Literatuur tot Romantisme

Hoe heette de bekendste machthebber tijdens de middeleeuwen. Hij heerstte van 747 tot 814.
A
Alexander de Grote
B
Charlemagne
C
Napoléon Bonaparte
1 / 21
next
Slide 1: Quiz
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoe heette de bekendste machthebber tijdens de middeleeuwen. Hij heerstte van 747 tot 814.
A
Alexander de Grote
B
Charlemagne
C
Napoléon Bonaparte

Slide 1 - Quiz

Waaraan stierf tussen 1347 en 1453 een derde van de Europese bevolking
A
Covid-19
B
De Spaanse griep
C
De Pest
D
De Mexicaanse griep

Slide 2 - Quiz

Waar sprak men de langue d’oc en ontstond l’amour courtois?
A
Het noorden van Frankrijk
B
Het oosten van Frankrijk
C
Het zuiden van Frankrijk
D
Het westen van Frankrijk

Slide 3 - Quiz

Welke van de volgende verhalen gaat over amour courtois?
A
Chanson de Roland
B
Le Roman de Renart
C
Tristan et Iseut
D
La Ballade des pendus

Slide 4 - Quiz

Welk literair begrip past bij de volgende zin: « il pleut dans mon coeur »
A
Strofe
B
Ballade
C
Envoi
D
Assonantie

Slide 5 - Quiz

Waar zorgde het Edict van Nantes voor?
A
Vrede tussen Frankrijk en Engeland
B
Dat het Frans de officiële taal werd in Frankrijk
C
Deze belooft vrijheid van godsdienst

Slide 6 - Quiz

Wat is het devies van de humanisten?
A
Carpe diem
B
Mémento mori
C
Veni Vidi Vici
D
Ad nauseam

Slide 7 - Quiz

Wie schreef: Défence et illustration de la langue française?
A
Joachim du Bellay
B
Pierre de Ronsard
C
Louise Labé

Slide 8 - Quiz

Waarover gaan de verhalen Pantaguel en Gargantua?
A
Ridders
B
Dichters
C
Reuzen
D
Geestelijken

Slide 9 - Quiz

Wie werd ook wel de Roi Soleil genoemd?
A
Louis XIV
B
Napoléon Bonaparte
C
François 1er

Slide 10 - Quiz

Wat was een uitspraak van de Roi Soleil?
A
L’État c’est moi !
B
Dieu c’est moi !
C
Le plus beau c’est moi !
D
Le meilleur c’est moi !

Slide 11 - Quiz

Wat scheef Molière vooral?
A
Komedies
B
Tragedies
C
Fabels

Slide 12 - Quiz

Waarom schreef Jean de la Fontaine fabels?
A
Om politieke en maatschappelijke kritiek te kunnen uiten
B
Omdat hij van dieren hield
C
Omdat hij dieren beter vond dan mensen
D
Omdat hij alleen voor kinderen schreef

Slide 13 - Quiz

Wat wordt herdacht/gevierd op le 14 juillet?
A
De dood van Louis XIV
B
De onthoofding van Louis XVI en Marie-Antoinette
C
De bestorming van de Bastille
D
Het verschijnen van de eerste encyclopedie

Slide 14 - Quiz

«  Il faut cultiver notre jardin » . Uit welk filosofisch werk komt deze zin?
A
Du contrat social
B
Émile ou De l’éducation
C
Candide ou l’optimisme
D
Le Mariage de Figaro

Slide 15 - Quiz

Wat is het voorbeeld van een roman épistolaire ?
A
De l’esprit des lois
B
Lettres Persanes
C
Contes d’Espagne et d’Italie

Slide 16 - Quiz

Tijdens de verlichting ontstond het rationalisme. Wat is dit?
A
De rede staat centraal en alles moet aan het eigen kritische verstand worden onderworpen.
B
De wetenschap staat centraal en het vertrouwen hierin is leidend.
C
De macht van de koning en zijn invloed worden versterkt.

Slide 17 - Quiz

In 1830 ging het volk de straat op en binnen 3 dagen werd de koning afgezet. Hoe heet deze periode?
A
Les trente glorieuses
B
Les trois glorieuses
C
L’armistice
D
Le Grand Siècle

Slide 18 - Quiz

Dit genre leent zich goed voor het uitdrukken van persoonlijke gevoelens. De liefde is een belangrijk thema in deze gedichten met een voorkeur voor tragische en onmogelijke liefdes. Deze gedichten zijn geschreven in de ik-vorm en er wordt veelvuldig gebruik gemaakt van metaforen uit de natuur.
A
Chanson de geste
B
Lyrische poëzie
C
Le conte fantastique
D
Le spleen

Slide 19 - Quiz

Wie heeft aan het begin van de 19e eeuw Parijs opnieuw ontworpen?
A
Napoléon Bonaparte
B
Baron Haussmann
C
Jules Ferry

Slide 20 - Quiz

Uit hoeveel werken bestaat de romancyclus La comédie Humaine?
A
9
B
19
C
90
D
900

Slide 21 - Quiz