezer door je inleiding af te sluiten door een vraag te stellen. Het doel hiervan is om de lezer aan het denken te zetten.
5.2 mening - stelling
Als het doel van jouw tekst is om de lezers te overtuigen, dan eindig je jouw inleiding met jouw mening of een stelling

Slide 31 - Slide

Schrijven

Slide 32 - Slide

Schrijven
Wat ga je doen?
- check of je bouwplan compleet is
- start met het schrijven van je inleiding

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video