Herhaling thema 6 Transport (BVJ) klas 4T/K

Bloedvaten & Hart- en vaatziekten


Onderwerpen:
- Aders, slagaders en haarvaten
- Hart- en vaatziekten

1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bloedvaten & Hart- en vaatziekten


Onderwerpen:
- Aders, slagaders en haarvaten
- Hart- en vaatziekten

Slide 1 - Slide

wat weet je van bloed?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Waarom gaan rode bloedcellen eerder dood dan witte bloedcellen?
A
Rode bloedcellen zijn veel actiever.
B
Rode bloedcellen hebben geen celkern.
C
Witte bloedcellen gaan dood door bacteriën.
D
Witte bloedcellen zijn groter.

Slide 4 - Quiz

Hoe heet de stof die helpt bij bloedstolling?
A
Amylase
B
Glucogeen
C
Fibrinogeen
D
Peptide

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Marieke heeft blaasontsteking. Ze slikt antibiotica. Hoe worden de medicijnen door het lichaam vervoert?
A
Alleen door de grote bloedsomloop
B
Alleen door de kleine bloedsomloop
C
Door de grote- en de kleine bloedsomloop

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Bloedvaten
Slagaders: vervoeren zuurstofrijk bloed, hebben een dikke wand, hogere bloeddruk.
Aders: vervoeren zuurstofarm bloed, hebben een dunne wand soms met kleppen, lagere bloeddruk.
Bloedvat krijgt de naam van het orgaan waar ze naar toe of vandaan stromen.
Behalve: de aorta, holle ader en de poortader.

Slide 9 - Slide

Leverslagader
Poortader
Leverader
Voedingsstofrijk
Zuurstof-rijk
Naar het hart toe
Van het hart af
Zuurstof-arm
Zuurstof-arm

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Slide

Slagader
Ader
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Dunne slappe wand
Kleppen over de gehele lengte
Kleppen alleen bij het hart
Bloed stroomt snel
Bloed stroomt langzaam

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Slide

Leer de begrippen
Bekijk de afbeeldingen.
Maak de d-toets.
Succes!

Slide 14 - Slide